Je kunt de Heilige Geest altijd vertrouwen. Dit zegt de
Cursus over je Leraar:
Het ego heeft de wereld gemaakt zoals het die waarneemt, maar de Heilige
Geest, die herinterpreteert wat het ego gemaakt heeft, ziet de wereld als een
leermiddel om jou thuis te brengen. De Heilige Geest moet tijd waarnemen en die tot het
tijdloze herinterpreteren. Hij moet via tegenstellingen werken, omdat Hij moet
werken met en voor een denkgeest die in tegenstand verkeert. Corrigeer, leer en
sta open om te leren. Jij hebt de waarheid niet gemaakt, maar de waarheid kan
jou nog steeds vrijmaken.Kijk
zoals de Heilige Geest kijkt en begrijp zoals Hij begrijpt. Zijn begrip blikt
terug naar God in gedachtenis aan mij. Hij is steeds in gemeenschap met God en
Hij maakt deel uit van jou. Hij is je Gids naar verlossing, omdat Hij de
herinnering bewaart aan wat voorbij is en nog komen moet en dat naar het heden
toe brengt. Hij bewaart deze blijdschap liefdevol in jouw denkgeest en vraagt
alleen dat je die vermeerdert in Zijn Naam door die te delen, om zo Zijn
vreugde in jou te vermeerderen.
Hoewel het niet mogelijk is om totaal in communie te zijn
met God en het lichaam in stand te
houden is er een positie tussenin waar de Cursus naar refereert als het
grensgebied wat een plaats van vergeving is waar men nog enigszins werkzaam kan
zijn om in deze wereld hulp te verlenen en tegelijk ook verlichting te ervaren.
Dit is het eind van de reis. We hebben die aangeduid als de werkelijke wereld.En toch ligt hier een tegenstrijdigheid, in die zin
dat de woorden een beperkte werkelijkheid veronderstellen, een gedeeltelijke
waarheid, een segment van het universum dat tot waarheid is gemaakt. Dit komt
doordat kennis geen aanval op de waarneming onderneemt. Ze worden
bijeengebracht en slechts één gaat verder voorbij de poort waarachter Eenheid
is. Verlossing is een grensgebied waar plaats en tijd en keuze nog steeds
betekenis hebben, terwijl toch kan worden gezien dat ze tijdelijk zijn, niet op
hun plaats en dat iedere keuze al is gemaakt.
Hoewel het niet mogelijk is om totaal in communie te zijn
met God en het lichaam in stand te
houden is er een positie tussenin waar de Cursus naar refereert als het
grensgebied:
Er is
een grensgebied van denken dat tussen deze wereld en de Hemel ligt.Het is geen plaats
en wannéér je het bereikt wordt niet door de tijd bepaald. Hier is de
ontmoetingsplaats waar gedachten bijeen worden gebracht, waar tegenstrijdige
waarden elkaar ontmoeten en alle illusies naast de waarheid worden neergelegd,
waar ze als onwaar worden beoordeeld. Dit grensgebied ligt net aan de andere
kant van de Hemelpoort. Hier wordt iedere gedachte gezuiverd en tot totale
eenvoud gebracht. Hier wordt de zonde afgewezen en al wat is in plaats daarvan
verwelkomd.
Deze middag brengen we samen door met Jezus en stijgen we
uit boven het slagveld. Dit is de titel van het laatste deel van hoofdstuk 23
en is in feite een heel mooie manier om het hele vergevingsproces mee uit te
drukken en waaruit het hele proces van het in praktijk brengen van Een Cursus
in Wonderen uit bestaat.
Uitstijgen boven het slagveld betekent uitstijgen boven het
niveau van de wereld en het lichaam. Het betekent terug in onze keuzemakende
denkgeest zijn, iets wat dus gebeurt wanneer we voor Jezus of voor de Heilige
Geest als onze Leraar kiezen waardoor we waarnemer worden.
De kern voor vergeving is ‘kijken’, is kijken naar het ego, maar zonder oordeel
en dit zowel naar ons eigen ego als naar de ego’s van de wereld.
Een van de beste beschrijvingen van een wonder vind je in
het werkboek. Jezus zegt daar dat het wonder naar de vernietiging kijkt en er de
denkgeest, de keuzemakende denkgeest, aan herinnert dat wat hij ziet niet juist
is (Wd2.13.1:3). Dat is de betekenis van boven het slagveld zijn.
Een gelijksoortige aanhaling vind je in de tekst waar gezegd
wordt dat het wonder ons eraan herinnert dat we een droom dromen en dat de
inhoud ervan niet waar is, namelijk dat we niet de droomfiguren zijn - het
fysieke, psychische zelf waarmee we ons identificeren - we zijn de dromer. We
zijn de denkgeest die dit alles heeft gemaakt en dit om te bewijzen dat we als
een afgescheiden entiteit bestaan, dat dit niet onze schuld is, maar dat de
wereld ons heeft voortgebracht, dat de wereld ons dit heeft aangedaan.
Het wonder neemt ons vanuit de onbewuste, geesteloze wereld
van lichamen - het slagveld van de een of de ander is, doden of gedood worden -
terug naar de keuzemakende denkgeest zodat we opnieuw zouden kunnen kijken naar
de keuze die we gemaakt hebben, maar vergeten waren wat we hadden gekozen. Het
wonder kijkt dus naar de verwoesting, kijkt naar de verwoestende wereld -of we
het nu hebben over wat er nu in Japan gaande is (deze opname dateert van 2011
waarschijnlijk ten tijde van de tsunami in Japan), wat er gaande is in het
Midden-Oosten met Libië en de voortdurende strijd in de andere delen van het
Midden-Oosten of andere delen van de wereld, zogenaamde natuurrampen,
verwoestingen gevormd en door de mens gemaakt onheil, zoals bommen en oorlogen
- en maakt ons bewust dat dit allemaal een projectie is van de door de
keuzemaker gemaakte keuze voor het ego. De werkelijke verwoesting die we dus
als een uiterlijk beeld observeren.
Het werkboek zegt ons dat de wereld die we zien een weergave in beelden is, een
uiterlijke werkelijkheid van de aanvalsgedachten van de denkgeest (Wd1.23.3:2).
Dit zijn de aanvalsgedachten in de denkgeest die begonnen zijn bij het
waanzinnige idee dat wij een bestaan kunnen hebben dat buiten God is; dat wij
over een afgescheiden identiteit beschikken die verworven werd ten koste van
God, dat Zijn Liefde vernietigd moest worden en Zijn Zoon gekruisigd en niet
alleen dat het gebeurd is, maar dat dit nog mooi is ook. Onze schuld hierover
zegt ons echter dat dit niet zo’n wonderbaarlijk iets is. Deze schuld is nu zo
afgrijselijk geworden dat wij dit niet langer kunnen tolereren en het daarom
naar buiten moeten projecteren. De verwoesting die we dus in onze denkgeest
werkelijk gemaakt hebben (door voor het ego als onze leraar te kiezen) wordt nu
een verwoesting die waargenomen wordt door onze ogen en geïnterpreteerd door
ons brein.
Het wonder herinnert ons eraan dat de verwoesting waar we
naar kijken niet werkelijk is. Het wonder herinnert ons eraan dat de droom die
we werkelijk hebben gemaakt, zowel in de wereld als in onze denkgeest, niet
waar is en dat dit alles slechts de weergave is van een keuze die voor ons beschikbaar
was (slechts één) de enige van twee keuzes die in onze denkgeest beschikbaar
waren, maar dat er een andere keuze is. Er is een andere manier om naar de
wereld te kijken. Er is een ander denksysteem waarmee we ons kunnen
identificeren. Er is een andere Leraar die we kunnen kiezen. En wanneer we voor
Jezus als onze leraar kiezen wordt zijn liefde de werkelijkheid in onze
gedachten, waar de Cursus naar refereert als ons juist gericht denken. En
aangezien projectie de waarneming maakt of uitbreiding de waarneming maakt
(eerstgenoemde zijnde het ego en laatstgenoemde zijnde de Heilige Geest) dan
kijken we naar een wereld waarvan onze ogen ons wel zeggen dat het nog steeds
een verwoesting is die we zullen zien, maar we ook de liefde zullen zien die door
de denkgeest uitgezonden wordt. En door te kiezen om juist gericht te denken
waardoor de liefde en de vrede die in ons is niet geraakt wordt door de vorm
die de verwoesting in de wereld aanneemt, dat we de verwoesting die we in de
wereld waarnemen ons niet laat zien dat we een lichaam zijn (ons doet vergeten
dat we een denkgeest zijn) en het is door boven het slagveld te kijken, samen
met Jezus dat wij ons er bewust kunnen van worden dat alles hier een uiterlijk
beeld is van een innerlijke toestand. En die innerlijke toestand is de keuze
van de denkgeest voor het ego die nu omgedraaid kan worden en we naar de wereld
kunnen kijken en haar niet meer zien als een symbool voor verwoesting,
kruisiging en dood, maar zien als een leerschool die ons kan helpen wakker te
worden uit de droom van de dood in plaats van deze afgrijselijke dood als een
lijdend slachtoffer en het is deze correctie die ons doet uitstijgen boven het
slagveld tot de gehele denkgeest en tenslotte tot de Geest van God die ons
Thuis is.
Zolang jij je houdt aan de Cursus als een zelfstudiemethode
zal jij je realiseren dat het je eigen beslissingsvermogen is dat wordt
gebruikt en dat dit niet wordt opgegeven. Je bent in je huidige conditie al
gehersenspoeld door het ego en dat zal zo blijven tot je weer de
verantwoordelijkheid neemt voor je eigen denkgeest. Zoals de Cursus uitlegt
over de noodzaak voor training:
Het corrigeren van angst is jouw verantwoordelijkheid. Wanneer jij vraagt
om bevrijding van angst, suggereer je dat dit niet zo is. Je zou in plaats
daarvan hulp moeten vragen in de omstandigheden die de angst hebben
teweeggebracht. Deze omstandigheden hebben altijd te maken met de wens
afgescheiden te zijn. Op dat niveau kun jij er iets aan doen. Je bent veel te
tolerant tegenover het afdwalen van je denkgeest en je vergoelijkt stilzwijgend
de miscreaties ervan. Het specifieke resultaat doet er niet toe,
maar de fundamentele vergissing wél. De correctie is steeds dezelfde. Vraag
mij, voor je iets besluit te doen, of jouw keuze in overeenstemming is met die
van mij. Als je zeker weet dat dit zo is, zal er geen angst zijn.
Hoe lang wil je wachten om op de Hemel voorbereid te zijn?
Zoals de Cursus je in herinnering brengt:
Gods Wil is jouw verlossing. Zou Hij je dan niet de middelen hebben
verschaft om die te vinden? Als Hij wil dat die jou ten deel valt, heeft Hij
het beslist mogelijk en makkelijk gemaakt die te verwerven. Jouw broeders zijn
overal. Je hoeft niet ver te zoeken voor verlossing. Iedere minuut en iedere
seconde krijg jij de kans jezelf te verlossen. Verspeel deze kansen niet, niet
omdat ze niet zullen terugkeren, maar omdat uitstel van vreugde onnodig is.God wil volmaakt geluk voor jou nu. Is het dan
mogelijk dat dit niet tevens jouw wil is? En is het dan mogelijk dat dit niet
tevens de wil van jouw broeders zou zijn?
Verleiding kent één les die ze in al haar vormen wil onderwijzen, waar ze
ook maar optreedt. Ze wil de heilige Zoon van God ervan overtuigen dat hij een
lichaam is, is geboren in wat sterven moet, niet bij machte om aan de broosheid
ervan te ontkomen en gebonden door wat het hem gebiedt te voelen. Het legt
beperkingen op aan wat hij vermag; de macht ervan is de enige kracht die hij
heeft; zijn greep reikt niet verder dan het nietige bereik ervan. Zou jij dit
willen zijn als Christus jou in al Zijn glorie verscheen en jou niets anders
vroeg dan dit:
Maak opnieuw de keuze of jij je plaats wilt innemen onder de verlossers van
de wereld of in de hel wilt blijven en daar je broeders vasthouden wilt.
De Cursus vertelt op diverse manieren, telkens en telkens en
almaar weer, zonder er doekjes om te winden:Vergeving is de rode draad die door heel
de verlossing loopt en al haar delen in betekenisvolle relaties tot elkaar
verbindt, met een gerichte koers en zeker resultaat.En nu vragen we om
genade, de laatste gave die verlossing schenken kan. De ervaring die genade
verschaft zal eindigen in de tijd, want genade is de voorbode van de Hemel,
maar vervangt de tijdsgedachte slechts voor even.
Laat het
dan voldoende zijn dat jij werk te doen hebt om jouw rol te spelen. Het slot
moet voor jou verborgen blijven tot jouw rol voorbij is. Het doet er niet toe.
Want jouw aandeel is nog steeds hetgeen waar heel de rest op steunt. Wanneer
jij de jou toebemeten rol op je neemt, komt verlossing een beetje nader tot elk
onzeker hart dat nog niet klopt in samenklank met God.
Alle
leren was reeds in Zijn Denkgeest, volledig en volbracht. Hij zag alles wat de
tijd bevat en gaf het aan elke denkgeest, opdat elk bepalen kon, vanaf een punt
waar de tijd ten einde is, wanneer hij tot openbaring en eeuwigheid wordt
bevrijd. We hebben eerder al meermalen herhaald dat je enkel een reis maakt die
voorbij is.Want eenheid moet hier zijn. Welk tijdstip de denkgeest ook voor openbaring
heeft bepaald is volkomen onbelangrijk voor datgene wat beslist een constante
staat moet zijn, voor eeuwig zoals ze altijd was, teneinde eeuwig te blijven
zoals ze nu is. We aanvaarden eenvoudigweg de rol, lang geleden toegekend en ten volle als
volmaakt vervuld gezien door Hem die het draaiboek van de verlossing schreef in
de Naam van Zijn Schepper en in de Naam van Zijn Scheppers Zoon.
De Zoon van God is eenvoudig opgegaan in zijn Vader, zoals zijn Vader in
hem. De wereld is er helemaal nooit geweest. De eeuwigheid blijft een constante
staat.
Dit gaat
de ervaring die we proberen te versnellen te boven. Toch brengt vergeving,
onderwezen en geleerd, de ervaringen met zich mee die getuigen dat het tijdstip
dat de denkgeest zelf bepaald heeft om alles op te geven behalve dit nu nabij
is.We
bespoedigen het niet in die zin dat wat jij zult bieden verborgen was voor Hem
die de betekenis van vergeving onderwijst.
We kunnen hierover absoluut niet spreken, schrijven, laat staan denken. Het
komt tot elke denkgeest, wanneer het totale inzicht dat zijn wil de Wil van God
is, volkomen is gegeven en volkomen is ontvangen. Het brengt de denkgeest terug
in het oneindige heden, waarin verleden en toekomst niet denkbaar zijn. Het
ligt voorbij verlossing, voorbij elke gedachte aan tijd, voorbij vergeving en
het heilige gelaat van Christus. De Zoon van God is eenvoudig opgegaan in zijn
Vader, zoals zijn Vader in hem. De wereld is er helemaal nooit geweest. De eeuwigheid
blijft een constante staat.
Wanneer Jezus zegt dat wij de reis ondernemen bedoelt hij dat hij met ons
mee kijkt en dat hij ons zal helpen wanneer we dat vragen.
Verderop in het werkboek zet hij dit voort als hij het concept van eenheid
verbindt met de twee woorden die de absolute waarheid uitdrukken: ‘God is’ en
verbindt dit dan met het onderwerp tijd door te zeggen: Het brengt de denkgeest terug in het
oneindige heden, waarin verleden en toekomst niet denkbaar zijn.
Bekijk deze opzienbarende passages uit het werkboek, als je ze samenvoegt geven
ze een overzicht van de leringen over de illusies van tijd:
Jij hebt dit alles ontvangen. Er is niemand die op aarde leeft die dit niet
ontvangen heeft. Het is niet deze kennis die jij geeft, want dat is wat de
schepping heeft gegeven. Dit alles kan niet worden geleerd. Wat moet jij dan
vandaag leren geven? Onze les van gisteren bracht een thema naar voren dat je
in het begin van het tekstboek vinden kunt. Ervaring kan niet rechtstreeks
worden gedeeld op de manier waarop dat met visie kan. De openbaring dat de Vader en de Zoon één
zijn zal mettertijd tot iedere denkgeest komen.Toch wordt dat
tijdstip door de denkgeest zelf bepaald en niet onderwezen.
Het tijdstip is al vastgesteld. Het lijkt totaal willekeurig. Toch is er geen
stap langs de weg die iemand slechts toevallig zet. Die is al door hem gezet,
hoewel hij nog niet op weg is gegaan. Want het lijkt slechts zo dat de tijd één
richting uitgaat. We ondernemen slechts een reis die al voorbij is. Toch
schijnt ze een toekomst te hebben die ons nog onbekend is.
Tijd is een kunstgreep, een goocheltoer, een immense illusie waarin figuren als
bij toverslag komen en gaan. Toch zit er een plan achter alle
verschijningsvormen dat niet verandert. Het draaiboek is geschreven. Wannéér
ervaring een eind komt maken aan jouw twijfelen staat vast. Want wij zien de
reis slechts vanaf het punt waarop ze eindigde en kijken erop terug, terwijl we
ons inbeelden dat we haar nog eens maken en we mentaal opnieuw zien wat is
voorbijgegaan.
Jezus beveelt herhaaldelijk aan dat je niet tegelijkertijd
tijd en eeuwigheid kunt hebben. Je moet kiezen.
Geen
enkel deel van de Hemel kun jij wegnemen en tot illusies verweven. En geen
enkele illusie kun je mee de Hemel innemen.Een verlosser kan geen rechter zijn en mededogen
geen veroordeling. En visie kan niet verdoemen, maar louter zegenen. Hij wiens
functie verlossing is, zal verlossen. Hoe Hij dit zal doen, gaat jouw begrip te
boven, maar wanneer moet jouw keuze zijn. Want jij hebt de tijd gemaakt en jij
kunt de tijd bevelen. Je bent evenmin een slaaf van de tijd als van de wereld
die jij hebt gemaakt.
Geen enkel deel van de Hemel kun jij wegnemen en tot illusies verweven. En
geen enkele illusie kun je mee de Hemel innemen. Een verlosser kan geen rechter
zijn en mededogen geen veroordeling. En visie kan niet verdoemen, maar louter
zegenen. Hij wiens functie verlossing is, zal verlossen. Hoe Hij dit zal doen,
gaat jouw begrip te boven, maar wanneer moet jouw keuze zijn. Want jij hebt de
tijd gemaakt en jij kunt de tijd bevelen. Je bent evenmin een slaaf van de tijd
als van de wereld die jij hebt gemaakt.
De Amerikaanse indianen plachten te zeggen: ‘Ziet het grote mysterie.’ De
tekst van de cursus zegt:
Sla deze
enorme projectie gade en kijk er niet met angst naar, maar met het besluit dat
ze genezen dient te worden. Niets van wat jij gemaakt hebt heeft enige macht
over jou, tenzij je nog steeds gescheiden van je Schepper wilt zijn, met een
wil tegengesteld aan de Zijne.Want alleen als jij gelooft dat Zijn Zoon Zijn
vijand kan zijn, lijkt het mogelijk dat wat jij gemaakt hebt van jou is. Jij
zou Zijn vreugde tot ellende veroordelen en Hem anders maken. En alle ellende
die jij gemaakt hebt, was die van jouzelf. Ben je niet blij te vernemen dat dit
niet waar is? Is het geen welkom nieuws te horen dat niet één van de illusies
die jij gemaakt hebt de waarheid heeft vervangen?
Elke
dag, iedere minuut van elke dag en elk ogenblik dat iedere minuut bevat,
herbeleef je slechts het ene ogenblik waarop de tijd van verschrikking de
plaats van de liefde innam.En
zo sterf je elke dag om opnieuw te leven, tot je de kloof tussen verleden en
heden oversteekt die helemaal geen kloof is. Zo is elk leven: een
ogenschijnlijk interval van geboorte naar dood en opnieuw naar leven, een
herhaling van een ogenblik dat lang geleden al voorbij was en niet kan worden
herbeleefd. En alle tijd is niets anders dan de waanzinnige overtuiging dat wat
voorbij is nog steeds hier is en nu.
Vergeef
het verleden en laat het gaan, want het is voorbij. Jij bevindt je niet langer in het gebied dat tussen die werelden ligt. Je
bent verdergegaan en hebt de wereld bereikt die bij de Hemelpoort ligt. Er is
geen hindernis voor de Wil van God, noch enige noodzaak voor jou om opnieuw een
reis aan te vangen die lang geleden al beëindigd werd. Kijk met zachtmoedigheid
naar jouw broeder en aanschouw de wereld waarin de waarneming van je haat
getransformeerd werd tot een wereld van liefde.
Deze morgen hebben we het over een passage uit hoofdstuk 2
van de tekst die oorspronkelijk bedoeld was voor Helen, maar die duidelijk voor
elk van ons is bedoeld. (T2.VI.4:6). In die passage zegt Jezus tegen Helen dat
zij veel te tolerant is tegenover het afdwalen van haar denkgeest. Wat hij
hiermee bedoeld is projectie. Wat hij meer bepaald tegen Helen en tegen ons
allemaal zegt is dat we de neiging hebben om ons denken te laten afdwalen via
projectie naar het lichaam en al onze zorgen, al onze problemen, alle oorzaken
voor ons ongemak te zien als iets wat buiten onze denkgeest is. Het hele
standpunt van deze passage is om Helen en ons allemaal erop te wijzen dat het
doel van deze Cursus is ons te leren om de kracht van ons denken te
respecteren, wat betekent de kracht van de keuzemogelijkheid van ons denken
tussen of het ego of de Heilige Geest als onze leraar. Om ervoor te kiezen of
we enerzijds ons leven willen doorbrengen als een gevangene in de leerschool …
, excuseer, als een gevangene in een lichaam of ons te zien als zijnde in een
leerschool waarin we de lessen van vergeving kunnen leren die ons terug leiden
naar huis. Een andere manier om naar dit idee – te tolerant te zijn tegenover
het afdwalen van onze denkgeest – te kijken is door hoog sensitief te worden
voor onze keuze voor het denksysteem van het ego: telkens we een onvriendelijke
gedachte hebben, een oordeel, gedachten van lijden van andere mensen onszelf een
halt toeroepen en te zeggen: ‘dit is niet oké’.
Een groot probleem die we allemaal als studenten van Een
Cursus in Wonderen kennen is dat we een onderscheid maken in de leer ervan en
we ons niet aansluiten bij de leer ervan om onze oordelen van elke dag los te
laten. We zien ons als een student van de Cursus of mensen die een workshop of
klas hier in de stichting volgen. Wij zeggen hen dan dat wanneer ze hier
buitenstappen het is alsof alles waar zij naar geluisterd hebben, alles waarvan
je eenvoudig weet dat het waar is, het ene oor in en het andere weer uitgaat omdat
je blijft toegeven aan je speciale relaties zonder erover na te denken of
verontrust te raken over hetgeen je zopas naar geluisterd hebt. Dit is net zo
wanneer je iets gelezen hebt in de Cursus. Wat dus werkelijk behulpzaam is, is
om tegen jezelf te zeggen: ‘dit is niet langer oké. Ik zal het niet langer
toestaan dat mijn denkgeest afdwaalt.’
In hoofdstuk 2 verwijst Jezus tevens naar de bekende
conversatie tussen Helen en Bill dat er een andere manier moet zijn, daar waar
hij zegt dat wij allemaal vrij tolerant zijn tegenover pijn, dat we allemaal tot
een zekere hoogte een grote verdraagzaamheid voor pijn hebben, maar dan zeggen:
er moet een andere manier zijn. Het is voor mij niet langer oké om een leven
vol lijden en pijn te hebben.’ En daarom denk ik dat als een soort mantra voor
de student van de Cursus het heel behulpzaam is om te zeggen dat het niet oké
is. Telkens wanneer je een onvriendelijke gedachte hebt over iemand, over iets
om zo snel je kan jezelf een halt zou moeten toeroepen en zeggen: ‘dit is voor
mij niet langer oké’. Ik wil andere mensen niet kwetsen. Ik wil mijzelf niet
kwetsen en onvriendelijke gedachten hebben of deze nu van weinig belang zijn of
groter gevolg hebben, het is niet langer oké want dit raakt ons allemaal. Het
onderscheidt ons in/als het Zoonschap, het versterkt de gedachte dat we
afgescheiden zijn, het versterkt de gedachte dat we een lichaam zijn en geen
denkgeest en het maakt het complete denksysteem van het ego werkelijk en
ontkent het denksysteem van Jezus, die er de correctie van is.
Dus net zoals Jezus tegen Helen zei dat ze veel te tolerant
was bij het afdwalen van haar denkgeest zeg ik nu tegen jou om tegen jezelf te
zeggen dat het niet langer oké is om gedachten te hebben die pijn doen,
gedachten die afscheiden, gedachten die de eenheid van het Zoonschap
fragmenteren. Probeer gedurende de dag zoveel als mogelijk, minuut per minuut,
seconde per seconde te zeggen: het is niet oké om deze gedachten te hebben.
Waarom volharden om het voor mezelf niet makkelijk te maken, ongelukkig en
mezelf afgescheiden te houden van de liefde waarvan ik gezworen heb dat ik er
wil naar terug keren.
Wat steeds aan ons is blijven trekken, waar elke student van de Cursus toe
aangetrokken is, is de liefde die er de bron van is, de liefde die elke
bladzijde ervan doordringt, waarvan de liefdesvonken afspringen recht tot in
ons hart. Waarom willen we hier afgescheiden van zijn, toegeven aan het
afdwalen van onze denkgeest, toegeven aan onvriendelijke gedachten, deze
rechtvaardigen, toelichten en doen alsof zij geen verschil uitmaken. Dit is
niet langer oké.
Ik denk daarom wanneer elke student van Een Cursus in
Wonderen telkens en telkens weer kon zeggen ‘mijn ego is niet langer oké en ik
wil/zal het niet langer tolereren’ dan zal dit ons vlugger brengen naar de
liefde waarvan een ander deel in ons naar hunkert om terug te keren en ons weer
eigen te maken.
Wat het tegendeel van leven schijnt, is alleen in slaap. Wanneer de
denkgeest besluit te zijn wat hij niet is en verkiest een vreemde macht aan te
nemen die hij niet heeft, een oneigen toestand waartoe hij niet komen kan of
een kunstmatige gesteldheid die binnen zijn Bron niet bestaat, lijkt hij
slechts een poosje te gaan slapen. Hij droomt van de tijd: een interval waarin wat schijnt te
gebeuren nooit heeft plaatsgevonden, de teweeggebrachte veranderingen geen
substantie hebben en alle gebeurtenissen nergens zijn. Wanneer de denkgeest
ontwaakt, gaat hij slechts voort zoals hij altijd is geweest.
We benadrukten reeds dat de denkgeest buiten tijd en ruimte
is. Als je wakker wordt zal jij je realiseren dat tijd en ruimte in het geheel
en alles wat hier gebeurt slechts een droom zijn. Je denkgeest scheen slechts
een poosje te gaan slapen.
Wat het tegendeel van leven schijnt, is alleen in slaap. Wanneer de
denkgeest besluit te zijn wat hij niet is en verkiest een vreemde macht aan te
nemen die hij niet heeft, een oneigen toestand waartoe hij niet komen kan of
een kunstmatige gesteldheid die binnen zijn Bron niet bestaat, lijkt hij
slechts een poosje te gaan slapen. Hij droomt van de tijd: een
interval waarin wat schijnt te gebeuren nooit heeft plaatsgevonden, de
teweeggebrachte veranderingen geen substantie hebben en alle gebeurtenissen
nergens zijn. Wanneer de denkgeest ontwaakt, gaat hij slechts voort zoals hij
altijd is geweest.
Het idee van rangorden van behoeften, dat voortvloeit uit de oerdwaling dat
iemand van God gescheiden kan zijn, vraagt correctie op zijn eigen niveau
voordat überhaupt de vergissing van het waarnemen van niveaus kan worden
gecorrigeerd. Je kunt je niet doeltreffend gedragen zolang je op verschillende
niveaus functioneert. Maar zolang je dat nog doet, moet de correctie verticaal,
van beneden af, worden ingevoerd. Dit komt doordat jij denkt dat je in zoiets
als ruimte leeft, waar begrippen als ‘boven’ en ‘beneden’ betekenis hebben. Uiteindelijk is
ruimte even betekenisloos als tijd. Beide zijn slechts overtuigingen.
Maak je dan ook de gelukkige gewoonte eigen elke verleiding om jezelf als
zwak en ellendig te zien te pareren met de woorden:
Ik ben zoals God mij geschapen heeft. Zijn Zoon kan niet lijden.
En ik ben Zijn Zoon.
Zo wordt de kracht van Christus uitgenodigd te zegevieren en al jouw
zwakheid vervangen door de kracht die komt van God en nooit kan falen. En zo
worden wonderen even natuurlijk als angst en ondraaglijke pijn dit leken te
zijn, voordat de keuze voor heiligheid werd gemaakt. Want in die keuze vallen
alle valse onderscheidingen weg, worden illusoire alternatieven terzijde gelegd
en blijft er niets over wat de waarheid in de weg kan staan.
God heeft Zijn Leraar gegeven om degene die jij gemaakt hebt te vervangen,
niet om ermee in conflict te zijn. En wat Hij wil vervangen, is vervangen. De tijd heeft in
jouw denkgeest slechts een ondeelbaar ogenblik geduurd, zonder enig effect op
de eeuwigheid. En zo is alle tijd voorbij en is alles precies zoals het was
voordat de weg naar het niets werd gemaakt. Het nietig tikje tijd waarin de
eerste vergissing werd begaan, en alle andere in die ene, behelsde eveneens de
Correctie van die ene en van alle andere die in die eerste kwamen. En in dat
nietig ogenblik was de tijd voorbij, want dit was al wat hij ooit was.
Waarop God een antwoord heeft gegeven, is beantwoord en voorbij.
Je bent een heler wanneer je ware vergeving
beoefent, zoals de cursus je leert:
Het is niet de functie van Gods leraren om
het resultaat van hun geschenken te beoordelen. Het is slechts hun functie ze
te geven. Als ze dat eenmaal hebben
gedaan, hebben ze ook het resultaat gegeven, want dat maakt deel uit van het
geschenk. Niemand kan geven als hij zich om het resultaat van zijn geven
bekommert. Dat legt een beperking op aan het geven zelf en noch gever, noch ontvanger
heeft dan het geschenk. Vertrouwen maakt een wezenlijk onderdeel uit van geven;
het is in feite het deel dat delen met elkaar mogelijk maakt; het deel dat
garandeert dat de gever niet kan verliezen, maar alleen kan winnen. Wie geeft
een geschenk en blijft er dan bij aanwezig om er op toe te zien dat het
gebruikt wordt zoals het de gever goeddunkt? Dat is geen geven, maar gevangen
nemen.
Kan er voor de zieke kinderen van God een andere Trooster bestaan dan Zijn
macht die door jou werkt? Onthoud dat het er niet toe doet waar in het
Zoonschap Hij wordt aanvaard. Hij wordt altijd voor allen aanvaard en wanneer
jouw denkgeest Hem ontvangt ontwaakt de herinnering van Hem door heel het
Zoonschap. Genees je broeders eenvoudigweg door God voor hen te aanvaarden. Jullie denkgeesten
zijn niet van elkaar gescheiden en God heeft maar één kanaal om te genezen,
want Hij heeft maar één Zoon. Gods overblijvende Communicatieschakel met al
Zijn kinderen verbindt hen met elkaar en met Hem. Zich hiervan
bewust zijn betekent hen genezen, want het is het bewustzijn dat niemand
afgescheiden, en dus niemand ziek is.
Vandaag bespreken we het verschil tussen voorkeur en
investering. In het begin van de tekst, in hoofdstuk 2, wordt ons gezegd om
onze fysieke ervaringen in deze wereld niet te ontkennen (T2.IV.3:10-11). In
feite zegt Jezus ons dat het praktisch onmogelijk is dit te doen en dat dit een
ongepaste manier van ontkennen is. De reden hiervoor is – ook al is het lichaam
en alles wat we hier zowel emotioneel als lichamelijk ervaren een illusie – dat
we niettemin geloven dat we een lichaam zijn. We geloven dat we een student
zijn van een boek dat Een Cursus in Wonderen heet dat door Jezus aan Helen
gedicteerd werd.
Alles omtrent de Cursus maakt deel uit van de illusie. Het
wordt waargenomen en het is dualistisch. We worden helemaal niet gevraagd om dit
te ontkennen, ook niet onze ervaringen. Wat ons wel gevraagd wordt te doen is
om deze ervaringen te laten voortvloeien uit ons juist gerichte denken in
plaats van uit het onjuist gerichte denken. We hebben het dus niet over het
loslaten van ons lichaam. Dat zal gebeuren op het einde van het proces wanneer
we herkennen dat de hele wereld een droom is, inclusief onze individuele
ervaringen. Op het praktische niveau is het dus behulpzaam om het te hebben
over of een investering in iets of in een voorkeur voor iets.
Laat mij hierover een persoonlijk voorbeeld geven die dit
heel duidelijk omschrijft. Wanneer mijn broer en ik nog kind waren namen onze
ouders ons mee op reis naar Canada. We kwamen na elven in Montreal aan. Het was
zondagavond en in het motel, toen we bijna klaar waren om te gaan slapen, realiseerde
mijn moeder zich dat zij geen fruit bij zich had. Voor mijn moeder maakte dit
deel uit van haar gewoontes voor het slapengaan. Zij kon niet gaan slapen
zonder eerst een stukje fruit te eten, een appel, sinaasappel, peer of iets
anders. En zij raakte overstuur omdat ze geen stuk fruit had. Dus mijn vader en
ik gingen hier naar op zoek. Het was dus reeds over elven ’s avonds en dit was ook
nog in een tijd waarin er geen nachtwinkels waren. Er was niets open en ik
herinner mij nog hoe we door de straten van Montreal reden. Het was duidelijk
dat we ook geen enkel idee hadden waar we heen moesten rijden om een stuk fruit
te vinden voor mijn moeder. Tevergeefs kwamen we met lege handen terug en mijn
moeder moest wel gaan slapen zonder haar stukje fruit.
Wel dat is een investering, wanneer je zegt dat je iets niet
overleeft; dat je er niet kan van slapen; dat je niet gelukkig kunt zijn; dat
je geen vrede kunt hebben tenzij er iets gebeurd. Het is een andere manier om
te spreken over speciale relaties en speciale investeringen.
Anderzijds is het hebben van een voorkeur iets totaal
anders. Ik geef er dus bijvoorbeeld de voorkeur aan om een stukje fruit te
hebben voor ik ga slapen, maar het is ook het einde van de wereld niet als ik
geen stukje fruit heb.
In een restaurant geef ik voor het dessert de voorkeur aan vanille-ijs in
plaats van aardbeienijs. Maar als het vanille-ijs op is en ik hier aan blijf
vasthouden dan kan ik het restaurant uitlopen, het eerste beste andere ijssalon
opzoeken om toch vanille-ijs te kunnen eten. Bij een voorkeur zeg ik gewoon dat
ik de voorkeur geef aan vanille-ijs, maar aangezien dit er niet meer is vraag
ik wat er in de plaats hiervoor is. Dat is veel redelijker en een meer
vriendelijke, zachtaardige benadering om in deze wereld te leven. En ja ik geef
er de voorkeur aan om met mensen om te gaan die zeggen dat ik een goed iemand
ben in plaats van bij iemand te zijn die niet denkt dat ik een goed iemand ben.
Wel wanneer ik hieraan vast blijf houden dan zal ik alle mensen die mij niet
graag mogen vermijden. Ik neem aanstoot aan iedereen die iets negatiefs over
mij zegt en het zal voor mij heel moeilijk zijn om onder de mensen te leven
omdat de meeste mensen wel denken dat ik niet het centrum vorm van het universum
zoals ik denk dat ik dat ben en zij zullen mij dus ook niet op die manier
benaderen.
Nogmaals, het is goed om voorkeuren te hebben - want in feite kan je niet een
lichaam zijn zonder voorkeuren te hebben. We hebben allemaal onze voorkeuren
voor de kleur van ons shirt of blouse, van onze trui, broek of rol die we
willen dragen, maar dat wil nog niet zeggen dat de kleur waar ik de voorkeur
aan geef de enige kleur in de wereld is voor mij of dat dit voor mij de beste
kleur is. Het betekent enkel dat dit iets is waar ik mij goed bij voel.
Wat ons dus te doen staat is ons bewust te worden van onze
investeringen in het willen hebben van andere dingen (dit is een andere term
voor speciaalheid), voor dingen die anders zijn en dan over iedereen heen te lopen,
te profiteren van andere mensen, te gebruiken of te misbruiken, slachtoffer te
maken, omdat onze behoeften zouden ingevuld worden. En wanneer we ons hier
bewust van worden, al is dit in de kleinste vorm, zelfs de schijnbaar minst
schadelijke vorm, is dit het ogenblik waarbij we Jezus om hulp moeten vragen
zodat wij onze identificatie van deze investering kunnen verschuiven naar een
voorkeur. En wanneer het op de ene manier niet werkt dan zal het op een andere
manier wel lukken ongeacht de uiterlijke schijn van mijn behoefte, dat ik toch
in vrede kan zijn.
Dus ongeacht mijn voorkeur voor vanille-, chocolade of
aardbeienijs, ongeacht welke kleur ik draag, ik kan nog steeds vredig zijn.
Ongeacht of mensen mij tegenwerken, niet op de manier waarop ik het graag wil,
kan ik nog steeds liefdevol zijn. Ik kan nog steeds vriendelijk zijn.
De sleutel voor dit alles is dus te kiezen voor de
zachtaardigheid van een voorkeur boven de halsstarrigheid of soms zelf de
gruwel en afschuwelijkheid bij het blijven vasthouden aan onze investering. Het
is niet alleen de keuze tussen vriendelijkheid en zachtaardigheid of tussen
stugheid en aanval, tussen het ego en Jezus, het gaat werkelijk om de keuzen
tussen de Hemel of de hel.
Ik heb eerder al gezegd dat ziekte een vorm is van magie. Misschien zou het
beter zijn te zeggen dat het een vorm is van een magische oplossing. Het ego gelooft
dat het de straf van God zal verlichten door zichzelf te straffen. Maar zelfs
hieruit blijkt zijn arrogantie. Het schrijft God de intentie toe te willen
straffen en doet vervolgens alsof deze intentie zijn eigen natuurlijk recht is.Het probeert zich al Gods functies – zoals het die
ziet – toe te eigenen, omdat het inziet dat alleen op totale loyaliteit kan
worden vertrouwd.
De schuldeloze denkgeest kan niet lijden. Omdat hij gezond is, geneest de denkgeest het lichaam
omdat hij genezen is. De gezonde
denkgeest kan zich geen voorstelling maken van ziekte, omdat hij zich niet
voorstellen kan dat hij iets of iemand zou aanvallen.
‘Alleen van de verlossing kan gezegd worden dat ze geneest’ is een belangrijke les in het werkboek. In dezelfde les zegt de Cursus ook:
De Verzoening geneest met zekerheid en geneest elke ziekte. Want de
denkgeest die begrijpt dat ziekte niets anders dan een droom kan zijn, wordt
niet misleid door de vormen die de droom kan aannemen. Ziekte kan niet komen
waar schuld afwezig is, want ze is slechts een andere vorm van schuld. De Verzoening
maakt de zieke niet beter, want dat is geen genezing. Ze neemt de schuld weg
die de ziekte mogelijk maakt. En dat is inderdaad genezing.Want nu is de ziekte weg zonder dat er iets
overblijft waarnaar ze terug kan keren.
Neem de mensen hun diverse geneesmethoden niet kwalijk en denigreer niemand
vanwege het feit dat ze hen gebruiken. In vele gevallen zijn zij nog steeds een
noodzakelijk deel van de genezing om te zorgen dat de denkgeest het aankan.
Gebruik gewoon de juist gerichte genezing terzelfdertijd, want oefening baart
kunst. Onthoud dan ook terwijl je oefent dat de magie van de wereld niet
kwaadaardig is. Dat zou het een werkelijkheidsgehalte geven. Zoals de cursus je
zegt:
Wanneer
alle magie als louter niets wordt onderkend, heeft de leraar van God de verst
gevorderde staat bereikt.
Onthoud dat woorden niet belangrijk zijn, het gaat om de
houding. Ik (Arten) maakte er een gewoonte van als ik naar een patiënt keek te
denken: ‘Jij bent Christus, puur en onschuldig, wij zijn nu vergeven.’ Jij zult
datgene denken wat voor jou goed aanvoelt nadat je de Heilige Geest om leiding
gevraagd hebt. Met het idee in gedachten dat enige vorm van ziekte niets anders
is dan een generale repetitie voor de dood zegt de Cursus het volgende over
Gods helers:
Heel
vriendelijk roepen ze hun broeders op zich af te keren van de dood: ‘Aanschouw
jij, Zoon van God, wat het leven jou bieden kan. Zou jij, in plaats hiervan,
ziekte willen kiezen?’
De Cursus zegt van patiënten die genezers bezoeken die hun
juist gerichte denkgeest gebruiken:
Gods
leraren komen tot hen als vertegenwoordigers van een andere keuze die zij
vergeten waren. De eenvoudige aanwezigheid van een leraar van God is een
herinnering. Zijn gedachten vragen het recht om te betwijfelen wat de zieke als waar
heeft aangenomen. Als Gods boodschappers zijn Zijn leraren het symbool van
verlossing. Ze vragen de ziekte om vergeving voor de Zoon van God in diens
eigen Naam. Ze vertegenwoordigen het Alternatief. Met Gods Woord in hun
gedachten komen zij al zegenend, niet om de zieken te genezen, maar om hen de
remedie in herinnering te brengen die God hun al gegeven heeft. Het zijn niet
hun handen die genezen. Het is niet hun stem die het Woord van God spreekt. Zij
geven louter wat hun gegeven is.