Deze morgen hebben we het over een passage uit hoofdstuk 2
van de tekst die oorspronkelijk bedoeld was voor Helen, maar die duidelijk voor
elk van ons is bedoeld. (T2.VI.4:6). In die passage zegt Jezus tegen Helen dat
zij veel te tolerant is tegenover het afdwalen van haar denkgeest. Wat hij
hiermee bedoeld is projectie. Wat hij meer bepaald tegen Helen en tegen ons
allemaal zegt is dat we de neiging hebben om ons denken te laten afdwalen via
projectie naar het lichaam en al onze zorgen, al onze problemen, alle oorzaken
voor ons ongemak te zien als iets wat buiten onze denkgeest is. Het hele
standpunt van deze passage is om Helen en ons allemaal erop te wijzen dat het
doel van deze Cursus is ons te leren om de kracht van ons denken te
respecteren, wat betekent de kracht van de keuzemogelijkheid van ons denken
tussen of het ego of de Heilige Geest als onze leraar. Om ervoor te kiezen of
we enerzijds ons leven willen doorbrengen als een gevangene in de leerschool …
, excuseer, als een gevangene in een lichaam of ons te zien als zijnde in een
leerschool waarin we de lessen van vergeving kunnen leren die ons terug leiden
naar huis. Een andere manier om naar dit idee – te tolerant te zijn tegenover
het afdwalen van onze denkgeest – te kijken is door hoog sensitief te worden
voor onze keuze voor het denksysteem van het ego: telkens we een onvriendelijke
gedachte hebben, een oordeel, gedachten van lijden van andere mensen onszelf een
halt toeroepen en te zeggen: ‘dit is niet oké’.
Een groot probleem die we allemaal als studenten van Een
Cursus in Wonderen kennen is dat we een onderscheid maken in de leer ervan en
we ons niet aansluiten bij de leer ervan om onze oordelen van elke dag los te
laten. We zien ons als een student van de Cursus of mensen die een workshop of
klas hier in de stichting volgen. Wij zeggen hen dan dat wanneer ze hier
buitenstappen het is alsof alles waar zij naar geluisterd hebben, alles waarvan
je eenvoudig weet dat het waar is, het ene oor in en het andere weer uitgaat omdat
je blijft toegeven aan je speciale relaties zonder erover na te denken of
verontrust te raken over hetgeen je zopas naar geluisterd hebt. Dit is net zo
wanneer je iets gelezen hebt in de Cursus. Wat dus werkelijk behulpzaam is, is
om tegen jezelf te zeggen: ‘dit is niet langer oké. Ik zal het niet langer
toestaan dat mijn denkgeest afdwaalt.’
In hoofdstuk 2 verwijst Jezus tevens naar de bekende
conversatie tussen Helen en Bill dat er een andere manier moet zijn, daar waar
hij zegt dat wij allemaal vrij tolerant zijn tegenover pijn, dat we allemaal tot
een zekere hoogte een grote verdraagzaamheid voor pijn hebben, maar dan zeggen:
er moet een andere manier zijn. Het is voor mij niet langer oké om een leven
vol lijden en pijn te hebben.’ En daarom denk ik dat als een soort mantra voor
de student van de Cursus het heel behulpzaam is om te zeggen dat het niet oké
is. Telkens wanneer je een onvriendelijke gedachte hebt over iemand, over iets
om zo snel je kan jezelf een halt zou moeten toeroepen en zeggen: ‘dit is voor
mij niet langer oké’. Ik wil andere mensen niet kwetsen. Ik wil mijzelf niet
kwetsen en onvriendelijke gedachten hebben of deze nu van weinig belang zijn of
groter gevolg hebben, het is niet langer oké want dit raakt ons allemaal. Het
onderscheidt ons in/als het Zoonschap, het versterkt de gedachte dat we
afgescheiden zijn, het versterkt de gedachte dat we een lichaam zijn en geen
denkgeest en het maakt het complete denksysteem van het ego werkelijk en
ontkent het denksysteem van Jezus, die er de correctie van is.
Dus net zoals Jezus tegen Helen zei dat ze veel te tolerant
was bij het afdwalen van haar denkgeest zeg ik nu tegen jou om tegen jezelf te
zeggen dat het niet langer oké is om gedachten te hebben die pijn doen,
gedachten die afscheiden, gedachten die de eenheid van het Zoonschap
fragmenteren. Probeer gedurende de dag zoveel als mogelijk, minuut per minuut,
seconde per seconde te zeggen: het is niet oké om deze gedachten te hebben.
Waarom volharden om het voor mezelf niet makkelijk te maken, ongelukkig en
mezelf afgescheiden te houden van de liefde waarvan ik gezworen heb dat ik er
wil naar terug keren.
Wat steeds aan ons is blijven trekken, waar elke student van de Cursus toe aangetrokken is, is de liefde die er de bron van is, de liefde die elke bladzijde ervan doordringt, waarvan de liefdesvonken afspringen recht tot in ons hart. Waarom willen we hier afgescheiden van zijn, toegeven aan het afdwalen van onze denkgeest, toegeven aan onvriendelijke gedachten, deze rechtvaardigen, toelichten en doen alsof zij geen verschil uitmaken. Dit is niet langer oké.
Wat steeds aan ons is blijven trekken, waar elke student van de Cursus toe aangetrokken is, is de liefde die er de bron van is, de liefde die elke bladzijde ervan doordringt, waarvan de liefdesvonken afspringen recht tot in ons hart. Waarom willen we hier afgescheiden van zijn, toegeven aan het afdwalen van onze denkgeest, toegeven aan onvriendelijke gedachten, deze rechtvaardigen, toelichten en doen alsof zij geen verschil uitmaken. Dit is niet langer oké.
Ik denk daarom wanneer elke student van Een Cursus in
Wonderen telkens en telkens weer kon zeggen ‘mijn ego is niet langer oké en ik
wil/zal het niet langer tolereren’ dan zal dit ons vlugger brengen naar de
liefde waarvan een ander deel in ons naar hunkert om terug te keren en ons weer
eigen te maken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten