Voor hen (maar natuurlijk ook voor anderen) die op 1 januari begonnen zijn met het werkboek en elke dag met een nieuwe les zijn begonnen is dit een mooie aanvulling voor de les voor morgen, les 49.
Het onderwerp voor vandaag is les 49 uit het werkboek ‘God Stem
spreekt tot mij de hele dag.’ Dit is een van de lessen die makkelijk verkeerd begrepen
wordt en, spijtig genoeg, ook vaak verkeerd begrepen wordt.
Het is duidelijk dat de les zegt dat de Stem van God (de
Heilige Geest) wel degelijk de hele dag tot mij spreekt, maar de les zegt niet
dat we die Stem ook de hele dag door horen en hierin schuilt het gevaar.
Het probleem is niet ons juist gerichte denken waar de Stem
van God is, het probleem is de storende lading die gemaakt werd door het ego,
het onjuist gerichte denken. Het doel van de hele Cursus komt er dus niet op
neer om ons te helpen om de Heilige Geest te horen spreken, de focus van deze
cursus is veeleer om die lading te verwijderen die het horen van de Stem van
God verstoord.
In workshops en in klassen haalde ik in het verleden vaak
aan dat de juiste vraag die men de Heilige Geest stelt niet is: ‘Wat moet ik
doen?’ of ‘Waar moet ik heengaan?’, enz.
De juiste vraag die gesteld moet worden is: ‘Waarom doe ik niet datgene wat Jij mij zegt dat ik moet doen zodat ik jouw Stem de hele dag door tot mij zou horen spreken?’ En het is natuurlijk zo dat Hij tegen ons zegt dat vergeven het onjuist gerichte denken opruimt. Dat we onze oordelen opgeven, dat we ons denken gedurende de dag in de gaten houden op alle onvriendelijke gedachten, alle manieren waarop we deze aanvalsgedachten willen rechtvaardigen en onze boze gevoelens erover. En zolang we hier naar kijken en hier niets aan doen, wat dus betekent er naar kijken zonder ons schuldig te voelen, er naar kijken met het doel de duisternis van deze gedachten te brengen naar het licht van de vergeving van de Heilige Geest, dan zullen deze gedachten stand blijven houden en als zij stand blijven houden dan blijven zij deze storing dienen.
De juiste vraag die gesteld moet worden is: ‘Waarom doe ik niet datgene wat Jij mij zegt dat ik moet doen zodat ik jouw Stem de hele dag door tot mij zou horen spreken?’ En het is natuurlijk zo dat Hij tegen ons zegt dat vergeven het onjuist gerichte denken opruimt. Dat we onze oordelen opgeven, dat we ons denken gedurende de dag in de gaten houden op alle onvriendelijke gedachten, alle manieren waarop we deze aanvalsgedachten willen rechtvaardigen en onze boze gevoelens erover. En zolang we hier naar kijken en hier niets aan doen, wat dus betekent er naar kijken zonder ons schuldig te voelen, er naar kijken met het doel de duisternis van deze gedachten te brengen naar het licht van de vergeving van de Heilige Geest, dan zullen deze gedachten stand blijven houden en als zij stand blijven houden dan blijven zij deze storing dienen.
In hoofdstuk 24 (T24.II.4:1-5:1) is er een passage waar
Jezus het heeft over hoe de stem van de speciaalheid de Stem van de Heilige
Geest overstemt. Wel hier gaat het om. Daarom zijn wij zo aangetrokken tot onze
speciale relaties, onze speciale verslavingen, onze speciale liefdes en
speciale haat. We voelen ons aangetrokken om afhankelijk te zijn van anderen
zodat wij ons goed zouden voelen. Of we zijn afhankelijk van anderen zodat wij
ons goed voelen op basis van hun aanval tegen ons. Want wanneer zij degenen
zijn die ons aanvallen, dan zijn ook zij degenen die hiervoor door God gestraft
zullen worden waardoor wij van deze straf ontheven worden. Dit verklaart waarom
dit zo is. Wanneer ik het toelaat om de Stem van vergeving van de Heilige Geest
te horen, de Stem van de Verzoening (de Verzoening in de term die de Cursus
gebruikt voor het ware principe van verlossing die zegt dat de afscheiding van
God nooit is gebeurd, de afscheiding van Wie ik werkelijk bent nooit is gebeurd,
de afscheiding die ik tussen mijzelf en alle andere mensen in mijn leven
waarneem heeft nooit plaatsgevonden, maar is slechts deel van een ijdele droom
die geen enkel gevolg heeft), wanneer dit waar is, dan is er geen afscheiding,
is er geen zonde, is er geen gevoel van schuld over datgene wat ik geloof dat
ik gedaan heb, dan is er geen angst voor bestraffing die mij en iedereen als de
ene Zoon er toe gebracht heeft om de denkgeest te ontvluchten en de wereld te
maken, onszelf op te splitsen in miljarden en miljarden deeltjes (elk klein
deeltje wordt door lichaam gehuisvest). En het toppunt hiervan is dat er geen
‘ik’ is. Er is geen mens, fysiek of psychisch, met een verleden, een heden en
een te verwachten toekomst want dit alles maakt deel uit van de droom en
bestaat dus niet. Maar aangezien ik wel hou van wie ik ben en zelfs als ik niet
hou van wie ik ben dan hou ik wel van het feit dat ik besta. Maar door
ditzelfde toedoen - en een van de redenen waarom de bijbel zo verschrikkelijk
populair is geworden - is dat de god van de bijbel ons kent. Mogelijk houdt hij
niet van ons en wil ons zelfs op een van zijn slechte dagen straffen, maar
uiteindelijk ziet hij ons wel staan. En het is die waarneming van ons die zo
belangrijk is. Wanneer Jezus ons zegt dat we God om speciale gunsten vragen en
Hij hier niet aan tegemoetkomt omdat deze tegemoetkoming Hem vreemd is, het
verzoek is vreemd voor Hem, is dit zeggen dat wij willen dat God aandacht heeft
voor onze individualiteit, voor ons afgescheiden zelf en omdat God dit niet
gedaan heeft, omdat Hij dit niet kon, hebben we Hem ontslag gegeven en hebben
we een niet liefhebbende god gemaakt, met name de god van de bijbel, de god die
ons opmerkt. De god die ons als een individu heeft geschapen, de god die ons
door en door kent. En het is die god waar we van houden, zelfs op zijn
slechtste dagen wanneer hij niet-vergevend en oordelend is.
Het probleem is dus dat we de stem en het denksysteem van
het ego koesteren en dat we dit denksysteem nodig hebben als een verdediging
omdat de Stem van God inderdaad de hele dag tot ons spreekt. Het probleem is
dat we Hem niet horen omdat we Hem niet willen horen. En dus is een van de
belangrijkste klemtonen van een Cursus in Wonderen – en misschien wel het
belangrijkste van alle dingen die Jezus wil dat we begrijpen omdat we op die
manier het ego ongedaan maken door onze investering in het horen van de stem
van het ego boven Zijn Stem, in te trekken. Dat is in de eerste plaats onze
motivatie om hier in deze wereld geboren te worden, nogmaals, als een
individueel, psychische en fysieke entiteit, maar het is tevens de motivatie
die voorbij elke onvriendelijke gedachte ligt, elke speciale gedachte van zowel
speciale liefde als speciale haat, gedachten en ervaringen van mensen die ons
genoegen doen of van mensen en situaties die ons pijn bezorgen. Dit alles is
het heropvoeren van het oorspronkelijke ogenblik waarin we in zekere zin tegen
God gezegd hebben dat Hij kon ophoepelen, dat Zijn Liefde niet voldoende was.
En telkens wanneer we een onvriendelijke, oordelende gedachte hebben over
iemand of iets dan zeggen we tegen Jezus en de Heilige Geest: hoepel op. Ik ben
niet geïnteresseerd in Jouw boodschap over vergeving. Ik ben niet
geïnteresseerd om Jouw Stem te horen. In plaats hiervan wil ik deze stem, ik
wil de stem die mijn speciaalheid behoud, die mijn uniek zijn behoud waardoor
ik als een individu blijf. En het is in het herkennen van deze motivatie om de
stem van het ego te horen die ons uiteindelijk in staat stelt om deze stem los
te laten omdat we herkennen hoe pijnlijk deze keuze is en waarom zou ik voor
pijn kiezen wanneer ik in plaats hiervan de vreugde van God kan kennen?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten