Les 60 ~ Herhaling van de lessen 46-50. Met commentaar door Jezus.

 

Gezegend ben jij. Ik ben degene die je kent als Jezus.

Terwijl je dit pad bewandelt is het niet onwaarschijnlijk dat je struikelblokken tegenkomt. Het zijn jouw thema’s waarmee je gedurende deze incarnatie aan de slag moet gaan.

Vele onder jullie krijgen nu te maken met zaken die in vorige incarnaties genegeerd werden of die onvoldoende verwerkt zijn.
Waarom het voor velen een lastige tijd is in deze bijzondere tijd en in dit specifieke leven komt doordat vóór de incarnatie besloten werd om nu zoveel mogelijk dingen op te helderen.
Wanneer je dus struikelt over een hindernis moet je er niet verdrietig om zijn of boos, maar kom overeind, veeg als het ware het vuil van je kleding en kijk naar de blokkade waarover je viel.

Je moet niet gaan denken dat je een slechte student bent van Een Cursus in Wonderen omdat je een specifieke situatie met je vader, je moeder, je lichaam, je eten, je verslaving, je wrok, je ..., nog steeds best lastig vindt..

Wat het ook is dat tot nu toe nog niet gelukt is: vergeef jezelf en zeg: ‘Aha, daarom ben ik hier. Ik weet niet hoe ik de situatie moet aanpakken. Ik weet niet hoe ik dit moet doen. Zou ik een kind dat een woord niet goed kan spellen hiervoor bestraffen? Een kind dat net leert lopen straf ik toch ook niet omdat het telkens weer valt. Dat zou ik niet doen, ik hoef dat naar mezelf ook niet te doen wanneer ik het liefdeloze in mezelf ontdek. Wanneer het niet liefdevol is en het is in mijn denkgeest dan is het niet van God. Door dit in te zien zal het er ook niet blijven. Door erover te struikelen kan ik inzien dat het niet liefdevol is, dat het lijden of verdriet veroorzaakt en dat wil zeggen dat dit niet van mijn echte ik is, mijn echte ik die thuis is in God en dat wil zeggen afgestemd op liefde. Wat ik dus tegenkom is niet echt van mij. In die zin kan ik het niet bezitten. Ik heb het echter toegelaten tot mijn bewustzijn en heb het daardoor in mijn leven gemanifesteerd. Maar het is niet van mijn ware Zelf. Ik ga er mezelf dus niet voor op mijn kop geven. Ik ga mezelf er niet voor haten omdat ik iets gedaan heb of omdat ik niet zo goed met de situatie ben omgegaan. Ik ga er wel met vergevingsgezinde ogen naar kijken en zeggen: ‘Aha, hier moet ik naar kijken, dit is niet liefdevol en breidt dus ook geen liefde uit, het draagt niet, op een positieve manier, bij aan de wereld en in die zin is het niet echt en hoort hier niet thuis. Het hoort niet thuis in mijn heilige geest.’

Dit zal je helpen om jezelf niet langer te beschuldigen van de vergissingen die je maakt. Het positieve aan foute of onjuiste dingen is dat ze je laten zien waar je de mist in gaat of waar je iets niet goed behandeld. En dat wil zeggen dat je ernaar moet kijken, dat je het naar het licht moet brengen, dat je het aanbiedt om geheeld te worden. Bovendien kijk je waar of wanneer je dit geloof in stand houdt. Dat is jouw pakkie-an. Je wordt je bewust van een liefdeloos concept in jouw denken en je vraagt om hulp om dit concept uit jouw denken te verwijderen. Je kijkt ook naar je handelen, je woorden en je gedachten die die overtuiging levendig houden waarna je met je vrije wil ervoor kan kiezen anders te handelen, kiezen voor andere woorden en andere gedachten. Je oorspronkelijke geloof verliest aan kracht en wordt uit je bewustzijn verwijderd omdat je het niet meer versterkt.

Ik ben degene die je kent als Jezus. We zien elkaar morgen terug.