Les 117 ~ Herhaling van de lessen 103-104. Met commentaar door Jezus.

 

Gezegend ben jij. Ik ben degene die je kent als Jezus.

Dit is een belangrijk geheugensteuntje: dat je gelukkig mag zijn!

Gelukkig zijn is afgestemd zijn op liefde. Je geniet er bijvoorbeeld van om koekjes te bakken voor je gezin. Dit is iets wat je echt graag doe en wat jou echt gelukkig maakt. Het is goed voor jou om dat op dat moment te doen. Of je wil ’s middags even op bed gaan liggen om een dutje te doen. Als jou dat vreugde geeft, een goed gevoel dat je zo mag genieten van de overgave aan je bed. Dan is dat zo oké! Gelukkig zijn en een dutje doen.

Het zijn de dingen waarvan je geleerd hebt dat ze waardeloos zijn en niet belangrijk. Er kunnen er zelfs bijzitten die als zondig bestempeld worden.

Geluk is dat gevoel van ‘ik doe nu precies wat ik nu wil doen. Dit is perfect. Ik hoef nergens anders te zijn. Ik benijd niemand. Ik hoef nu niets anders. Ik jaag nu niets anders na. Ik ben volmaakt gelukkig mezelf te zijn. Hier en nu.’

Dit is een prachtig iets. Het betekent dat je goed bezig bent.

Wanneer je gefrustreerd bent of boos, wanneer je niet zo lekker in je vel zit ben je niet gelukkig. Dat wil zeggen dat je niet op dezelfde lijn zit met Gods Wil voor jou. God wil dat je gelukkig bent! Dat is wat oké is!

Het is echter een aanzienlijk cultureel geloof om te lijden, om op te offeren, om hard te werken, om je slechts met jouw werk bezig te houden.

Het is bedoeld om jou ongelukkig te houden.

Ongelukkige mensen zijn niet afgestemd op hun ware krachtbron. Ze worden moe. Zijn gedesillusioneerd. Gedesillusioneerd zijn betekent geloven in illusies.

Zorg er dus voor dat je tevreden bent. Zorg ervoor dat je afgestemd bent op, verbonden met. Wees dankbaar dat je je jezelf toestaat iets te doen. Dan heb je tenminste voor even het gevoel.

Ik ben degene die je kent als Jezus. Ik ben blij je morgen terug te zien.