maandag 10 januari 2022

Thema's rond Een Cursus in Wonderen - 01 - Weerstand

Dit jaar – 2022 – wil ik af en toe opnieuw video-opnames plaatsen van Kenneth Wapnick. Ik heb deze al eerder gepost, maar breng ze op deze manier nog even in herinnering. 

Een aantal van de opnames kregen een Nederlandstalige vertaling via Miracles in Contact. Van de opnames die ik hier plaats kan je de vertaling onder het filmpje lezen. 

 



Het thema van vandaag is ‘weerstand’ en dit is één van de meest belangrijke thema’s rond Een Cursus in Wonderen die begrepen moet worden, niet zozeer omdat, in een groot deel ervan, er over gesproken wordt en het voortdurend ter sprake komt, maar vooral omdat het ons werkelijk helpt begrijpen waarom we allemaal zoveel problemen kennen bij het bestuderen en in praktijk brengen van de principes van de Cursus. Iedereen die met Een Cursus in Wonderen werkt heeft zich in zekere mate verbonden met de leer ervan en de weerstand maakt het oefenen en het opgeven van oordelen moeilijker.

Het was Freud die het honderd jaar geleden voor het eerst had over het fenomeen van de weerstand wanneer hij bij zijn patiënten herkende dat zij maar niet beter werden. Hij begreep maar niet hoe dat kwam tot hij een dag een droom kreeg (in feite, denk ik, was het op een avond dat hij een droom had) waarin het hem zeer duidelijk werd dat de reden waarom één bepaald iemand niet beter werd was omdat die patiënt niet beter wilde worden. Hij realiseerde zich dat het analyseren van de weerstand een aanzienlijk deel moest uitmaken van zijn behandeling.

Ik denk dat dit een zeer behulpzaam voorbeeld is voor ons wanneer we het hebben over ons werk met Een Cursus in Wonderen. Terwijl er een deel is van ons die meer dan alles wakker wil worden uit de droom en terug wil keren naar huis, is er ook een deel van ons, dat we het ego noemen, dat veel liever onze individualiteit, onze afgescheidenheid en speciaal zijn wil behouden. Het is dat deel dat weerstand biedt terwijl het ander deel van onze denkgeest weet wat werkelijk is.

Er is een heel belangrijke les in het werkboek (Wd1. 185): ‘Ik wil de vrede van God’ die begint met de zin: ‘Deze woorden zeggen is niets, maar deze woorden menen betekent alles.’

We zouden er ons allemaal bewust moeten van zijn hoezeer we de vrede van God willen - of we nu in God geloven of niet - maar we moeten ook erkennen dat ja zeggen tegen God en ja zeggen tegen ‘ik wil Zijn vrede kennen en ik wil Zijn liefde ervaren meer dan wat ook in de wereld’ dit ook betekent dat ik naar mijn weerstand moet kijken. Ik moet kijken naar mijn angst om een denksysteem op te geven die de basis vormt van mijn leven. 

En dus is één van de sleutelbegrippen die we in ons werk met de Cursus moeten begrijpen - en tussen haakjes het is het in praktijk brengen van het jaarprogramma van het werkboek dat de meeste studenten terug naar huis brengt - het enige wat we werkelijk moeten erkennen is dat terwijl we aan de ene kant het juist gerichte denken hebben dat ons de principes van vergeving wil leren en in praktijk brengen, er aan de andere kant tegelijkertijd het onjuiste gerichte denken is dat niet terug wil keren naar huis, dat het oordelen niet wil opgeven. Dat de belangen van mijn broeders niet als dezelfde als die van mij ziet.

Eén van de aspecten van ons werk met de Cursus die ons, zoals ik daarnet gezegd heb, terugbrengt naar huis is het werkboek en ik denk dat bijna iedereen, die met de Cursus werkt, de ervaring heeft van hoe goed bedoeld men ook is in het doen van het werkboek, men zodra men de woning heeft verlaten om naar het werk te gaan vergeten is wat de les was. Soms vergeet men zelfs dat er een werkboek is. 

Eén van de hulpmiddelen dus bij het in praktijk brengen van de Cursus is ons er bewust van te zijn dat de manier waarop we het werkboek leren, de manier waarop we het werkboek doen, is om onszelf te vergeven dat we het niet goed doen en dat we gedurende het trainingsprogramma van 365 dagen, dat wanneer we vergeten de les te doen, wanneer we vergeten om elk uur aan God te denken of vijf of zes keer gedurende elk uur, zoals sommige lessen suggereren, wij ernaar kijken als een teken of als  symbool dat we in dat oorspronkelijke moment wanneer we zijn gaan geloven dat we ons van Hem hebben afgescheiden, God vergeten zijn.

En wanneer we onszelf vergeven omdat we de werkboekles niet perfect gedaan hebben, wanneer we onszelf vergeven omdat we gedurende de dag nog steeds vasthouden aan oordelen en grieven, we in feite onszelf vergeven voor het maken van die oorspronkelijke vergissing, niet alleen omdat we geloven dat we ons van God hebben kunnen afscheiden, maar in plaats van het serieus te nemen en het zonde te noemen ons schuldig voelen en daarom de behoefte hebben om dit te projecteren en iemand anders ervan te beschuldigen voor wat we onbewust geloven dat onze fout is.

Om dit dus samen te vatten, wanneer we dag in en dag uit met de Cursus bezig zijn, jaar in en jaar uit, wat ons pad zal versnellen is niet zozeer ja te zeggen tegen Jezus dat we zijn Cursus willen leren en zijn principes in praktijk willen brengen, maar dat we samen met hem naar ons ego kijken en zeggen: ‘Dit is niet langer het denksysteem dat ik wil. Het maakt mij veel te bang’ en om in staat te zijn om mezelf op zachtaardige manier te vergeven voor deze angst. Het zal ons pad versnellen en ons in staat stellen de Cursus af te maken, wakker te worden uit de droom en terug te keren naar huis.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten