Dit is deel 2 van ‘de formule van het ego’. Laat mij kort
herhalen wat we in de laatste opname hierover gezegd hebben. Deze formule bestaat
uit onze angst voor de Liefde van God omdat in die Aanwezigheid ons
individueel, speciale zelf niet kan bestaan. Wanneer we bang geworden zijn voor
deze liefde, ons teruggetrokken hebben, van ons afgeduwd hebben, heeft het ego
ons beschuldigd van zonde. Deze zonde heeft geleid tot de ervaring van schuld
of de verschrikking over wat wij gedaan hebben. We vertelden God dat Zijn
Liefde niet voldoende was. We kruisigden Zijn Zoon Christus door een onjuist,
een vals zelf te maken, een valse zoon die Zijn plaats innam en we werden bang
voor de straf die onvermijdelijk is gelet op het geloof van wat wij God hebben
aangedaan en wat Hij ons daarom wil aandoen. Het ego raadt ons dus aan dat de
enige manier om vrij te zijn van deze schuld is door deze naar buiten te
projecteren en deze zonde en schuld te zien in de wereld rondom ons: in mensen,
plaatsen, dingen, gebeurtenissen, omstandigheden, erfelijkheid, vorige levens,
volgende levens, noem maar op, maar dat onze ervaring van ons ongemak, onze
ervaring van complete disharmonie in onszelf, onze lijdenservaring, depressie,
wanhoop, dat dit alles een uitwendige oorzaak heeft. Dat van zodra we de
oorzaak van ons ongemak projecteren, van zodra we het buiten onszelf plaatsen,
het ego voor een sluier heeft gezorgd, een sluier van vergetelheid of een
sluier van ontkenning, die voor onze denkgeest viel zodat wij geen enkele
herinnering meer hebben aan wat aan dit gevoel van ongemak vooraf is gegaan.
Het enige wat we gewaar worden is dat we niet gelukkig zijn. We niet in vrede
zijn. We voelen pijn. We lijden, zowel psychisch als fysiek en daarvoor is
iemand of iets buiten ons verantwoordelijk voor.
Wat er dan gebeurt is dat we leugens en verhalen maken, een
massief bouwwerk die al deze verkeerde informatie, dat de wereld ons dit
aandoet, ondersteunt. Dat is wat we geloven. Hoe meer bewijs we hiervan hebben,
schijnbaar bewijs waarom we zo boos zijn - en bijna van bij de geboorte lopen
we allemaal rond met dit litteken, emotionele en soms fysieke littekens – om te
bewijzen dat we misbruikt werden, het slachtoffer zijn, oneerlijk behandeld
zijn, niet geliefd, verbannen, niet verzorgd, enz. en dit verspreiden we
overvloedig rond om dit aan alles en iedereen aan te tonen.
In feite zijn we zo waanzinnig dat we bereid zijn om hopen
geld te geven aan therapeuten – ik was hier zelf een van – om therapeuten te
betalen die naar ons luisteren en naar onze verhalen vol ellende luisteren en
deze versterken en vertellen hoezeer we inderdaad misbruikt geweest zijn.
Dit is natuurlijk allemaal verzonnen omdat de werkelijke
leugen is dat het niet de wereld is die verantwoordelijk is voor onze ellende
en onze ziekte. Ik ben verantwoordelijk en die ‘ik’ die hiervoor
verantwoordelijk is, is mijn keuzemakende denkgeest. Het is mijn keuzemakende
denkgeest die de oorzaak is van mijn gevoel van ongelukkig zijn, van mijn
gevoel van depressie, mijn schuldgevoel, over mijn onmacht dat ik geen
bevredigende relaties kan hebben, niet in staat ben vast te houden aan een job
die mij voldoening geeft. Allerlei problemen die zich hier in deze wereld aan
mij opdringen en waarvan ik geloof dat het problemen zijn die mij doen lijden
en die enkel te wijten zijn aan die vergissing – die natuurlijk geen zonde is,
maar een vergissing – de vergissing die mijn keuzemaker heeft gemaakt door voor
de verkeerde leraar te kiezen. Dat is het.
Maar dit alles ligt verborgen achter duizenden wolken en
duizenden wolken van duisternis en complexiteit zodat ik denk dat het werkelijk
de wereld buiten mij is die verantwoordelijk is en nogmaals, ik heb deze
leugens en verhalen zelf opgebouwd. Ik geloof ze en ik vind meer en meer
mensen, meer en meer getuigen die het met mij eens zijn. Het lijkt erop dat
hier niet aan te ontkomen valt omdat, in het ogenblik dat dit gebeurd is, de
waarheid van dit proces van de verkeerde keuze van mijn denkgeest, verborgen
werd waardoor de schijnbare werkelijkheid nu de wereld buiten mij is.
Dat is wat Jezus bedoeld in het begin van de tekst wanneer
hij zegt dat het denksysteem van het ego waterdicht is, maar niet Goddicht. Wat
dus waterdicht is, is eens we getrapt zijn in deze valstrik van het ego - en
dit is een vicieuze cirkel die zichzelf voortdurend voedt - we al die tijd
compleet onbewust zijn, niet bewust zijn van onze keuzemakende denkgeest en er
geen enkele hoop is. Dat is wat Jezus bedoelt wanneer hij zegt dat het
waterdicht is.
Het is echter niet waterdicht voor God. Maar dat bewaren we
voor het derde deel van deze serie waarin we het zullen hebben hoe we hieruit
geraken.
Het is enorm belangrijk om dit te begrijpen en, zoals
les 5 zegt dat we nooit onvrede kennen voor de reden die we denken, nooit. Het
maakt niet uit wat de wereld mij heeft aangedaan. Het maakt niet uit hoezeer ik
in mijn kinderjaren ook misbruikt ben geweest. Dat is niet de reden waarom ik
de liefde en de vrede van God niet ervaar. Het is dus onze taak om de leugens
niet te geloven, de leugens niet te geloven van de ‘2+2=4-wereld’. De enige
hoop ligt erin terug te keren naar het basis rekenen en ons er bewust van te
worden dat we slecht geïnformeerd werden, dat 2+2 niet gelijk is aan 4, maar
dat 2+2 gelijk is aan 5.
Dit vormt het onderwerp voor het derde deel van deze serie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten