Deze morgen hebben we het over emoties en gevoelens. In de
tekst is er een deel met de titel ‘de twee emoties’ en daarin wordt gezegd dat
een ervan door jou werd gemaakt en de andere werd jou gegeven. Deze twee
emoties zijn angst en liefde. Natuurlijk is liefde ons door God gegeven wanneer
Hij ons geschapen heeft, angst is wat wij gemaakt hebben als vervanging voor
die liefde.
Het is duidelijk dat Jezus het in dat deel niet heeft over
onze emoties zoals wij hier normaal gezien over denken, hij heeft het echter
wel over twee gedachten of twee denksystemen. De term ‘emotie’ is hier gebruikt
omdat dit opgeschreven werd door Helen in de jaren zestig (van de vorige eeuw)
en psychologen het voortdurend hadden over emoties, over een hiërarchie van
emoties en over allerlei verschillende soorten emoties. Het is dus in die
context dat Jezus tegen haar zei ‘ja, maar er zijn slechts twee emoties: liefde
en angst’. Maar, nogmaals, het is duidelijk dat hij het hier niet heeft over
emoties in de gebruikelijke zin van het woord.
De reden hiervoor is dat wij aan emoties denken - en de
manier waarop we emoties begrijpen - wanneer we het hebben over het lichaam: ik
ben boos en ik heb een diepgewortelde reactie en ik, als een persoon, als een
lichaam ben boos of ik voel liefde voor jou of ik ben bezorgd, angstig,
gelukkig, vreugdevol. Maar al deze verschillende vormen van gevoelens en
emoties hebben allemaal te maken met het lichaam, hebben allemaal te maken met
mij als persoon.
Terwijl de twee emoties waar Jezus het in dat deel over
heeft zijn de twee gedachten die in de denkgeest zijn. We hebben het hier dus
opnieuw over het belangrijke onderscheid dat de Cursus maakt tussen geest en
lichaam. De denkgeest die oorzaak is van alles wat er in de wereld gebeurt, dat
ooit in de wereld gebeurd is en dat ooit zal gebeuren en het lichaam die daar
een gevolg van is. En gezien ‘ideeën hun bron niet verlaten’ is het lichaam
nooit losgekomen van de denkgeest.
Wanneer we het dus hebben over lichamelijke gevoelens en
emoties, dan hebben we het over iets dat in verband staat met het lichaam en
diepgeworteld is, zoals bijvoorbeeld genoegen of pijn of iets wat we psychisch
voelen, dan hebben we het nog steeds over het lichaam en hebben we het nog
steeds over onszelf als een persoon, een figuur in de dualistische droom. Het
is daarom terecht zinvol om te zeggen niet te vertrouwen op je gevoelens. Net
zoals Jezus ons zegt om onze waarnemingen niet te vertrouwen omdat ‘niets zo
verblindend is als de waarneming van vorm’ (T.22.III.6:7) en dit omdat onze zintuigen
liegen. De zintuiglijke data die zij ons in de vorm van de wereld geven om
door het brein geïnterpreteerd te worden maakt allemaal deel uit van de
illusie.
Herinner je dat wanneer ‘de wereld – een bedrieglijk systeem
– gemaakt is door hen die waanzinnig geworden zijn door schuld’ dan maakt alles
hier deel uit van datzelfde bedrieglijke beeld dat gesteund is op schuld die
zegt dat de afscheiding van onze Bron werkelijk gebeurd is. We moeten dus niet
vertrouwen op onze waarnemingen omdat zij ons van informatie voorzien die zegt
dat er een uiterlijke wereld is. En zoals dit door het ego geïnterpreteerd
wordt, wordt dit nog specifieker gemaakt door te zeggen dat er een uiterlijke
wereld is die zondig is en waarvan ik het slachtoffer ben van wat anderen of wat
de wereld zelf mij heeft aangedaan. Onze gevoelens worden hier een essentieel
deel van omdat gevoelens zeggen dat ik geraakt wordt door wat de wereld gedaan
heeft.
Dus als iets, bijvoorbeeld ik word geraakt door een scherp
voorwerp dan voel ik pijn. Wanneer ik mijn hand op een warme kachel leg dan
voelt dat pijnlijk. Ik beweer dan dat de reden waarom ik pijn voel is omdat dit
voorwerp mij raakt of omdat deze kachel mijn huid verbrandt of ik voel mij niet
gelukkig omdat jij mij vandaag nog niet gezegd hebt dat je van mij houdt of
omdat je mijn verjaardag vergeten bent of omdat je niet vriendelijk tegen mij
bent of je gaf mij niet die bevordering die ik wel verdien. Wat wij dus
gevoelens noemen zijn rechtstreeks verbonden met de uiterlijke wereld die ons raakt
en het is natuurlijk zo dat die uiterlijke wereld die ons raakt ook onze
lichamen behelst.
Wanneer ik dus iets eet dat niet goed is voor mij dan beweer
ik dat de reden waarom ik maagkrampen heb is door het voedsel dat ik gegeten
heb. Ik heb dus dit ongemakkelijk gevoel in mijn maag en dit wordt
toegeschreven aan iets wat ik in mijn maag heb gestopt. En terwijl dit op het
niveau van het lichaam of de wereld wel kan kloppen, leven wij niet op het
niveau van het lichaam of de wereld. We denken alleen maar dat dit zo is.
Herinner je ‘ideeën verlaten hun bron niet’ en wij
verblijven nog steeds in de denkgeest die zich een voorstelling maakt van de
onmogelijkheid dat de afscheiding van God kon gebeuren. Op die manier bouwen we
dus de hele wereld op, op deze fundamentele onwerkelijkheid die een verdediging
is geworden tegen onze werkelijke realiteit als Christus, de ware Zoon van God.
We moeten dus niet vertrouwen op onze gevoelens, tenzij het
gevoel die we hebben, het gevoel van vrede, zo diep in ons is dat het volkomen
onaangeroerd, onveranderd en niet geraakt is door iets dat rondom ons gebeurd
en het is die vrede die hand in hand gaat met de liefde die we voelen die
iedereen omarmt zonder een enkele uitzondering. Wanneer we dit voelen, die
liefde en die stille vreugde die afkomstig is van de kennis dat we vergeven
zijn, dan is dat het gevoel waarop we moeten vertrouwen.
De reden waarom we er moeten op vertrouwen is omdat er
niemand wordt uitgesloten. Het is allesomvattend en dat is het criterium
waarmee we kunnen evalueren of dit gevoel te vertrouwen is of niet. Wanneer het
allesomvattend is, alle mensen en altijd, zonder een enkele uitzondering
insluit, wanneer die stille vreugde die we voelen de hele tijd aanwezig is,
ongeacht de omstandigheden die rondom ons gebeuren, dan weten we dat de
vreugde, dat vredig gevoel en die liefde afkomstig is van de denkgeest die
totaal onaangeroerd is door datgene wat rondom ons gebeurt. Dat zijn de
gevoelens die we moeten vertrouwen omdat dit de gevoelens zijn die ons terug
zullen brengen naar huis.
Wauw, het lukt mij de laatste tijd ook steeds vaker om alles gewoon door mij heen te laten gaan, zonder oordeel.
BeantwoordenVerwijderenGeniet maar van die momenten. Het is inderdaad een zegening als je steeds meer die innerlijke vrede ondervindt en die kan behouden. En de herinneringen hieraan helpen je om hiervoor waakzaam te blijven.
Verwijderen