In het praatje van deze morgen lijk ik als een afstandelijke
psycholoog wat helaas het risico van het vak is J
. En ik wil het hebben over het verband tussen onderdrukking en projectie omdat
het als student van Een Cursus in Wonderen zeer belangrijk is te begrijpen
waarom het zo essentieel is dat wij ons denken en de inhoud van ons denken
herkennen zodat we het zouden veranderen. Een wanneer we de inhoud van onze
denkgeest niet begrijpen, namelijk de inhoud van oordeel, afscheiding en haat
van het ego dan is er geen enkele mogelijkheid om dit te veranderen.
Laat mij het eerst hebben over de theorie. Waar ik het wil
over hebben komt rechtstreeks uit het werk van Sigmund Freud waarin zoveel
terug te vinden is over het begrijpen van het ego. Het was wel niet Freud die het
belang ervan ontdekt heeft maar dit zeker wel herkende en er dan enorm veel
tijd aan besteed heeft in het beschrijven hoe dit proces werkt. Hij had het
over de dynamiek van het onderdrukken en tussen haakjes de Cursus gebruikt nooit
het woord ‘onderdrukken’, de Cursus gebruikt
het woord ‘ontkenning’. Maar in het kader van het doel van de Cursus, wanneer
we het hebben over het ego, kunnen de woorden ‘ontkenning’ en ‘onderdrukking’
als synoniem worden gebruikt. Wanneer we dus de inhoud van het onbewuste onderdrukken
of ontkennen dan wordt deze inhoud onvermijdelijk naar buiten geprojecteerd.
Freud heeft enorm veel tijd besteed om in beeldende vorm en vrij
gedetailleerd te beschrijven hoe de inhoud van de onbewuste denkgeest zijn weg
op een slinkse manier, naar buiten in de wereld vindt, niet alleen in onze
dromen, maar ook in ons gedrag en in ons spreken, zijn weg naar buiten vindt in
onze cultuur, religie, kunst, enz. . En dus de basisregel die hij voor ons
filterde zodat wij het zouden kunnen begrijpen is dat wanneer we iets
onderdrukken waarvan we vinden dat het verwerpelijk is, niet toelaatbaar en
onaanvaardbaar voor ons, we dit onvermijdelijk naar buiten projecteren. Het is
zo’n beetje alsof we de inhoud van de denkgeest naar beneden drukken en eens we
het naar beneden gedrukt hebben duwen we het naar buiten en projecteren het
naar buiten toe.
Wat dit nu betekent is dat wanneer wij ons onze onbewuste
schuld niet herkennen voor wat het is dan wordt dit onvermijdelijk naar buiten
geprojecteerd in de vorm van aanval, oordeel, kritiek en in grotere vorm als
oorlog en al die verschrikkelijke dingen die we met oorlog associëren,
inclusief marteling, verminking , het doden van onschuldige mensen, vernietigen
van steden, landen, enz. en men herkent hoe dit doorheen de hele geschiedenis
heeft plaatsgevonden vooral als we kijken naar de geschiedenis van het
christendom waar we de christenen zien die het anders zo goed menen en die
geloven dat zij verlost werden omdat zij de liefde van hun redder hadden
aanvaard, die liefde van Jezus gebruikten als een excuus om oorlog te voeren in
wat zij noemden … en wat waarschijnlijk de grootste tegenspraak aller tijden is
en heilige oorlogen voerden, zoals de kruistochten. En het is duidelijk dat het
christendom niet de enige religie is die dit heeft gedaan en nog steeds doet.
Maar dit gebeurt… dit gebeurt jammer genoeg en Jezus spreekt hierover in het
begin van hoofdstuk 3 in de paragraaf ‘Verzoening zonder offer’ waar hij
rechtstreeks verwijst naar de christenen en zegt dat waar mensen die voelen dat
zij hun heer en meester van de vrede volgen en niet bewust zijn van hun
onderbewuste schuld en geloven dat hun schuld en hun zonde werd witgewassen
door het bloed van Jezus, hoe ze spreken over de kruisiging en de verlossing
door opoffering en zich niet bewust zijn van hun schuld, dan is het
onvermijdelijk dat zij dit naar buiten projecteren. En hetzelfde vindt men spijtig
genoeg terug in de relatief korte geschiedenis van Een Cursus in Wonderen waar
je studenten van de Cursus hebt die verklaren dat zij de Cursus volgen en de
leer van vergeving ervan in praktijk brengen, maar eindigen in het maken van
oordelen, beschuldigingen en allerlei lelijke dingen zeggen over andere
Cursusstudenten of Cursusleraren zonder te beseffen dat wat zij aan het doen
zijn geen zin heeft wanneer ze echt zouden oefenen wat de Cursus leert. Het
heeft wel degelijk zin wanneer men begrijpt dat wanneer we ons niet bewust zijn
van onze schuld we veroordeeld zijn om voortdurend te blijven projecteren en
het in allerlei hatelijke en oordelende vormen uitdrukken.
Het antwoord hierop is om die oh zo belangrijke regel uit
het begin van hoofdstuk 21 te herkennen die zegt dat de wereld die we zien een
uiterlijk beeld is van een innerlijke toestand (T21.Inl.1:5), met andere woorden
de keuze van de keuzemaker voor het ego.
Wanneer we inzien dat we oordelende gedachten hebben over iemand, onvriendelijke gedachten over iemand, wanneer we een waarneming hebben die niet langer het Zoonschap als de gelijke ziet, dat dit dan de aanwijzing is, zoals het geschreven staat bijna op het einde van hoofdstuk 5 “Ik moet de verkeerde keuze hebben gemaakt, want ik ben niet in vrede.’ (T5.VII.6:7)
Wanneer we inzien dat we oordelende gedachten hebben over iemand, onvriendelijke gedachten over iemand, wanneer we een waarneming hebben die niet langer het Zoonschap als de gelijke ziet, dat dit dan de aanwijzing is, zoals het geschreven staat bijna op het einde van hoofdstuk 5 “Ik moet de verkeerde keuze hebben gemaakt, want ik ben niet in vrede.’ (T5.VII.6:7)
Ik realiseer mij dat ik niet in vrede ben wanneer ik niet
het hele Zoonschap insluit en omarm in die vrede en in mijn vergeving. En
wanneer ik mij er bewust van wordt dat ik sommige leden van het Zoonschap
uitsluit dan is dat voor mij de aanwijzing dat ik de verkeerde keuze heb
gemaakt. Het is dat wat mij van mijn onbewuste staat als een lichaam die ziet dat
ik afgescheiden ben, of heiliger ben dan, dat beter is dan andere mensen of
groepen, dit brengt mij van die onbewuste toestand naar mijn denkgeest wanneer
ik mij er bewust van wordt dat het enige probleem de keuze van mijn denkgeest voor
schuld is. En wanneer ik dit niet corrigeer door de desastreuze en pijnlijke
gevolgen ervan te herkennen dan ben ik, nogmaals, veroordeeld om te blijven
projecteren naar buiten en andere mensen aan te vallen en denken dat ik dit doe
in naam van Jezus zelf.
Het antwoord is dus onze oordelen herkennen voor wat ze
zijn: projecties van onze schuld die zich voordoet in de denkgeest, terugkeren
naar de denkgeest en opnieuw kiezen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten