Laten we de droom die hij heeft weggegeven teruggeven aan de dromer die de
droom ziet als iets los van hem dat hem is aangedaan. In de eeuwigheid, waar alles één is, sloop
een nietig dwaas idee binnen waarom de Zoon van God vergat te lachen.
Door dit te vergeten werd de gedachte een serieus idee, in staat tot zowel
verwezenlijking als werkelijke gevolgen. Samen kunnen we ze beide weglachen en
begrijpen dat de tijd geen inbreuk kan maken op de eeuwigheid. Het is ridicuul
te denken dat de tijd de eeuwigheid kan omringen, die juist betekent dat er
geen tijd bestaat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten