Waarneming
houdt altijd een zeker misbruik van de denkgeest in omdat ze die in gebieden
van onzekerheid brengt. De denkgeest is zeer actief. Wanneer hij kiest
voor afscheiding kiest hij voor waarneming. Tot dan wil hij slechts kennis.
Nadien kan hij slechts op een dubbelzinnige manier kiezen en de enige uitweg
uit dubbelzinnigheid is heldere waarneming. De denkgeest keert pas tot zijn
juiste functie terug wanneer hij kennis wil. Dit stelt hem in dienst van de
geest waar waarneming wordt veranderd. De denkgeest kiest ervoor zichzelf op te
delen wanneer hij verkiest zijn eigen niveaus te maken. Maar hij kan zich niet
totaal van de geest afscheiden want aan de geest ontleent hij al zijn macht om
te maken of te scheppen. Zelfs in zijn miscreaties bevestigt de denkgeest zijn
Bron anders zou hij eenvoudig ophouden te bestaan. Dat is onmogelijk omdat de
denkgeest toebehoort aan de geest die door God is geschapen en daarom eeuwig
is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten