Vandaag hebben we het over het heilig ogenblik, een van de
veel gebruikte termen in de Cursus die vaak verkeerd begrepen worden net zoals de
meeste termen die de Cursus gebruikt en dit dan wanneer ze benaderd worden met
de ogen van het lichaam in plaats van met de ogen van de denkgeest.
Het heilig ogenblik is geen ogenblik binnen de tijd. Het is
niet iets tijdelijk. Het verwijst echter wel naar het ogenblik – buiten tijd en
ruimte – waarin onze keuzemakende denkgeest herkent dat hij zich vergist heeft
door voor het ego te kiezen als leraar (het onheilig ogenblik), zich corrigeert
en nu voor Jezus of de Heilige Geest als zijn Leraar kiest. Dat is het heilig
ogenblik. Het is het ogenblik waarin we kiezen voor het wonder in plaats van
voor grieven. Het is het ogenblik waarin we kiezen voor de opstanding in plaats
van voor de kruisiging. Het is niet meer of minder dan een eenvoudige
verschuiving in de denkgeest; wat ook het doel vormt van de Cursus.
Wanneer ons gezegd wordt te kiezen voor het wonder is het
wonder de verschuiving in de waarneming die ons in staat stelt te begrijpen dat
de wereld die we buiten ons zien en waar we op reageren niets meer is dan een
projectie van de wereld die we in onze denkgeest werkelijk gemaakt hebben.
En, zoals de Cursus het stelt, zijn er slechts twee
mogelijkheden: twee leraren, twee werelden, twee denksystemen, twee emoties,
enz. Het wonder is er wanneer ik zeg dat het probleem zich niet buiten mij
bevindt, maar het probleem bevindt zich in mij. Dat is het heilig ogenblik.
Wanneer de Cursus ons dus telkens en telkens weer vraagt om
voor het heilig ogenblik te kiezen dan zegt Jezus ons op zoveel verschillende
manieren, in zoveel verschillende maten en vormen: ‘Kies voor mij als jouw
leraar in plaats van voor het ego.’ Dit heeft niets te maken met het gedrag, al
zullen er duidelijk gedragsmatige uitingen zijn voor die keuze.
Wanneer we voor het onheilige ogenblik van schuld kiezen dan
zullen we de neiging hebben om boos te zijn, depressief, wanhopig, moedeloos en
meer en meer toegeven aan onze speciale relaties. Kiezen we voor het heilig
ogenblik van de vergeving dan zullen we ons steeds vrediger voelen. Fysiek
zullen we ons anders voelen en onze interactie met anderen zal ook duidelijk
anders zijn. Dit vloeit hieruit voort. De oorzaak voor deze veranderingen is in
de denkgeest, en nogmaals, dit is wanneer we voor het heilig ogenblik kiezen.
In een van de meer belangrijke delen over het heilig
ogenblik in hoofdstuk 15 ‘Het oefenen van het heilig ogenblik’ (T15.IV.9:1-2)
zegt Jezus dat de noodzakelijke voorwaarde voor het heilig ogenblik niet is dat
je geen gedachten hebt die niet zuiver zijn, maar het vereist wel dat we er
geen hebben waar we willen aan vasthouden. Dit raakt echt de kern van het
beoefenen van de Cursus, met name dat we vriendelijk zijn tegenover onszelf,
dat we ons niet schuldig voelen of onszelf veroordelen wanneer we egogedachten
hebben of onzuivere gedachten: gelijk welke gedachte van speciaalheid, gelijk
welke oordelende gedachte, gelijk welke gedachte over de een of de ander,
gelijk welke gedachte die onze eigen behoefte weerspiegelt, behoefte die
vervuld moet worden ten koste van iemand anders. Er wordt ons niet gezegd om
dergelijke gedachten niet te hebben. Wat ons wel gezegd wordt om te doen is, wanneer
we kiezen voor het onheilig ogenblik van aanval en oordeel, om vrij snel onze
vergissing te herkennen, te veranderen van leraar (wat, nogmaals, het heilig
ogenblik is) en dan oordeelloos naar deze onzuivere gedachten te kijken. Het
probleem is nooit wat we denken, het probleem is dat we denken dat we denken.
Met andere woorden, het gaat niet over de vorm, maar over de inhoud. En de
inhoud ligt altijd bij de keuzemaker die kiest voor het ego of voor de Heilige
Geest als zijn gids en leraar.
Deze belangrijke stellingname helpt ons werkelijk om volgens
dit principe in deze wereld te leven, namelijk dat we ons niet moeten schamen
of ons schuldig moeten voelen voor onze egogedachten, maar wel dat we er niet
blijven aan vasthouden, wat schuld dus wel doet. Schuld blijft vasthouden aan
het verleden, houdt het verleden vast in het nu en zorgt er op die manier voor
dat het ook in de toekomst geprojecteerd blijft worden waardoor er nooit enige
vorm van hoop kan zijn.
Het heilig ogenblik snijdt door dit alles heen en zegt:
‘Inderdaad, ik heb mij vergist, maar het is een vergissing die gecorrigeerd kan
worden.’ Ik veroordeel het niet. Ik val het niet aan. Ik rechtvaardig het niet.
Ik geef er niet aan toe. Ik herken eenvoudig dat ik mij vergist heb en het is een
vergissing die misschien niet alleen anderen pijn heeft gedaan, maar ook
mijzelf door te ontkennen wie ik ben.
Dat is het heilig ogenblik. Het is zonder oordeel kijken
naar het ego en Jezus’ liefde te laten doordringen in alles wat ik doe,
inclusief in alle vergissingen uit het verleden, die die vergissingen ongedaan
maakt en plaats maakt voor het aanvaarden van zijn liefde.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten