Dit is het tweede deel van het thema dat 2 + 2 = 5. Wat ik
deze morgen meer in detail wil bespreken zijn de consequenties van wat het
betekent om in een wereld te leven waarin we weten dat 2 + 2 = 5 en niet aan 4.
Het begin van les 70 maakt het in zijn stellingname dat de
schuld in onze denkgeest is zeer duidelijk; dat al het ongelukkig zijn in onze
denkgeest is en buiten dit is er niets. Niets buiten ons kan ons pijn bezorgen
of lijden en er is ook niets buiten ons dat ons gelukkig kan maken of vrede kan
bezorgen. Dat komt omdat 2 + 2 = 5.
In een wereld leven waarin de wet van 2 + 2 = 5 bestaat wil
zeggen dat we een complete verschuiving in waarneming hebben gemaakt. In plaats
van naar de wereld te kijken vanuit het oogpunt van de wereld en zich te gedragen
en te reageren op situaties en relaties op de manier van de wereld (wat we in
het verleden geleerd hebben), kijken we nu vanuit een totaal ander perspectief,
die Jezus, in hoofdstuk 23, ‘boven het slagveld’ noemt.
Boven het slagveld zijn is met hem zijn in de denkgeest, in
de keuzemakende denkgeest en geïdentificeerd zijn met Jezus als onze leraar,
maar ook een observerende denkgeest geworden, m.a.w. we kijken en wanneer we
neerkijken op een wereld waar 2 + 2 = 4 herkennen we dat alles in die wereld een
projectie is van een denksysteem waarvoor wij in onze denkgeest gekozen hebben:
dat van het ego of dat van de Heilige Geest; het denksysteem van afscheiding,
verschillen en speciaalheid of het denksysteem van vrede, vreugde, genezing en
liefde. En vanuit die beslissing, die onze denkgeest maakt, kijken we naar een
wereld waarin het lijkt dat dingen belangrijk zijn, m.a.w. dat we afgescheiden
zijn en dat verlossing bestaat uit de één of de ander, gesteund op het principe
van de één of de ander, nl. mijn verlossing hangt af van jouw verlies.
Jezus zegt ons dat de rots waarop verlossing rust, is dat
iedereen wint en er niemand is die verliest. De rots echter waarop de
verlossing van het ego rust is dat er iemand is die wint en dat er iemand is
die verliest en dat wij degene zijn die wint. M.a.w. het spel van het ego is
zoals een wipplank waarbij het spel leuk wordt wanneer de ene boven is en de
andere onderin en wij altijd diegenen willen zijn die boven staan. Die verlossing
is dus altijd de één of de ander in tegenstelling tot de verlossing van de
Heilige Geest van allemaal samen of helemaal niemand. Gezien vanuit het
standpunt van het ego heeft dat geen enkele betekenis. Gezien vanuit de wereld
van 2 + 2 = 4 heeft dit geen enkele zin. De 2 + 2 = 4-wereld waarin we wetten
hebben, waar we weten hoe dingen werken.
Om als een fysiek organisme te kunnen bestaan moeten we
hiervoor micro-organismen vernietigen, dingen die in de lucht zitten, we moeten
dingen vernietigen waarvan we denken dat ze leven, zoals dieren, gevogelte,
vis, planten. Iets moet worden ingeslikt waardoor dit het einde van dit iets
betekent zodat wij kunnen verder leven. Dit is de wet van de jungle, maar dit
is ook de wet van het ego. En hoewel we dit willen goedspreken en van mening
zijn dat dit de natuurwetten zijn, is er hier niets natuurlijk en is 2 + 2 = 5.
We moeten op een zodanige manier leven dat wanneer we naar ons leven kijken we
zien dat deze levens geen betekenis hebben. We moeten op een zodanige manier
leven dat wanneer men naar ons kijkt, men zich zou realiseren dat we misschien
wel in deze wereld zijn, maar dat er een liefde in ons is, er een vrede in ons
is die niet van deze wereld is. Leven onder de wet van 2 + 2 = 5 betekent dat
we een andere troubadour volgen; we luisteren naar een andere trommelaar. In
plaats van het ego en zijn wereld is Jezus nu de trommelaar waarbij we
consequent handelen volgens het denksysteem dat zegt dat niemand verliest en
iedereen wint. We leven een leven dat consequent weet dat wij een denkgeest
zijn en geen lichaam; dat de denkgeest, met name de keuzemakende denkgeest, de
oorzaak van alles is, van alles wat er gebeurt. De oorzaak van al ons lijden,
van al onze pijn, van alle wereldse ellende, maar ook de oorzaak van ons geluk
en onze vreugde. Een geluk en een vreugde die, wanneer ze afkomstig is van de
Heilige Geest, niet gesteund is op verlies voor iemand anders. Die niet
gesteund is op het vervullen van onze behoefte.
In het begin van de tekst zegt Jezus ons dat het enige
genoegen dat er is, is in het doen van Gods Wil wat een 2 + 2 = 5-stellingname
is. Ons genoegen is er niet ten koste van iemand anders. Ons genoegen is er
niet omwille van het voldoen aan een lichamelijke behoefte. Ons genoegen komt
door het invullen van het verlangen van de denkgeest om in vrede te zijn, het
verlangen van de denkgeest om terug te keren naar het gezonde verstand, naar
het verlangen van de denkgeest om zich te herinneren dat 2 + 2 = 5. En wanneer
we ons bewust geworden zijn dat 2 + 2 = 5 dan herkennen we uiteindelijk de
werkelijke vergelijking dat 1 + 1 = 1: één God, één Zoon en Hun onverdeelbare
Eenheid die de volmaakte Eenheid en de perfecte Liefde, die de Hemel is, die de
werkelijkheid en de waarheid is. En we proberen die waarheid te weerspiegelen
door te leven volgens het principe van vergeving waarbij 2 + 2 = 5 en dit maakt
alles waarvan de wereld ons zegt dat werkelijk is, ongedaan. We maken de
leugens ongedaan en aanvaarden nu de enige waarheid die er is: 1 + 1 = 1