Deze morgen bespreken we ‘eenzaamheid’. In de tekst is er
een zin waar Jezus zegt: ‘Alleen zijn we allen ondermaats.’ (T13.X.14:2).
Het gevoel van eenzaamheid is een ervaring waar niemand in
deze wereld aan ontsnapt ook al maken we deel uit van een familie, ook al leven
we samen met mensen. Op een of andere manier, soms wel een langere periode,
kent men deze ervaring van eenzaamheid. Het is een nare ervaring. Het is een
ervaring niet alleen dat we helemaal alleen zijn in het hele universum, we staan
helemaal alleen in deze ellende. Hieraan voorbij ligt de angstaanjagende
gedachte van het ego die zegt dat dit mijn verdiende straf is.
Ons gevoel van eenzaamheid, die zijn oorsprong vindt in het
denksysteem van het ego dat zegt dat we afgescheiden zijn van onze bron, dit
gevoel van eenzaamheid gaat terug naar het oorspronkelijke geloof dat we ons
afgescheiden hebben. En daar waar we het ene ogenblik nog deel uitmaakten van
de volmaakte Eenheid van God, een uitbreiding waren van Zijn Liefde, vinden we
een volgend ogenblik, schijnbaar buiten ons weten om of schijnbaar buiten onze
verantwoordelijkheid om, onszelf terug buiten de Liefde van God en helemaal
alleen. Dit is een rampzalige ervaring.
De enige manier om hieraan te ontkomen, de enige manier om los
te komen van deze ervaring, is door te herkennen dat dit een verdediging is,
net zoals gelijk welk ander aspect van het denksysteem van het ego. Eenzaamheid
is een bewuste keuze om te bewijzen dat de afscheiding werkelijk is.
Zoals uitgelegd wordt in les 136 is ziekte een verdediging
tegen de waarheid en zijn, in het plan van het ego, deze verdedigingen
doelbewust gemaakt om deze te onderdrukken, d.w.z. te vergeten dat wij degene
zijn die dit veroorzaakt hebben. Het lijkt er dus op dat eenzaamheid een zijnstoestand
is die ons is opgedrongen. Of dat eenzaamheid, in deze wereld, komt omdat
iemand, waar ik van hou, mij verlaten heeft of gestorven is en ik alleen
achterblijf.
Op een of andere manier schrijven de omstandigheden in ons
leven voor dat eenzaamheid een toestand van zijn is. Dit alles is echter een
camouflage van de gedachte dat dit iets is waar wij voor gekozen hebben. En net
zoals met gelijk ander aspect van het egosysteem – schuld, depressie,
bezorgdheid, angst, eenzaamheid, een gevoel van gemis – bewijst dit dat het
denksysteem van het ego levend, wel is en waar en dat het Verzoeningsprincipe
de leugen is.
Het Verzoeningsprincipe, de correctie van de Heilige Geest, die
zegt dat de afscheiding nooit gebeurd is, het is slechts een droom en dromen
zijn niet werkelijk. Het is slechts een nachtmerrie die in werkelijkheid nooit
is gebeurd. En wanneer het Verzoeningsprincipe waar is dan is de afscheiding
niet waar.
Onze speciaalheid, ons uniek zijn, onze autonomie is
allemaal bedacht en als dit verdwijnt dan betekent dit dat ook ik verdwijn. Dat
is wat beangstigend is. Dat wanneer ik de Verzoening aanvaard, dat wanneer ik
geloof dat de Heilige Geest de waarheid spreekt en dat het ego de bedrieger is
dan zal alles wat ik ooit over mezelf en over de wereld geloofd heb verdwijnen.
In het Handboek voor Leraren (13.1:2) wordt het omschreven als: het zal
verdwijnen terug in de nietigheid van waaruit het is voortgekomen.
Wij kiezen dus voor de eenzaamheid, hoe pijnlijk het ook is,
als een manier om te zeggen dat het ego gelijk heeft en dat God ongelijk heeft.
De ervaring van eenzaamheid zegt mij dat ik helemaal alleen
sta, alles wat ik om mij heen zie is het bewijs dat ik alleen ben. Het feit echter
is dat de wereld een illusie is, de wereld van de lichamen is een illusie,
speciaalheid is een illusie en alles vindt plaats in de denkgeest. Ik voel mij
alleen omdat ik de aanwezigheid van Jezus of de Heilige Geest die mijn enige
metgezellen zijn verbannen heb, mijn enige gezelschap, mijn enige vrienden en
echte partners. Ik heb hen verbannen. Dat is de reden voor mijn gevoel van
eenzaamheid. Het is dus niet alleen door de aard van ons zijn dat we ons alleen
voelen omdat we God verbannen hebben uit ons koninkrijk, ons koninkrijk van
speciaalheid, maar zelfs eens we hier in dit koninkrijk zijn, we ook de Heilige
Geest of Jezus verbannen die symbool staan voor ons juist gerichte denken, die
symbool staan voor het Verzoeningsprincipe dat zegt dat de afscheiding nooit
gebeurd is.
In het begin van de tekst (T1.III.4:1) zegt Jezus dat hij de
Verzoening is. Hiermee bedoelt hij dat hij het beste symbool voor ons is voor
het feit dat de afscheiding nooit is gebeurd. En wanneer onze keuzemakende
denkgeest zich verenigt met zijn liefde dan weten we dat we nooit alleen kunnen
zijn.
Met andere woorden, het gevoel van alleen zijn heeft niets te maken met het lichaam, heeft niets te maken met iemands levenssituatie, maar heeft enkel te maken met een keuze die de denkgeest gemaakt heeft.
Met andere woorden, het gevoel van alleen zijn heeft niets te maken met het lichaam, heeft niets te maken met iemands levenssituatie, maar heeft enkel te maken met een keuze die de denkgeest gemaakt heeft.
Wil ik mijn tijd doorbrengen met het ego of met de Heilige
Geest. En wanneer ik de tijd doorbreng met mijn ego dan zal ik mij alleen
voelen en zal het ego die eenzaamheid de wereld in projecteren en mijn
gevoelens van eenzaamheid toeschrijven aan alles en iedereen, wat of wie buiten
mij is en mij er op die manier van overtuigen dat dit niets te maken heeft met
de keuze die de denkgeest gemaakt heeft. Het ego zegt in feite dat we geen
denkgeest hebben.
Iedereen die dus met dit afschuwelijke gevoel van alleen
zijn en eenzaamheid geconfronteerd wordt moet enkel (h)erkennen dat dit een
deel is van het verdedigingssysteem van het ego. Dat het een manier, een
tactiek is om ons niet alleen onbewust te houden, maar ons tevens weg te houden
van de enige aanwezigheid die aan het gevoel van eenzaamheid een einde kan
maken.
Eenvoudig gezegd komt het dus hierop neer dat wanneer ik mij
eenzaam en alleen voel dit komt omdat ik Jezus of de Heilige Geest weggeduwd
heb. Dat is de reden van de eenzaamheid. Dat is de betekenis van die zin die ik
in het begin aangehaald heb dat wij alleen allemaal ondermaats zijn. Ik ben
klein, nietig omdat ik gekozen heb onderdanig te zijn aan het ego als mijn
identiteit. Maar wanneer ik dit van mij afzet en ik nu kies voor Jezus als mijn
leraar dan wordt zijn grootheid, dan wordt zijn liefdevol voorkomen ook de
mijne en zal ik nooit meer dat gevoel van eenzaamheid kennen of geloven dat ik
alleen ben.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten