Verlichting of wederopstanding is ontwaken uit de droom en
het herkennen van de waarheid die altijd was en altijd zal zijn. Ware vergeving
kan niet anders dan daartoe leiden. En maak je niet bezorgd hoe lang het zal
duren, zoals de Cursus zegt:
Wat jij
nu moet leren is: alleen oneindig geduld sorteert onmiddellijk effect.Op deze manier wordt
de tijd voor de eeuwigheid verruild. Oneindig geduld roept oneindige liefde op
en door nu resultaat op te leveren maakt het de tijd overbodig. We hebben
herhaaldelijk gezegd dat de tijd een leermiddel is dat zal worden afgeschaft
wanneer het niet langer van nut is. De Heilige Geest, die in de tijd namens God
spreekt, weet ook dat de tijd geen betekenis heeft. Hij herinnert je hieraan in
ieder vluchtig tijdsmoment, omdat het Zijn bijzondere functie is jou naar de
eeuwigheid terug te brengen en je scheppingen daar te blijven zegenen. Hij is
de enige zegen die je waarlijk geven kunt, omdat Hij waarlijk gezegend is.
Omdat Hij jou door God vrijelijk werd gegeven, moet je Hem geven zoals je Hem
ontvangen hebt.
Je
opstanding is je herontwaken.Ik sta model voor wedergeboorte, maar
wedergeboorte zelf is niets anders dan dat datgene in je denkgeest daagt wat
zich daar al bevindt. God Zelf heeft het daar geplaatst en dus is het voor
eeuwig waar. Ik heb erin geloofd en het daarom als waar voor mij aanvaard. Help
me het in de naam van het Koninkrijk Gods aan onze broeders te leren, maar
geloof eerst dat het voor jou waar is, anders zal je verkeerd onderwijzen. Mijn
broeders sliepen tijdens de zogenaamde ‘zielenstrijd in de hof’, maar ik kon
niet boos op hen zijn omdat ik wist dat ik niet in de steek gelaten kon worden.
De cursus onderwijst ook dat je deze vrede bereikt door je illusies te
vergeven.
Verlossing is ongedaan maken in die zin dat ze niets doet en nalaat de
wereld van dromen en boosaardigheid te steunen. Zo laat zij illusies los. Door
die geen steun te geven laat zij ze enkel kalm tot stof vergaan. En wat zij
verborgen hielden wordt nu geopenbaard: een altaar voor Gods heilige Naam
waarop Zijn Woord geschreven staat, met de geschenken van jouw vergeving
daarvoor neergelegd en de Godsherinnering niet ver daarachter.
Deze morgen hebben we het over een vrij bekende zin uit Een
Cursus in Wonderen ‘wanneer jouw broeder jou vraagt iets ‘ongehoord’ te doen,
doe het dan.’ Dit wordt heel vaak verkeerd begrepen en foutief toegepast omdat
studenten niet verder lezen wat in het begin van hoofdstuk 16 staat in het deel
‘Ware inleving’ en waar Jezus zegt: ‘Ik heb je gezegd dat als een broeder
vraagt iets dwaas te doen, om dat dan te doen, maar vergewis je ervan dat dit
niet betekent iets dwaas doen wat hem of jou zou kwetsen, want wat de een
kwetst zal ook de ander kwetsen.’ (T16.I.6:4)
Wat aan die eerste zin heel belangrijk is – wanneer jouw
broeder jou vraagt iets ongehoords te doen, doe het dan – is dat naarmate Jezus
zijn commentaar verder geeft zijn aanwijzing is dat wanneer iemand jou zou
vragen om iets ongepast te doen en je in jezelf een weerstand voelt die zegt
‘oh nee, dat ga ik niet doen’ dan reageer je even waanzinnig als degene die jou
het verzoek deed. Want die persoon gelooft dat zijn of haar verlossing
afhankelijk is van het feit dat jij dat ongehoord iets doet. Jouw directe
weigering, jouw investering om dit ongepaste iets niet te doen is omdat je
gelooft dat jouw verlossing afhangt van het niet doen van dit ongepast iets.
Daarom delen jullie beide dezelfde waanzin in het geloof dat er iets in deze
wereld is die of je het nu wel of niet doet, verlossing biedt waardoor het de
macht en de betekenis krijgt die het niet heeft omdat in werkelijkheid het
enige wat ons verlossing biedt is door juist gericht denkend te worden, Jezus of
de Heilige Geest als onze leraar te kiezen en hun onderricht te volgen,
namelijk vergeven, wat wil zeggen dat we aan niets in deze wereld de macht geven
dat het ons kan raken.
Door iets ongehoords te vragen en koppig en halsstarrig
weigeren dit ongepast iets te doen, doen we eenvoudig precies het
tegenovergestelde van dat waarvoor vergeving bedoeld is dit te corrigeren,
namelijk het geloof, nogmaals, dat er buiten ons een wereld is die onze liefde
en vrede kan treffen en dit kan wegnemen of het kan uitbreiden.
Het probleem echter is dat dit door studenten heel
letterlijk wordt genomen en dat men bijvoorbeeld zou kunnen zeggen dat het mij
een goed gevoel geeft wanneer jij van de brug in Brooklyn zou springen of,
omdat we hier nu in de Westkust zijn, van de Golden Gatebrug. En ik reageer dus
dat ik dit niet zal doen, maar dan toch dat kleine stemmetje hoor die zegt dat
de Cursus zegt om dit wel te doen. Dat is dus de reden van/voor het bezwaar en
waarvan dus later de correctie die zegt: ‘maar doe niets dat jou of hem zou
kunnen kwetsen.’
Dus, zoals met alles, moeten we steeds het verzoek brengen
naar ons juist gerichte denken en wanneer we geen enkel aandeel in de uitkomst
ervan hebben – het wel of niet doen van het ‘ongehoorde’ iets – wanneer er geen
aandeel is in het resultaat, dan is het zo dat we automatisch datgene doen wat
het beste is voor onszelf, voor degene die dit ‘ongehoord’ verzoek doet en voor
gelijk wie die hierbij betrokken is.
Een ander component van dit alles om iets ongehoords te
doen, wanneer een broeder hierom vraagt, is wat momenteel bekend staat als aanzetten
tot. Over het algemeen wordt dit gezegd wanneer mensen die leven met een
alcoholicus of met gelijk welk verslavend verschijnsel dit verslavend gedrag
bevorderen door te zorgen voor drugs, alcohol, voedsel voor hen die verslaafd
zijn aan eten, enz. waardoor degene die de verslaving ondersteunt deel wordt
van hetzelfde probleem. Dit is niet wat Jezus hier bedoelt. Wat hij hiermee
bedoelt is dat het vaak zo is dat wanneer iemand jou vraagt iets te doen, ook
al is het niet gepast, ook al mag het er op lijken dat het niet behulpzaam is,
dit uiteindelijk heel behulpzaam kan worden omdat het een manier kan zijn om
tegen deze persoon te zeggen dat je van die persoon houdt en dat je alles wil doen
om te helpen ook al is het iets dat door de wereld veroordeeld wordt als zijnde
onbehulpzaam. Wanneer jij aan iemand zegt dat je datgene wat zij jou vragen te
doen niet zult doen, dan is het voor die ander heel moeilijk zich hier niet
schuldig over te voelen. Daarom is het in principe heel goed mogelijk, heel
zorgzaam en behulpzaam om iets te doen en het er op lijkt dat het nog meer
macht krijgt. Wat jij doet op het niveau van de denkgeest is die persoon leren
dat hun zonde geen enkel effect hebben. Ze hebben geen effect op jou en het
heeft geen enkel effect op hen. Maar, nogmaals, hier is voorzichtigheid
geboden. Het is logisch dat het niet echt behulpzaam is om een alcoholist een
glas whisky of een glas wijn aan te bieden wanneer je toch weet dat dit hem
niet zal helpen. Bij iemand die af wil raken van het roken is het niet echt
behulpzaam door te zeggen: ‘oké, neem maar een sigaretje van mij.’ Het sturende
principe in dit alles is om zo duidelijk mogelijk te zijn in het feit dat jouw
ego geen enkel aandeel heeft in het gebeuren. Wanneer dit er niet is zal,
nogmaals, alles wat je zegt of doet liefdevol, zorgzaam en behulpzaam zijn of
het nu ongepast is of niet.
Ongelukkigerwijze werden de brieven van Paulus uiteindelijk
letterlijk voor een evangelie versleten. Een van de redenen waarom hij dacht
zoals hij deed was omdat hij in de oude geschriften geloofde. We hebben er de
nadruk op gelegd dat het christendom een voortzetting was van het oude verhaal
in een nieuwe verpakking. Als je hoofdstuk 53 van Jesajah zou lezen, speciaal
de verzen 5 tot en met 10, zou je de houding van het christendom in een
notendop vinden!
Hoe kon Paulus denken dat de wederopstanding geestelijk en niet lichamelijk was
als hij op deze manier dacht? Wederopstanding heeft niets met het lichaam te
maken en als je dat gelooft maakt dat het lichaam erg belangrijk – het totaal
tegenovergestelde van de echte boodschap van Jezus. Zoals zijn Cursus duidelijk
onderricht:
Verlossing
is bestemd voor de denkgeest en ze wordt verkregen door middel van vrede. Dit
is het enige wat kan worden verlost en de enige manier waarop dat kan.Elke reactie, anders
dan liefde, ontstaat uit een verwarring over het ‘hoe’ en ‘wat’ van verlossing
en dit is het enige antwoord. Verlies dit nooit uit het oog en sta jezelf nooit
toe te geloven, al was het maar voor even, dat er een ander antwoord is. Want
dan zal je jezelf ongetwijfeld onder de armen scharen die niet begrijpen dat ze
in overvloed leven en dat hun verlossing gekomen is.
Het ego herkent de werkelijke bron van ‘dreiging’ niet en als jij jezelf
met het ego associeert begrijp jij de situatie niet zoals die is. Alleen jouw
trouw aan het ego geeft het enige macht over je. Ik heb over het ego gesproken
alsof het een losstaand ding was dat zelfstandig opereert. Dit was nodig om jou
ervan te overtuigen dat je het niet luchtig weg kunt wuiven en moet beseffen
hoeveel van je denken egogericht is. We kunnen het daar echter niet veilig bij
laten, want anders zal jij jezelf beschouwen als onvermijdelijk verscheurd
zolang je hier bent of zolang jij gelooft dat je hier bent. Het ego is niet
meer dan een deel van wat jij over jezelf gelooft. Je andere leven is zonder onderbreking
doorgegaan en heeft totaal geen invloed ondergaan en zal die, van je pogingen
het te dissociëren, ook nooit ondergaan.
Zeker fysieke wonderen zijn mogelijk omdat de geest alles maakt. Alle
psychische fenomenen zijn mogelijk omdat ‘denkgeesten verbonden zijn’. … Maar
waarom zou je al die tijd en energie verspelen met werken aan schijnbare
gevolgen als je direct naar de oorzaak kunt gaan en het kunt regelen in de
denkgeest.
Denkgeesten
zijn met elkaar verbonden, lichamen niet. Alleen door aan de denkgeest de eigenschappen
van het lichaam toe te schrijven lijkt afgescheidenheid inderdaad mogelijk. En
de denkgeest lijkt nu gefragmenteerd, afgezonderd en alleen te zijn. Zijn
schuld, die hem gescheiden houdt, wordt op het lichaam geprojecteerd, dat lijdt
en sterft omdat het wordt aangevallen om zo de afgescheidenheid in de denkgeest
vast te houden en hem zijn Identiteit niet te laten kennen. De denkgeest kan
niet aanvallen, maar hij kan wel fantasieën maken en het lichaam gelasten die
uit te spelen. Toch is het nooit wat het lichaam doet dat voldoening lijkt te
geven. Als de denkgeest niet gelooft dat het lichaam in feite zijn fantasieën
aan het uitspelen is, zal hij het lichaam aanvallen door de projectie van zijn
schuld erop te doen toenemen.
Het idee van de droomnatuur van de wereld dat in de tekst
tot in de details wordt uitgelegd wordt in het Werkboek helemaal ondersteund
zonder het daar altijd te benoemen.
De eenvoud van het zien van het universum als een droom en
het vergeven van de beelden die je fysieke ogen je ogenschijnlijk tonen wordt
duidelijk samengevat in een van de verklaringen van vergeving in het Werkboek:
Vergeving
ziet in dat wat je dacht dat je broeder jou heeft aangedaan, niet heeft
plaatsgevonden. Wat ze niet doet is: zonden kwijtschelden en ze werkelijk
maken. Ze ziet dat er geen zonde is geweest. En in die zienswijze zijn al jouw
zonden vergeven.Wat is zonde anders dan een onjuist idee omtrent Gods
Zoon? Vergeving ziet eenvoudig de onjuistheid daarvan en laat het daarom los.
Wat dan vrij is om nu de plaats daarvan in te nemen, is de Wil van God.
Waarom wachten op de Hemel? Zij die het licht zoeken bedekken slechts hun
ogen. Het licht is nú in hen. Verlichting is slechts een herkenning en allerminst een
verandering. Het licht is niet van deze wereld, maar ook jij die het
licht in je draagt bent hier een vreemde. Het licht kwam met jou mee vanuit je
geboortehuis en is bij je gebleven omdat het jou eigen is. Het is het enige wat
jij met je meebrengt van Hem die jouw Oorsprong is. Het straalt in jou omdat
het je huis verlicht en leidt je terug naar waar het vandaan gekomen is en waar
jij thuis bent.
In feite zegt Jezus in zijn Cursus dat hij weet dat je
uiteindelijk naar hem zult luisteren en ware vergeving zult beoefenen.
Laten we blij zijn dat we de aarde kunnen bewandelen en zoveel kansen
krijgen om telkens weer een situatie te zien waarin Gods gave opnieuw als de
onze kan worden herkend! En zo zullen alle sporen van de hel, de geheime zonden en
de verborgen haatgevoelens zijn uitgewist. En heel de lieflijkheid die zij
verborgen hielden verschijnt nu als hemelse weiden voor onze ogen, om ons hoog
boven de doornige paden te verheffen die wij volgden voordat de Christus
verscheen. Hoor mij, mijn broeders, luister en sluit je bij mij aan.
God heeft beschikt dat ik niet tevergeefs kan roepen en in Zijn zekerheid rust
ik voldaan. Want jullie zullen horen en jullie zullen opnieuw je keuze maken.
En met deze keuze is iedereen bevrijd.
Er is een scherpe denkgeest nodig als je gaat doen wat de
Cursus zegt en alleen waakzaam bent voor God en Zijn Koninkrijk. Zoals de
Cursus je informeert:
Wonderen ontstaan uit een
wonderstaat van de denkgeest of een staat van wonderbereidheid.
Het thema voor vandaag is: hoe kunnen we een voldaan,
gelukkig leven hebben in een wereld die gemaakt werd als een aanval op God, in
een wereld waarvan ons keer op keer gezegd wordt dat ze een illusie is. Sommige
passages maken zelfs melding dat er buiten helemaal geen wereld is, dat het een
enorme hallucinatie is. Hoe kunnen we hier dus gelukkig zijn?
In het begin van de tekst (T6.II.6:1) is er de zin: ‘Hoe kan
je vreugde vinden in een vreugdeloos oord, behalve dan door te beseffen dat je
er niet bent.’ En dat is de sleutel. Wat ons in deze wereld gelukkig kan maken
is door een ander doel te zien van het waarom van ons zijn hier, verschillend
van het doel van het doel dat het ego ons heeft verteld.
In het begin van de tekst wordt ons gezegd dat het enige
genoegen afkomstig is in het doen van de Wil van God. En zoals we telkens en
telkens weer in de Cursus kunnen zien, is datgene dat als positief kan gezien
worden de ontkenning, het negeren van de negativiteit van het ego. De
negativiteit van het ego of het negatief ingestelde denksysteem van het ego dat
zegt dat de Liefde van God een illusie is en dat mijn speciale liefde de
werkelijkheid is. En niet alleen dat jij je gelukkiger zult voelen wanneer je
ervoor kiest je te identificeren met mijn liefde in plaats van met de Liefde
van God. En mijn wil, de wil van het ego, is om het genot zo groot mogelijk te
maken en het lijden tot een minimum terug te brengen en dat dit altijd is ten
koste van iemand anders.
Een van de sleutelbegrippen en in feite het hoofdprincipe
van het bestaan van het ego is ‘de een of de ander’ , want in dat ogenblik, in
dat onheilig ogenblik, is het denksysteem van het ego geboren. Of het was de
volmaakte Eenheid van God en Zijn volmaakte Liefde of de afscheiding en
speciale liefde van het ego. We kunnen niet beide hebben. Het is letterlijk of
de een of de ander. Of de afscheiding is waar of het is de volmaakte Eenheid
die waar is. Of het is speciale liefde - die altijd uitsluit - die werkelijk is
of het is de Liefde van God -die
allesomvattend is – die waar is, maar het is of het een of het ander. Een
gezien we allemaal geloven dat we bestaan als afgescheiden en verschillende
wezens en entiteiten zeggen we bij elke ademhaling, bij elke handeling, elk
moment elke morgen wanneer we wakker worden en we onze aanwezigheid voelen
wanneer we naar de badkamer strompelen, in de spiegel kijken en iemand zien
waarvan we denken dat dit ons zelf is – of we nu leuk vinden wat we zien of
niet, maar we herkennen wel degelijk iemand als onszelf – in dat ogenblik zeggen
wij dat ons ego gelijk heeft, dat het ego werkelijk is, dat het ego waar is en
dat God een illusie is. Wat deze illusie nu versterkt, wat maakt dat deze
illusie behouden blijft en het basisgeloof van het ego is, is zijn tweedelige
doelstelling dat ik wil bewijzen dat ik besta en dat ik iemand anders hiervoor
verantwoordelijk stel. En wanneer ik hiermee weg kom, wanneer ik van twee
walletjes kan eten, wat dus wil zeggen dat ik mijn individueel bestaan
bevestig, maar ik stel iemand anders hiervoor verantwoordelijk en
aansprakelijk, wanneer ik dit met iemand anders doe is dit de verbintenis van
het ego die in de Hemel gemaakt is. En met die andere persoon doe ik wat hij
voor mij heeft gedaan. Door jou behoud ik mijn bestaan en jij behoudt jouw
bestaan dank zij mij. Ik geloof dat aan mijn behoeften voldaan wordt door jou.
Ik geloof dat, ten koste van jou, voldaan wordt aan mijn behoeften en jij
gelooft dat aan jouw behoeften voldaan wordt ten koste van mij en dit noemen we
in deze wereld een gelukkig huwelijk of een mooie vriendschap of een gelukkige
relatie. Dit is de wil van het ego. Dit is hetgeen ons goed doet. En er is
altijd iemand die verlies lijdt. Dit is het verlossingsplan van het ego. Iemand
wint en dat er iemand is die wint betekent dat er iemand is die verliest. De
vierde wet van de chaos in hoofdstuk 23 is dat wij hebben wat wij genomen
hebben. Wanneer ik gelukkig ben, wanneer ik iets heb dan is er iemand die dit
niet heeft. Ik heb wat ik genomen heb. Wanneer ik iets heb dan is dit omdat ik
dit van iemand anders genomen heb die het nu niet langer heeft en dat is wat we
van in het beginne allemaal geloofden. We hebben Gods scheppende Macht genomen.
We hebben de Liefde van God genomen. We hebben ons Zijn plaats toegeëigend,
hebben er onze eigendom van gemaakt waardoor God het niet langer heeft.
Nogmaals, het is de een of de ander, maar hier is geen werkelijk geluk bij. Er
is geen ware vreugde omdat dit principe de wereld werkelijk maakt, het maakt
ons individuele zelf werkelijk en maakt ons allemaal ellendig ongelukkig, maar
waarbij we wanhopig proberen bewijzen dat we hier gelukkig zijn. Maar het werkt
nooit omdat we diep van binnen in ons de fundamentele leugen van het
denksysteem van het ego herkennen en natuurlijk ook van de wereld van het ego.
De enige manier dus om ons in deze vreugdeloze plaats
vreugde te kennen is door te herkennen dat we hier niet zijn. Dit wil daarom
niet zeggen dat naarmate we vergeving beoefenen we onze ervaringen in deze
wereld moeten ontkennen of dat we ontkennen dat er buiten ons een wereld is of
dat we ontkennen dat er een wereld is waarin enorm geleden wordt. Maar het wil
wel zeggen dat we niet langer gehoor geven aan de interpretatie ervan door het
ego, dat wat er buiten ons gebeurt ons gelukkig of ongelukkig maakt. We
ontkennen onze ervaringen in deze wereld niet omdat, zoals Jezus ons in het
begin van de tekst reeds zegt dat dit een vrij onwaardige manier van ontkennen
is. Maar wat we wel doen is de interpretatie van het ego ontkennen die zegt dat
wat buiten mij gebeurt, inclusief mijn lichaam, dat zich dus ook buiten mijn
denkgeest bevindt, enig effect op mij heeft. De manier dus waarop ik leer om
gelukkig te zijn in een wereld die ontworpen is om ongelukkig te zijn, is door
de fundamentele wet van het ego niet te onderschrijven die zegt dat mijn geluk
of mijn ongelukkig zijn afhankelijk is van krachten, omstandigheden, situaties,
relaties buiten mij en waarover ik geen controle heb. Herkennen dat wat jij ook
hebt gedaan niet de macht heeft om de Liefde en de Vrede van God van mij af te
nemen dat is wat de verschuiving teweegbrengt van het doel van mijn leven hier.
De functie ervan is niet langer dat het een gevangenis is waarbij iedereen tot
gevangenisbewaarder is gemaakt, maar in plaats hiervan deze wereld te zien als
een leerschool waarin ik de blije lessen van vergeving kan leren en die mij
zeggen dat er hier niets is die enig effect kan hebben op mij. En hoe meer ik
deze les leer en kan veralgemenen, hoe meer ik begin te begrijpen dat alles van
het denksysteem van het ego een leugen is, inclusief de fundamentele aanname
dat de afscheiding werkelijk is.
En ik leer dat de afscheiding een leugen is en dat de
Verzoening juist is door in gelijk welke vorm, op gelijk welke manier aan het
denksysteem van het ego niet langer de macht te geven om mijn innerlijke vrede
en liefde te ontwrichten.
De Heilige Geest leert jou niet om over anderen te oordelen, omdat Hij niet
wil dat jij vergissingen onderwijst en ze zelf leert. Hij zou allerminst
consistent zijn als Hij zou toelaten dat jij versterkt wat je juist moet leren
vermijden. In de denkgeest van de denker heeft Hij dan ook een oordelende
functie, maar alleen om de denkgeest één te maken zodat die zonder oordelen kan
waarnemen. Dit stelt de denkgeest in staat om zonder oordelen te onderwijzen en
zodoende te leren zonder oordelen te zijn. Het ongedaan maken is alleen nodig
in je denkgeest, zodat je niet projecteert in plaats van uit te breiden. God
Zelf heeft vastgesteld wat jij in alle veiligheid kunt uitbreiden. De derde les
van de Heilige Geest luidt dan ook: Wees alleen
waakzaam voor God en Zijn Koninkrijk.
Alleen daarna kan je bereiken wat de Cursus ‘een periode van voltooiing’
noemt, die de fase van werkelijke vrede is.:
En tenslotte is er een ‘periode van voltooiing’. Hier wordt wat werd
geleerd geconsolideerd. (consolideren: iets
ergens mee vastleggen, verduurzamen of sterk maken). Wat vroeger louter werd
gezien in schaduwbeeld wordt nu solide(solide: vast, stevig) verworvenheid waarop zowel in alle ‘tijden van
nood’, als in rustige tijden kan worden gerekend. Zeker, rust is het resultaat
ervan, de vrucht van oprecht leren, van consequent denken en volledige
overdracht. Dit
is de fase van werkelijke vrede, want hier wordt de hemelse staat ten volle
weerspiegeld.Van hieruit ligt de
weg naar de Hemel open en is hij makkelijk begaanbaar. In feite is hij hier.
Wie zou ergens ‘heen’ gaan als innerlijke vrede al totaal is? En wie zou willen
proberen gemoedsrust te ruilen voor iets wat nog begerenswaardiger is? Wat zou
begerenswaardiger kunnen zijn dan dat?
De Cursus is een proces. Zo is het voor iedereen, tenzij je
een spiritueel genie bent die vrijwel al verlicht is … dit is een proces dat
tijd en werk kost. … het is een levenslang spiritueel pad. Er zijn talloze
beloningen onderweg, enkele daarvan wonderschoon en heel onverwacht, maar zij
gebeuren binnen een moeilijk proces. In het Handboek der Leraren spreekt de
Cursus over een periode van destabilisatie:
De volgende fase is voorwaar ‘een periode van destabilisatie’. Nu moet de
leraar van God gaan begrijpen dat hij niet werkelijk wist wat waardevol was en
wat waardeloos. Al wat hij tot dusver werkelijk heeft geleerd is dat hij het
waardeloze niet wilde en het waardevolle juist wel. Maar om hem het verschil
hiertussen te leren was zijn eigen schifting van geen betekenis. Het denkbeeld
‘offeren’ dat zo’n centrale plaats in zijn eigen denksysteem inneemt, heeft het
hem onmogelijk gemaakt te oordelen. Hij dacht dat hij bereidwilligheid had
geleerd, maar nu ziet hij in dat hij niet weet waar deze bereidwilligheid toe
dient. En nu
moet hij een toestand bereiken die misschien voor een hele lange tijd
onbereikbaar blijft. Hij dient te leren alle oordelen terzijde te leggen en in
iedere situatie alleen te vragen wat hij werkelijk wil. Werd niet
elke stap in deze richting zo nadrukkelijk bekrachtigd, dan zou het inderdaad
moeilijk zijn.
Als je met Jezus of met de Heilige Geest werkt en vergeving
in de praktijk brengt dan heb je altijd effect. Zoals de Cursus zegt in de
eerste vijftig principes van wonderen:
Een
wonder gaat nooit verloren. Het kan vele mensen raken die je niet eens hebt ontmoet
en onvoorstelbare veranderingen teweegbrengen in situaties waar jij je niet
eens van bewust bent.
Als je werkelijk begrijpt dat er buiten jou niemand anders
is behalve Christus dan kun je die ander de gift van vergeving en onschuld
geven. Dan zal dat zijn hoe je over jezelf denkt, zoals de Cursus je
onderricht:
Mijn broeders in de verlossing, laat niet na mijn stem te horen en naar
mijn woorden te luisteren. Ik vraag niets anders dan jullie eigen bevrijding.
Er is voor de hel geen plaats in een wereld waarvan de lieflijkheid zo intens
en alomvattend kan zijn, dat het van daar naar de Hemel nog maar een stap is.
Naar jullie vermoeide ogen breng ik een visie van een andere wereld, zo nieuw
en zuiver en fris, dat jullie de pijn en smart die jullie voordien zagen,
zullen vergeten. Dit is echter een visie die jullie dienen te delen met ieder
die je ziet, want anders zal je die zelf niet zien. Deze gave geven is de manier om ze de jouwe
te maken. En God heeft in liefdevolle goedheid beschikt dat ze voor
jullie is.
Als je weet dat het je eigen droom is dan is er een deel van je dat weet
dat er in werkelijkheid geen onrechtvaardigheid bestaat.
Jij denkt dat jouw broeder oneerlijk is tegen jou, omdat je denkt dat
iemand wel oneerlijk moet zijn om een ander onschuldig te maken. En in dit spel
zie je maar één doel voor heel je relatie. En dat probeer jij toe te voegen aan
het doel dat eraan gegeven is. Het doel van de Heilige Geest is het ervoor te
zorgen dat de Tegenwoordigheid van je heilige Gasten aan jou kenbaar wordt
gemaakt. En aan dit doel kan niets worden toegevoegd, want de wereld heeft
behalve dit geen doel. Aan dit ene doel iets toe- of afdoen betekent niets
anders dan de wereld én jezelf elke bedoeling ontnemen. En elke oneerlijkheid die de wereld over jou
lijkt uit te storten, heb jij over haar uitgestort door haar doelloos te maken,
verstoken van de functie die de Heilige Geest ziet.En aldus wordt ieder levend wezen op aarde
eenvoudige rechtvaardigheid ontzegd.
Wat deze onrechtvaardigheid aanricht bij jou die op een oneerlijke manier
oordeelt en die ziet naar je geoordeeld hebt, kun jij niet eens inschatten. De
wereld wordt dof en dreigend en je kunt geen spoor ontwaren van heel de
gelukkige fonkeling die de verlossing brengt om jouw weg te verlichten. En zo
zie jij jezelf, beroofd van het licht, overgeleverd aan het duister en
onterecht zonder enig doel in een nutteloze wereld achtergelaten. De wereld is
eerlijk omdat de Heilige Geest onrechtvaardigheid naar het licht binnenin jou
heeft gebracht en daar is alle oneerlijkheid beëindigd en vervangen door
rechtvaardigheid en liefde. Als jij ergens onrechtvaardigheid
waarneemt, hoef je slechts dit te zeggen:
Hierdoor ontken ik de Tegenwoordigheid van de Vader en de Zoon. En ik
wil Hen liever kennen dan onrechtvaardigheid zien, die wordt weggeschenen door
Hun Tegenwoordigheid.
Tot jouw grote geluk maakt de Cursus je bekend met het feit
dat het slechts een droom is. Het universum zelf en alles erin, inclusief alle
idolen die je begeert werden door jou, vanuit een ander niveau, geprojecteerd.
Zoals Jezus zegt:
Om dit alles te veranderen en een weg van hoop
en bevrijding te banen in wat een eindeloze cirkel van wanhoop leek, hoef je
slechts te besluiten dat jij het doel van de wereld niet kent. Je verleent haar
doeleinden die ze niet heeft en zo beslis jij waartoe ze dient. Je probeert er
een oord van afgoden in te zien die jij buiten jezelf vindt en die de macht
bezitten om wat in jou is compleet te maken door wat je bent tussen de twee op
te splitsen. Je
kiest je dromen, want die zijn wat jij wenst, gezien alsof het jou gegeven
werd.Je
afgoden doen wat jij wilt dat ze doen en hebben de macht die jij hun toedicht.
En je jaagt ze vergeefs na in de droom, want je wilt hun macht voor jezelf.
Maar waar anders komen dromen voor dan in een denkgeest die slaapt? En kan een
droom erin slagen het beeld dat hij buiten zichzelf projecteert tot
werkelijkheid te maken? Bespaar tijd, mijn broeder en leer waar de tijd toe
dient.En bespoedig het eind van afgoden in een wereld die droef en
ziek is gemaakt door er afgoden te zien. Jouw heilige denkgeest is een altaar
voor God en waar Hij is kunnen geen afgoden verblijven. De angst voor God is
niets anders dan de angst voor het verlies van afgoden. Het is niet de angst
voor het verlies van je werkelijkheid. Maar jij hebt van jouw werkelijkheid een
afgod gemaakt die je tegen het licht van de waarheid moet beschermen. En heel
de wereld wordt het middel waarmee deze afgod kan worden gered. Verlossing
lijkt aldus een bedreiging voor het leven en de schenker van de dood.
Deze morgen bespreken we het thema ‘onbewust zijn versus
bewust zijn’. Dit is weer een van die zinnen die de kern van de leer van de
Cursus raken - een van de manieren en in feite kunnen we spreken over de manier
waarop het ego zijn eigenste bestaan beschermt, is door ons ervan te overtuigen
dat we niet een denkgeest zijn, maar lichamen. Dat onze identiteit zijn wortels
vindt in ons fysieke, psychische zelf, een zelf waarvan we geloven dat het
begint bij onze geboorte en eindigt wanneer we sterven. Wanneer we vorige
levens erkennen zouden we kunnen zeggen dat ons zelf begonnen is wanneer ons
eerste leven is begonnen. Maar het hangt altijd af van onze waarneming dat we
lichamen zijn, dat we individuele, speciale entiteiten zijn die zichzelf
terugvinden in een lichaam.
Wat dit nu duidelijk doet is dat zolang wij geloven dat we
een lichaam zijn, waardoor we daarom dus niet geloven dat we een denkgeest
zijn, zolang we blijven geloven dat we in een toestand van geesteloosheid
bestaan, wat wil zeggen dat we in een toestand bestaan waarin we niet over een
denkgeest beschikken of dat we een lichaam hebben dat gestuurd wordt door het
brein, bestuurd door onze genen, de omgeving enz., zolang we dit geloven zullen
we nooit in staat zijn om terug te keren naar de denkgeest. Nooit in staat zijn
om terug te keren naar de keuzemakende denkgeest waardoor we onze verkeerd
genomen keuze voor het ego kunnen herkennen, dit corrigeren en opnieuw kiezen.
In ons is er een deel, is er iets en het maakt niet uit
hoezeer we geloven een lichaam te zijn, dat we geloven dat we bestaan in een
wereld waarin we op elkaar inwerken, dat we een bestaan hebben met een begin,
een tussentijd en een einde. Zolang we dit geloven, zullen we geloven dat onze
problemen hier in de wereld zijn, dat onze problemen hier in het lichaam zijn
en zullen we ons nooit herinneren dat het enige probleem dat er is en bestaat
onze keuze is om in het ego te geloven. Dat is het enige probleem.
In les 79 en 80 wordt gesproken over het feit dat er slechts
één probleem is met slechts één oplossing en dat dit probleem reeds opgelost is;
zolang we in een lichaam zijn zullen we nooit de eenvoud kennen van onze
wereldse problemen.
De wereld die we allemaal als één Zoon, als één afgescheiden Zoon gemaakt hebben, is
inderdaad gemaakt om ons in de war te brengen over waar onze problemen zijn.
Het ego weet dat mochten we ooit terugkeren naar de denkgeest en opnieuw zouden
kiezen, dat dat het geloof in de afscheiding, het geloof in een individueel,
speciaal, uniek, autonoom zelf zich zou ontbinden terug in de nietsheid, in de
nietigheid van waaruit het is ontstaan.
Om zijn
identiteit te kunnen behouden heeft het ego zijn strategie ontwikkeld en deze
strategie bestaat eruit om ons zo bang te maken van de denkgeest en heeft het
ego een verhaal opgezet van hoe onze afscheiding van God een zonde is wat ertoe
geleid heeft dat we overweldigd werden door gevoelens van zelfhaat, d.w.z.
schuld en dan zo bang waren voor de straf van God die ons zeker zou treffen
omwille van hetgene we Hem hebben aangedaan. Het ego heeft dit allemaal
verzonnen zodat we bang zouden worden van de denkgeest, de denkgeest moeten
ontvluchten en we ontvluchten aan de hand van projectie in een wereld die we
gemaakt hebben, onszelf opgedeeld hebben in miljarden en miljarden fragmenten
waarvan elk fragment zichzelf schijnbaar terugvindt in een lichaam en we door
een sluier van vergetelheid die voor onze denkgeest neervalt dit makkelijk
vergeten. Waardoor we makkelijk vergeten dat we denkgeest zijn. We zijn
vergeten waar we werkelijk vandaan komen en we geloven nu dat we ontstaan zijn
door twee lichamen, door het samenkomen van een spermatozoïde en een eitje wat
dan resulteert in ons fysieke bestaan. We zijn allemaal vergeten waar we
vandaan komen, geloven dat we een lichaam zijn en omwille van deze sluier van
geheugenverlies, van deze sluier van vergetelheid die voor onze denkgeest
neergevallen is, hebben we geen enkele manier om weer toegang te krijgen tot
die denkgeest en opnieuw te kiezen.
We leven dus in
een voortdurende toestand van onbewust zijn en realiseren ons niet hoe
eenvoudig het probleem is en daarom ook hoe eenvoudig de oplossing is. Om ons
dus bewust te kunnen worden van deze eenvoud moeten we terugkeren naar de
denkgeest.
We zouden dus
kunnen zeggen dat het doel van Een Cursus in Wonderen is dat we met Jezus als
onze leraar die ons bij de hand neemt, de reis te maken van onbewust zijn naar
bewust zijn, waardoor we ons bewust worden van het feit dat we wel degelijk een
denkgeest hebben en dat die denkgeest een verkeerde keuze heeft gemaakt die nu
kan gecorrigeerd worden om een betere keuze te maken. En nogmaals, dit kan niet
gedaan worden wanneer we onszelf alleen maar zien in een lichaam, als lichamen
die dagelijks geconfronteerd worden met onnoemelijk veel problemen die om
onnoemelijk veel oplossingen vragen. En zoals duidelijk wordt gemaakt in les 79
en 80 zullen we een probleem niet kunnen oplossen of er heeft zich alweer een
ander aangediend en nog een en nog een. Er is geen enkele hoop meer. De enige
hoop echter is om terug te keren naar de denkgeest.
De reden waarom
Jezus zijn boek Een Cursus in Wonderen heeft genoemd is omdat het wonder het
middel is dat hij en de Heilige Geest gebruikt … het middel om onze
aandachtterug te brengen van de droom,
van het onbewust zijn terug naar de denkgeest en daardoor bewust te worden. En
wat is het dat ons helpt om voor het wonder te kiezen in plaats van voor het
denksysteem van het ego van oordeel en aanval, is door te herkennen dat er hier
niets is dat werkt. Dat er een andere manier is. Dat er een andere leraar is
waarvoor we kunnen kiezen, die ons helpt bewust te worden dat het probleem niet
is wat je gedaan hebt, niet wat de wereld gedaan heeft. Het probleem is wat
mijn denkgeest gekozen heeft en omdat mijn denkgeest dit heeft gekozen, kan hij
ook opnieuw kiezen.
Als student van
Een Cursus in Wonderen moeten we op zeker punt de bewuste keuze maken dat we
gedurende onze dag telkens en telkens weer de weg van het bewust zijn willen
kiezen in plaats van verstrikt te raken op het pad van onbewustheid van het
ego.
De Cursus
bestuderen en voor Jezus kiezen als onze leraar biedt ons deze weg terug naar
huis, aan.
De
boodschap van de kruisiging is volmaakt duidelijk: onderwijs louter liefde, want
dat is wat jij bent. Als je de kruisiging op enige andere manier interpreteert, gebruik
je haar eerder als een aanvalswapen dan als de oproep tot vrede waarvoor ze was
bedoeld.De apostelen hebben haar vaak verkeerd begrepen en wel
om dezelfde reden waarom wie dan ook haar verkeerd begrijpt. Hun eigen
onvolmaakte liefde maakte hen vatbaar voor projectie en vanuit hun eigen angst
spraken ze van ‘de toorn Gods’ als Zijn vergeldingswapen. Ook konden ze niet
geheel zonder kwaadheid over de kruisiging spreken, omdat hun schuldgevoel hen
kwaad had gemaakt.
Het is voor jou niet nodig het voorbeeld van de kruisiging te herhalen. Als
je dat in gedachten houdt hoef je slechts de ware lering ervan te verstaan en
toe te passen door je vergevingsgezindheid, tegenover je eigen lichaam zowel
als tegen de omstandigheden van je leven. Hier is een deel van wat Jezus zegt
in de sectie getiteld: 'de boodschap van de kruisiging’. Je zult nooit een
treffender voorbeeld vinden van weigering van hoe over de waarheid een
compromis te sluiten.
Een
gewelddaad kan per slot alleen tegen het lichaam worden gericht. Het lijdt
weinig twijfel dat het ene lichaam het andere kan aanvallen en zelfs
vernietigen. Maar als vernietiging op zichzelf onmogelijk is, kan iets wat
vernietigbaar is niet werkelijk zijn. De vernietiging ervan rechtvaardigt dus
geen woede. In de mate waarin je gelooft dat dit wel zo is, neem jij valse
uitgangspunten aan en onderwijs je die aan anderen. De boodschap die de
kruisiging wilde uitdragen was dat het onnodig is in vervolging enige vorm van
geweld te bespeuren, omdat je niet kunt
worden vervolgd. Als jij met woede reageert, moet dit wel betekenen dat je
jezelf gelijkstelt aan het vernietigbare en dat je jezelf dus op een
waanzinnige manier bekijkt.
Menen
dat je de vrede van God verlangt wil zeggen alle dromen laten varen.Want niemand meent
deze woorden die illusies wil en die daarom de middelen zoekt die tot illusies
leiden. Hij heeft ze bekeken en te licht bevonden. Nu probeert hij eraan
voorbij te gaan, omdat hij inziet dat een nieuwe droom niets meer zou bieden
dan alle andere. Dromen zijn voor hem een en hetzelfde. En hij heeft begrepen
dat hun enige verschil er een is van vorm, want de ene droom zal dezelfde
wanhoop en ellende brengen als alle andere.
Jij hebt werk te doen, samen met de Heilige Geest, teneinde
je de ogen te openen en je denkgeest in een conditie te brengen zodat je uit de
droom kunt ontwaken en je bewust worden van wat je werkelijk bent en waar je
werkelijk bent. Hoe moeilijk het voor jou ook mag zijn om dit in je huidige
conditie te geloven: al je levens zijn slechts één grote, gigantische mentale
trip geweest die nergens toe leidt. Het vereist werk om het punt te bereiken
waar die waarheid in ervaring keert. Dus doe het. Denk vergeving, zeg het
niet.; vergeving gebeurt in stilte. Doe de Cursus. Trap niet in de val door te
denken dat je gewoon maar tot God kunt bidden en dat alle voor elkaar komt. Dat
is een mythe.
Van de woorden ‘Ik wil de vrede van God’ zegt de Cursus:
Deze
woorden uitspreken is niets. Maar deze woorden menen is alles.Als je ze maar één
moment kon menen, dan zou voor jou geen verdriet meer mogelijk zijn, in welke
vorm, en waar of wanneer dan ook. De Hemel zou weer geheel tot het volle
bewustzijn zijn gebracht, de Godsherinnering totaal hervonden en de opstanding
van heel de schepping volledig zijn beseft.
Je bent eigenlijk al in de Hemel, maar je weet het niet. Je
denkgeest is zich er niet bewust van. Je hebt God of de Hemel in werkelijkheid
nooit verlaten. Als de afscheiding van God nooit heeft plaatsgevonden dan zou
dat waar moeten zijn, is het niet? Daarom zei Jezus over het Koninkrijk der
Hemelen: ‘Het zal niet komen door er naar uit te kijken. Er zal niet gezegd
worden ‘zie hier’ of ‘zie daar’. Sterker het Koninkrijk van de Vader is
uitgespreid over de aarde en de mensen zien het niet.’ Zoals Jezus je in de
Cursus vraagt:
Waarom
wachten op de Hemel? Zij die het licht zoeken bedekken slechts hun ogen. Het
licht is nú in hen.Verlichting is slechts een herkenning en
allerminst een verandering. Het licht is niet van deze wereld, maar ook jij die
het licht in je draagt bent hier een vreemde. Het licht kwam met jou mee vanuit
je geboortehuis en is bij je gebleven omdat het jou eigen is. Het is het enige
wat jij met je meebrengt van Hem die jouw Oorsprong is. Het straalt in jou
omdat het je huis verlicht en leidt je terug naar waar het vandaan gekomen is
en waar jij thuis bent.
Het is net zo belangrijk om de kleine dingen als de
ogenschijnlijk grote dingen te vergeven. Alles wat je innerlijke vrede
verstoort en dus niet de vrede van God is. Je moet bereid zijn alles
gelijkelijk te vergeven. Dat is waarom de Cursus zegt dat wonderen allemaal
gelijk zijn.
Wonderen kennen geen rangorde naar moeilijkheid. Het
ene is niet ‘moeilijker’ of ‘groter’ dan het andere. Ze zijn allemaal gelijk. Alle uitingen van liefde zijn maximaal.
Uiteindelijk zal je de gelijkheid zien van dingen die niet
belangrijk voor je zijn en dingen die dat wel zijn.
Het idee voor vandaag (ik kan ontsnappen aan de wereld die ik zie door
aanvalgedachten op te geven) introduceert de gedachte dat je niet gevangen zit
in de wereld die jij ziet, omdat de oorzaak ervan kan worden veranderd. Deze verandering vereist eerst dat de
oorzaak herkend en daarna losgelaten wordt, zodat die kan worden vervangen.Bij de eerste
twee stappen in dit proces is jouw medewerking vereist. Bij de laatste niet.Jouw beelden zijn al vervangen. Door de eerste twee
stappen te zetten zal je zien dat dit zo is.
Dat is de manier om je God te herinneren. Met andere woorden jij bent niet
verantwoordelijk voor het deel van de Heilige Geest. Dat is waarom ik je zeg
dat je Hem moet vertrouwen.
Deze morgen hebben we het over het stiltecentrum. Dit is een
zin uit het einde van het deel ‘Ik hoef niets te doen’ in de tekst, hoofdstuk
18 (T18.VII.8:1-4). In het begin van hoofdstuk 18 kan je een vergelijkend iets
terugvinden waar Jezus zegt: ‘Wend je tot de majesteitelijke rust van binnen.’
Het stiltecentrum is er wanneer onze keuzemakende denkgeest
ervoor kiest om juist gericht denkend te worden, wanneer hij ervoor kiest in de
liefde en de vrede van de Heilige Geest of van Jezus te blijven in
tegenstelling tot het onrustige centrum die er is wanneer onze denkgeest kiest
voor het ego en voor het schorre gekrijs van zonde, schuld, angst, aanval,
straf en dood.
In het deel ‘Ik hoef niets te doen’ doet Jezus een beroep op
ons om steeds terug te keren naar dat stiltecentrum. Wanneer ik dat deel lees
moet ik telkens denken aan het oog van een orkaan. Je kent wel die wentelende
massa met zijn druk en turbulentie. Het centrum hiervan is het oog en dit oog
is het stiltecentrum dat ons geestelijk gezond houdt, die onze vrede bewaard
ondanks al het schorre gekrijs van het ego, van die razende activiteit die
voortdurend ons, als lichamen, omringd, lichamen die in een wereld van lichamen
leven, die leven in een wereld van speciale relaties. En wat er buiten uit ook
gebeurt of we nu iemand zijn uit Haïti die leeft te midden van aardbevingen of
we kennen de gevolgen van een tsunami in Zuidoost Azië of we zitten in een
oorlogsgebied in Irak of Iran, Afghanistan, Pakistan, de Westoever of Gaza. Het
maakt niet uit waar we ons bevinden, waar deze ravage of oorlog zich ook mag
voordoen, er is altijd een vredige plek, er is dat stiltecentrum waar we kunnen
naar terugkeren en dat is de suggestie van dat deel en uiteraard van de Cursus.
Jezus zegt ons niet dat we de wereld moeten ontkennen of dat
we de wereld moeten negeren of onze lichamen of de behoeften die onze lichamen
hebben, maar om te midden van dit alles nog steeds in staat te zijn om naar dit
stiltecentrum te gaan waar alles stil en vredig is. Het is dezelfde gedachte
als het uittillen van onszelf, samen met Jezus, boven het slagveld en er op
neer te kijken.
Het lichaam is voortdurend in beweging. Het lichaam wordt
getiranniseerd door al zijn behoeften. Ik heb wel eens gezegd dat het lichaam echt
een behoeftig apparaat is, aangestuurd door de behoefte van het ego om ons
onbewust, geesteloos te houden en er is niets meer dan pijn – en natuurlijk ook
genot – die ons vasthoudt in het lichaam en de wereld van lichamen. Dit is wat
het lichaam werkelijk maakt en het stiltecentrum ver verwijderd houdt. Zo ver,
ver van ons verwijderd zodat we er nooit zouden voor kiezen.
Dus nogmaals, we worden niet gevraagd om datgene wat er in
de wereld gebeurd te ontkennen. We worden niet gevraagd om orkanen te negeren
of de enorm krachtige winden en plenzende regenbuien. We worden echter wel
gevraagd om te midden hiervan er boven uit te stijgen en naar dat stiltecentrum
te gaan. En het is in dit stiltecentrum dat we alles anders zien.
Dat is wat Jezus bedoelt wanneer hij ons telkens weer zegt
om opnieuw te kiezen. En het is de denkgeest die een keuze maakt, niet het
lichaam. Hij vraagt ons dus daar naartoe te gaan. En er bestaat geen enkel
probleem dat niet door het stiltecentrum opgelost kan worden, geen enkel
probleem.
Dat is ook de reden waarom het eerste principe van wonderen
zegt dat wonderen geen rangorde naar moeilijkheid kennen. Er is bij wonderen
geen rangorde naar moeilijkheid, zoals Bill Thetford altijd zei, omdat er geen
rangorde is in moeilijkheid in het oplossen van problemen. Elk probleem is
hetzelfde: de keuze van de denkgeest voor schuld. Dat is het probleem, niet de
schuld, niet de gedachte van zonde, het is het geloof in schuld of in zonde
door de denkgeest. Het is de keuze van de denkgeest om hier in te geloven die
het probleem vormt. Gelijk welk probleem dat ons en de wereld bedreigd, elk
probleem, zonder een enkele uitzondering, is een projectie van die keuze van de
denkgeest.
Wanneer we naar dat stiltecentrum gaan dan begrijpen we dit
plots, we begrijpen dat we de eerste wet van de chaos negeren, dat er geen
rangorde in illusies is. Het eerste principe van wonderen is in feite hier de
correctie op. Elke illusie is gelijk. Elk probleem is hetzelfde: één probleem,
één oplossing, zoals les 79 en 80 zeggen. De wereld zet het ene probleem na het
andere, na een volgende en een volgende. Sommige zijn groot. Sommige zijn
monsterlijk. Sommige zijn afschuwelijk. Sommige lijken minder erg te zijn, maar
ze zijn allemaal gelijk. Ze hebben allemaal een waarde gekregen door de
denkgeest om onze vrede te verstoren.
Wanneer we naar dit stiltecentrum terugkeren, die de woning
is van de Heilige Geest en tevens onze woning, dan veranderd plots alles. De
wereld van de vorm mag dan wel niet veranderen, maar onze waarneming veranderd.
Dat is de visie van Christus die iedereen en elke situatie als hetzelfde ziet. En
het enige wat nodig is voor deze genezende verschuiving van waarnemen is terug
te keren naar de denkgeest en zeggen: ik wil niet langer de onrust van het ego.
Ik wil dit stiltecentrum dat God mij heeft gegeven.
Dit is een samenvatting, een begeleiding bij de formule in de cursus voor
vergeving, die zegt:
a) dat de oorzaak moet geïdentificeerd worden;
b) dan losgelaten en
c) worden vervangen)
Het idee voor vandaag (ik kan ontsnappen aan de wereld die ik zie door
aanvalgedachten op te geven) introduceert de gedachte dat je niet gevangen zit
in de wereld die jij ziet, omdat de oorzaak ervan kan worden veranderd. Deze verandering
vereist eerst dat de oorzaak herkend en daarna losgelaten wordt, zodat die kan
worden vervangen.Bij de eerste
twee stappen in dit proces is jouw medewerking vereist. Bij de laatste niet.
Jouw beelden zijn al vervangen. Door de eerste twee stappen te zetten zal je
zien dat dit zo is.
Het kan zijn dat het lijkt dat mensen je vergeving niet
aanvaarden. Dat doet er niet toe. De Heilige Geest zal jouw vergeving in hun
denkgeest bewaren totdat zij klaar zijn om het te accepteren. Het doet er zelfs
niet toe of de persoon fysiek ‘leeft’ of niet. De Heilige Geest zal de kloof
overbruggen die tussen de verschillende aspecten van je geest lijkt te bestaan
en je weer heel maken. Want zoals de Cursus zegt over jou en degene die je
vergeeft:
De
Heilige Geest is in jullie beider denkgeest aanwezig en Hij is Eén omdat er
geen kloof is die Zijn Eenheid scheidt van Zichzelf. De kloof tussen jullie
lichamen doet niet ter zake, want wat in Hem verbonden is, is altijd één.Niemand is ziek als
iemand anders zijn verbondenheid met hem aanvaardt. Zijn verlangen om een zieke
en afgescheiden denkgeest te zijn kan zonder getuige of oorzaak niet blijven
bestaan. En beide zijn verdwenen als iemand met hem verenigd wil zijn. Hij
droomt dat hij van zijn broeder gescheiden was die, door zijn droom niet te
delen, de ruimte tussen hen heeft leeg gelaten. En de Vader komt Zich met Zijn
Zoon verbinden, met wie de Heilige Geest Zich verbonden heeft.
Vergeving bereidt je voor om het Koninkrijk der Hemelen
binnen te gaan! Zoals de Cursus zegt:
Je
herinneren is niets anders dan in je denkgeest hervinden wat daar al is. Wat
jij je herinnert maak jij niet, je aanvaardt slechts opnieuw wat daar al
aanwezig is, maar verworpen werd. Het vermogen om in deze wereld de waarheid te aanvaarden is
de waarnemingsgebonden tegenhanger van wat in het Koninkrijk scheppen is. God
zal Zijn deel doen als jij het jouwe doet en wat Hij teruggeeft in ruil voor
het jouwe is het inruilen van waarneming voor kennis. Niets gaat
Zijn Wil voor jou te boven. Geef slechts te kennen dat je je Hem herinneren
wilt en zie! Hij zal jou alles geven, als je er maar om vraagt
Jouw taak is om te vergeven, niet om de schijnbaar
afgescheiden geesten die je vergeeft te vragen het met je eens te zijn. Bij
wijze van een anderen manier om naar dit ingrediënt van vergeving te kijken
herinner je deze paragraaf uit het werkboek:
Er is
een heel eenvoudige manier om de deur naar ware vergeving te vinden en te zien
hoe die ter verwelkoming wijd open staat. Wanneer jij voelt dat je in de
verleiding komt iemand te beschuldigen van enigerlei zonde, sta dan je
denkgeest niet toe te blijven stilstaan bij wat jij denkt dat hij heeft gedaan,
want dat is zelfmisleiding. Vraag liever: ‘Wil ik mezelf hiervan beschuldigen?’
We zeiden dat Jezus het verhaal van Plato over de grot
waardeerde. Jezus refereert hier aan in deze aanhaling uit de Cursus die
duidelijk maakt dat zowel jij als je broeder bewuste en onbewuste weerstand
tegen de waarheid zullen hebben. Het suggereert ook dat je niet moet verwachten
dat iedereen in dit leven het eens met je zal zijn:
Gevangenen die jarenlang in
zware ketenen lagen, uitgehongerd en uitgemergeld, zwak en uitgeput en wier
ogen zo lang in het donker neergeslagen waren geweest dat zij zich het licht
niet meer herinneren, springen niet op van vreugde op het moment dat ze worden
bevrijd. Het kost hun een tijdje om te begrijpen wat vrijheid is.Je hebt
maar zwakjes in het stof rondgetast en je broeders hand gevonden, onzeker of je
die zou loslaten of het leven vast zou grijpen dat zo lang vergeten was.
Verstevig je greep en sla je ogen op naar je sterke metgezel, in wie de
betekenis van jouw vrijheid schuilt. Hij leek naast jou gekruisigd. En toch is
zijn heiligheid onaangetast en volmaakt gebleven en
En in het deel ‘Het alternatief voor angstdromen’:
Je deelt
geen kwade dromen als je de dromer vergeeft en ziet dat hij niet de droom is
die hij heeft gemaakt. En zo kan hij geen deel zijn van die van jou, waar
jullie beiden vrij van zijn.Vergeving scheidt de dromer van de kwade droom
en bevrijdt hem aldus. Onthoud dat wanneer jij een kwade droom deelt, je zult
geloven dat jij de droom bent die je deelt. En doordat je daar bang voor bent,
zal jij je eigen Identiteit niet willen kennen, omdat je denkt dat Die
beangstigend is. En je zult je Zelf verloochenen en vreemde grond bewandelen
die jouw Schepper niet heeft gemaakt en waar je iets lijkt te zijn wat jij niet
bent. Je zult oorlog voeren tegen je Zelf dat jouw vijand schijnt te zijn en je
zult je broeder aanvallen als deel van wat jij haat. Er is geen compromis, Jij
bent je Zelf of een illusie. Wat kan er tussen illusie en de waarheid zijn? Een
tussengebied, waar je iets kunt zijn wat jij niet bent, moet wel een droom en
kan niet de waarheid zijn.