3. Het idee van
vandaag moet de hele dag zo vaak mogelijk worden toegepast. Wanneer je maar
even een moment hebt, herhaal het dan langzaam voor jezelf, terwijl je om je
heen kijkt en probeert te beseffen dat het idee voor alles geldt wat je nu ziet
of nu zou kunnen zien, als het zich in je gezichtsveld bevond.
Jezus herinnert ons opnieuw aan het veralgemenen en om, in
onze toepassing van de lessen, niets uit te sluiten want onthoud dat eens je
gelooft dat er een rangorde in illusies is, dan bevestig je hiermee dat de
afscheiding en verschillen werkelijk zijn. De enige werkelijkheid echter is de
Verzoeningsgedachte in onze denkgeest. Alles in deze wereld wordt dan als hetzelfde
gezien omdat alle dingen hetzelfde doel van vergeving delen.
4. Ware visie is niet
beperkt tot begrippen als ‘dichtbij’ en ‘veraf’. Om je aan dit idee te helpen
wennen, moet je bij het toepassen van het idee van vandaag proberen zowel aan
dingen te denken die buiten je huidige blikveld liggen als aan dingen die je
daadwerkelijk kunt zien.
Hier zien we hoe Jezus heel subtiel het idee aanreikt dat de
gedachte van vandaag niet alleen van toepassing is voor wat we fysiek met de
ogen zien, maar ook voor wat we denken, voor wat we in onze gedachten zien en
wat we 'werkelijk’ zien. Nogmaals, echte visie heeft niets te maken met het
fysieke. Visie is niet van toepassing op wat we fysiek waarnemen (zien, horen,
voelen, aanraken, of wat dan ook) maar op wat we denken. Herinner je dat er geen verschil is tussen wat we denken en
wat we zien. Het is slechts door deze waarheid te aanvaarden dat het inzicht
ontstaat dat zal leiden tot een ervaring van onze éénheid, een éénheid die
enkel in de geest kan bestaan aangezien lichamen van elkaar gescheiden zijn.
Zoals Jezus ons in de tekst hieraan herinnert: ‘Denkgeesten zijn met elkaar
verbonden, lichamen niet.’ (T. 18. VI. 3:1)
(5:1-2) Ware visie
wordt niet alleen niet door ruimte en afstand beperkt, maar is ook allerminst
op de ogen van het lichaam aangewezen. Haar enige bron is de denkgeest.
We kunnen geen duidelijker uitspraak krijgen dan deze. Jezus
heeft het hier niet over wat we waarnemen omdat we altijd een of andere vorm
van afscheiding zien wat wil zeggen dat wat we zien afkomstig is van een
afscheidingsgedachte uit onze denkgeest, een gedachte die als zodanig dus
onjuist is: niets zo verblindend als de waarneming van vorm (T. 22. III. 6:7)
en een regel die we regelmatig zullen aanhalen: En alhoewel het niet specifiek
vernoemd wordt in deze les staat de gedachte om ons voor hulp tot Jezus of de
Heilige Geest te wenden, centraal in onze training van Een Cursus in Wonderen.
Door ons van God af te scheiden zien we ons ook afgescheiden van Jezus of van de
Heilige Geest en zien we onze afgescheiden staat aan als onze werkelijkheid.
Alles wat we vanuit dat standpunt denken, zien of geloven is als gevolg hieraan
dus ook verkeerd. Daarom gaat er ook zoveel angst gepaard met het doen van deze
Cursus. Het begint ons geleidelijk aan te dagen dat we verkeerd zijn over wat
we denken, waarnemen en oordelen over onszelf en over alle anderen.
(5:3-4) Om je te
helpen ook meer aan dit idee gewend te raken, moet je er verscheidene
oefenperioden aan wijden het idee van vandaag met gesloten ogen toe te passen,
waarbij je elk onderwerp dat maar in je denkgeest opkomt gebruikt en in plaats
van naar buiten naar binnen kijkt. Het idee van vandaag geldt voor beide
evenzeer.
Het antwoord waarom het idee van vandaag tegelijkertijd
toegepast wordt op wat binnenin is als wat buiten ons is, is omdat er niets
buiten ons is. Wat buiten ons lijkt te zijn is slechts een projectie van onze
gedachten. Of we nu naar onze gedachten buiten ons of onze gedachten binnen in
onze denkgeest kijken maakt geen verschil uit. Het blijven gedachten. Deze twee
lessen zijn vrij duidelijk over het ontstaan van alles in onze denkgeest. Dit
staat in directe verbinding met wat in de tekst wordt beschreven en reeds in
deze lessen gezien gebben: ideeën
verlaten hun bron niet. Het idee, de gedachte van een afgescheiden wereld,
relatie en lichaam heeft nooit zijn bron in de denkgeest verlaten. Alles wat we
waarnemen zijn onze geprojecteerde gedachten. Het enige wat dus belangrijk is,
is in contact komen met de bron van deze gedachten, het ego of de Heilige
Geest. Dit is het ultieme doel van deze oefeningen en van Een Cursus in
Wonderen zelf.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten