Een vredige gedachte
is geen geringe gave.
Met dit in gedachten zou één ingrediënt van vergeving, wanneer zich die
gelegenheid voordoet, zijn om je te herinneren dat je droomt. Jij schreef de
droom en liet de figuren in de droom iets voor jou dramatiseren zodat jij je
onbewuste schuld buiten jezelf kon zien. Als jij je herinnert dat je droomt dan
is er daarbuiten niets behalve jouw eigen projectie. Als je dat eenmaal gelooft
– en geloof komt alleen door oefening en ervaring – dan is er geen noodzaak
meer voor de dingen die je ziet en nu vergeeft, om verder enige invloed op jou
te hebben. Zoals de Cursus zegt:
Het
wonder stelt vast dat je een droom droomt waarvan de inhoud niet waar is. Dit
is een cruciale stap in het omgaan met illusies. Niemand is er bang voor
wanneer hij ziet dat hij ze zelf verzonnen heeft. De angst werd op
zijn plaats gehouden doordat hij niet inzag dat hij de auteur was van de droom
en niet een personage in de droom. Hij bezorgt zichzelf de consequenties
waarvan hij droomt dat hij ze zijn broeder heeft bezorgd. En dit is al wat de
droom heeft samengesteld en hem aangeboden, om hem te tonen dat zijn wensen
zijn uitgevoerd. Zo vreest hij zijn eigen aanval, maar ziet die als door
andermans hand. Als slachtoffer is hij degene die lijdt onder de gevolgen
ervan, maar niet hun oorzaak. Hij was niet de auteur van zijn eigen aanval en
is onschuldig aan wat hij veroorzaakt heeft. Het wonder doet niets anders dan
hem tonen dat hij niets heeft gedaan. Wat hij vreest is een oorzaak zonder de
gevolgen die haar tot oorzaak zouden maken. En dus is die er nooit geweest.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten