Een belangrijk deel van het proces van de Cursus is de
duisternis naar het licht te brengen. Deze morgen zullen we het in het kort hebben
over het licht waar we de duisternis naar toe brengen.
Een belangrijke accent van de Cursus dat duidelijk naar
voren komt is dat Jezus ons voortdurend vertelt over de aard van het ego en over
het feit hoe we duisternis naar het licht kunnen brengen wanneer we niet weten
wat we naar dit licht moeten brengen. Duidelijk is dat de Cursus enorm veel biedt
dat zich onderscheid van de meeste spirituele denksystemen over de aard van het
ego en dan vooral het denksysteem van speciaalheid van het ego, een vertoon dat
we op een of andere manier gekozen hebben als onze werkelijkheid en onze identiteit.
Maar het is ook behulpzaam en maakt in feite een belangrijk deel uit van het
proces van de Cursus, meer onrechtstreeks dan rechtstreeks, dat we werkelijk
begrijpen wat het licht is en wat het is dat we naar de duisternis brengen.
In deel 2 van het werkboek is er een prachtige passage waar
ik regelmatig naar verwijs, die zegt: ‘Onze Liefde wacht ons nu we naar Hem
toegaan …. Hij schiet in niets tekort. Hij het einddoel dat we zoeken en Hij
het Middel waardoor we tot Hem gaan.’ (Wd2.302.2)
Het is die Liefde van God die het onderwerp vormt van die
les, de Liefde van God die de Bron is van onze Identiteit, ons juist gerichte
Identiteit in deze wereld. We worden niet gevraagd om ons te herinneren Wie we
zijn als Christus, maar we worden wel gevraagd om die herinnering van Wie we
zijn als Christus te weerspiegelen in onze dagelijkse relaties. Het is de bron
van dat waar de Cursus naar verwijst als de visie van Christus, de visie dat
iedereen hier gelijk is, dezelfde is.
In de Cursus worden we vaak de vraag gesteld om het gelaat
van Christus in onze broeders te zien, om het licht dat in onze broeders
schijnt te zien in plaats van de duisternis. Maar vaak is het zo, wanneer we
helemaal in beslag genomen zijn door het denksysteem van het ego, we het bos
door de bomen niet meer zien. We vergeten het groter geheel van onze reis. We
vergeten wat er op het einde van de reis is. We vergeten de beminnelijkheid en
de schoonheid van het bos omdat onze ogen bijna helemaal overspoeld worden door
de enormiteit van het denksysteem van het ego, de hevigheid van onze haat, van
onze schuld, van de duisternis in het algemeen en dus blijven we ons maar
focussen op de destructieve bomen en vergeten we dat deze destructieve bomen
werkelijk deel uitmaken van een grotere trip.
Wat het voor ons werkelijk mogelijk maakt om door de
duisternis te stappen, zoals Jezus aangeeft in hoofdstuk 18, is te stappen door
de cirkel van de angst samen met de Heilige Geest en met God en Zijn Liefde aan
de andere zijde … wat dit mogelijk maakt is door te weten dat de liefde samen
met ons gaat. Liefde is niet alleen het Eindresultaat, maar tevens het Middel
waarmee we dit Resultaat bereiken.
Dat we niet alleen kinderen van het kwaad, duisternis en
zonde zijn, maar we in werkelijkheid kinderen van het licht zijn. En nogmaals,
het is enorm belangrijk dat we niet vergeten om naar die duisternis te kijken
als het middel naar het einde. We kijken naar de duisternis met de liefde van
Jezus naast ons en dat is hetgene ons in staat stelt om ons te herinneren dat
we kinderen van het licht zijn.
In de Cursus wijst Jezus ons beide delen aan, nogmaals, de
enorme nadruk op de duisternis van het ego, maar tegelijkertijd herinnert hij
ons voortdurend aan wie we zijn en dat we altijd de keuze hebben. En de keuze
om terug te keren naar huis, naar het licht, neemt ons mee door de duisternis.
Maar het is enorm belangrijk dat we niet vergeten dat dit het licht is op het
einde van de tunnel die ons in staat stelt om door de tunnel te gaan. Het
denksysteem van het ego is zo enorm, zo immens in zijn haat en zelfhaat voor de
schuld en onze angst voor straf, onze angst voor lijden, onze angst voor de
dood, onze angst voor verlies, dat het, nogmaals, zo makkelijk is en dit kan
niet vaak genoeg gezegd worden, dat we ons zicht van het bos verliezen omwille
van de bomen.
Het is die Liefde die de Cursus vult. Die Liefde is de bron
van de Cursus. Het was die liefde die in Helen was en die haar in staat stelde
om het middel te zijn waardoor deze liefde naar buiten kon komen. Die ons in staat
stelt de reis te maken door het ego, voorbij het ego naar de liefde die ons
ware Zelf is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten