Geloof het of niet, maar deze morgen zullen we het hebben
over Een Cursus in Wonderen en dan in het bijzonder over wat de bron vormt van
vele vervormingen en vergissingen die men maakt in het begrijpen van de Cursus
en dan uiteraard bij het toepassen ervan in het dagelijkse leven en dit raakt
de kern van wat de boodschap van Een Cursus in Wonderen werkelijk is. Om de
betekenis van vergeving te begrijpen is het nodig om het belangrijke
onderscheid te begrijpen, die Jezus door de hele Cursus maakt, tussen geest en
lichaam of het onderscheid tussen de denkgeest en het lichaam.
In hoofdstuk 2 heeft hij het over niveauverwarring. In feite
reeds iets eerder in de principes van wonderen. En in hoofdstuk 2 heeft hij het
hierover in de context van ziekte en genezing. En de niveauverwarring is het
geloof dat het het lichaam is dat ziek is en dat het daarom het lichaam is dat
behoefte heeft aan genezing terwijl het zo is dat het lichaam een illusie is, …
een idee die zijn bron in de denkgeest nooit verlaten heeft en daarom er ook
niet buiten bestaat, maar het de denkgeest is die ziek is. De keuzemakende
denkgeest die ervoor gekozen heeft te geloven in het denksysteem van het ego
die zelf de ziekte is en die ook over de kracht beschikt om zichzelf te
corrigeren en voor genezing kiest door voor Jezus of de Heilige Geest te kiezen
als zijn leraar. Nogmaals, het is dit onderscheid tussen denkgeest en lichaam
die de bron is voor zoveel misverstanden wanneer studenten Een Cursus in
Wonderen beginnen te lezen en proberen ernaar te leven. De Cursus kan nooit
begrepen worden wanneer hij begrepen wordt vanuit het perspectief van het
lichaam; wanneer iemand die de Cursus leest, bestudeert en in praktijk brengt
denkt dat hij of zij een lichaam is; denkt dat hij of zij een persoon is en
bovendien denkt dat Jezus zich tot hem of haar richt als een persoon … een
persoon die Een Cursus in Wonderen leest en bestudeert.
Dit kan niet zo zijn omdat ons keer op keer gezegd wordt dat
‘ideeën hun bron niet verlaten’ en dat er niemand daar buiten is. Dus hoe zou
Jezus zich kunnen richten tot iemand die er niet is? Deed hij dat wel dan zou
hij hallucineren, wat wil zeggen deel zou nemen aan de psychose waarvan Jezus
ons zegt dat dit het lot van iedereen is. Hij maakt natuurlijk geen gebruik van
het woord ‘psychose’, maar gebruikt wel het woord ‘waanzin’. Dit op een andere manier zeggen is te
herkennen … en in feite haal ik veelvuldig aan dat een manier om zich bewust te
worden of in staat te zijn om de groei in deze Cursus naar waarde te schatten,
is door het herkennen dat wanneer de tijd gekomen is, wanneer jij je realiseert
dat de ‘jij’ waar Jezus in de Cursus voortdurend naar verwijst, nogmaals, niet
de ‘jij’ is die je denkt te zijn; die persoon waarvan jij denkt die dit boek
bestudeert, maar dat de ‘jij’ de keuzemakende denkgeest is die opnieuw moet
kiezen. Wanneer je dat herkent, dat is het moment dat jij je er bewust van
wordt dat je werkelijk vooruitgang boekt met/in deze Cursus. Dat is het
ogenblik dat je begint et begrijpen dat alles in deze Cursus enkel gaat over
het veranderen van jouw denken. Dat wanneer men boodschappen ontvangt van Jezus
of dit nu de uitgebreide boodschap is van Een Cursus in Wonderen of
persoonlijke boodschappen of ervaringen die men heeft, dat deze nooit gaan over
iets wat je moet doen, het nooit gaat over de geheime missie die je denkt te
hebben. Dit gaat altijd en enkel over de enige functie waarin hij
geïnteresseerd is en die onze functie van vergeving is.
Daar gaat het deel ‘de speciale functie’ over (T25.VI). We
hebben allemaal dezelfde speciale functie. Ze komt voor in talrijke
verschillende vormen, maar we delen allemaal dezelfde functie om te leren
vergeven. Dit proces doet zich enkel voor in de denkgeest omdat het alleen in
de denkgeest is waar ervoor gekozen werd om niet te vergeven, maar gekozen werd
voor aanval … eerst zichzelf, wat de betekenis is voor schuld, om dit dan naar
buiten te projecteren en iedereen aan te vallen. Dit gaat dus in werkelijkheid
allemaal over het veranderen van onze identificatie met het lichaam naar de
denkgeest. Dat was ook hetgeen Jezus vanaf het begin zei tegen Helen, aan ons
allemaal zegt in alle drie de boeken van de Cursus en ons voortdurend zegt in
onze denkgeest. Hij die de liefdevolle aanwezigheid is van de waarheid die ons terugroept
naar binnen in de denkgeest zodat wij zouden kiezen voor zijn boodschap in
plaats van voor de boodschap van schuld, aanval en oordeel van het ego.
Terwijl we dus de Cursus lezen wordt ons zeker niet gevraagd
om onze fysieke ervaringen in deze wereld te ontkennen want opnieuw waarschuwt
Jezus in datzelfde deel uit hoofdstuk 2 en zegt hij dat het een uitermate
onwaardige poging is om onze fysieke ervaringen in deze wereld te ontkennen …
maar we worden gevraagd om deze ervaringen te gebruiken, fysieke en psychische
als de koninklijke weg, om de term van Freud te gebruiken, die ons terugvoert
naar de denkgeest waar we opnieuw kunnen kiezen. Het draait allemaal om de
denkgeest en niet het lichaam, niet omtrent gedrag, niet omtrent de wereld,
niet omtrent Een Cursus in Wonderen als een boek. Het draait allemaal omtrent
dit nieuwe denksysteem, die in werkelijkheid oud is, maar nieuw omdat we het
vergeten waren, die nu opnieuw geïntroduceerd wordt in onze ervaring en die ons
helpt afstand te nemen van het lichaam terug naar de denkgeest zodat we opnieuw
zouden kiezen. Gezien het de denkgeest is die de verkeerde keuze heeft gemaakt
is het ook de denkgeest die een juiste keuze kan maken. En dat is het doel van
Een Cursus in Wonderen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten