(1) Het idee van
vandaag is natuurlijk de reden waarom jouw manier van zien niet alleen op jou
invloed heeft. Je zult opmerken dat de ideeën die verband houden met denken
soms voorafgaan aan die met betrekking tot waarnemen, terwijl op andere
momenten de volgorde omgekeerd is. De reden daarvoor is dat de volgorde niet
uitmaakt. Denken en de resultaten daarvan zijn in feite gelijktijdig, want
oorzaak en gevolg zijn nooit gescheiden.
Jezus breidt hier het idee uit dat er slechts één
afgescheiden denkgeest is en zegt dat niet alleen onze denkgeesten verbonden
zijn, maar dat onze denkgeest en de wereld verbonden zijn; de wereld die niets
meer is dan een projectie van de afscheidingsgedachte van de denkgeest. Dit is
een andere formulering van het principe dat
ideeën hun bron niet verlaten, een thema dat centraal staat in de leer van
Een Cursus in Wonderen. Dit thema wordt ook in de tekst benadrukt (vb. T. 26. VII.
4) en het wordt later in het werkboek opnieuw naar voren gebracht (zoals
bijvoorbeeld in Wd1. 132. 5 en Wd1. 156.1). Ideeën verlaten hun bron niet, gevolgen verlaten hun oorzaak niet, de
wereld is niet afgescheiden van de denkgeest.
Wij zijn er nochtans zo zeker van dat wij gelijk hebben –
dat de wereld buiten ons bestaat – omdat we onszelf hierin zien net zoals we de
afgescheiden wereld buiten ons zien. Bovendien, door het minimaliseren, zo niet
het negeren van de kracht van onze gedachten, bewijzen wij dat we gelijk hebben
door de waarneming die we van onszelf hebben als slachtoffer van wat de wereld
ons aandoet. We denken dat de gedachten die we hebben geen gevolg hebben, splitsen
die daarom van ons af en verbergen ze in een fysieke afscherming, zodat we ons
enkel nog gewaar zijn van ons lichaam en hoe dit en andere lichamen reageren.
Dit komt omdat wij denken dat de wereld afgescheiden is van onze denkgeest, dat
het gevolg (de wereld) afgescheiden
is van de oorzaak (de denkgeest).
Maar, nogmaals, herinner je: ideeën
verlaten hun bron niet.
Analoog hieraan is wat je op een filmscherm ziet. Dit is
niets meer dan de film die vanuit de projector geprojecteerd wordt. Wat op het
scherm te zien is heeft zijn bron niet verlaten, de film rolt uit de projector.
Wanneer we deze analogie verder uitbreiden zien we dat wat op de filmband staat
dat is wat de regisseur, de manager, de producer, de acteurs en actrices wilden dat op de filmband kwam. Daarom
van zodra het op de filmband staat wordt het geprojecteerd en op het scherm
gezien alsof het op het scherm
gebeurd.
Als we nu terugkeren naar ons leven, zijn wij, de keuzemaker,
zowel regisseur, manager, producer en dan hebben we het nog niet over de hoofdrolspelers.
De film is wat we gekozen hebben, precies zoals we het op het scherm kunnen en
zullen zien. Men zou niet al die moeite doen om een film te maken als men niet
wou dat iemand die zou zien. En als het niet zo zou zijn dat de film echt
lijkt, dan zouden we er ook niet naar gaan kijken. Dus gaan we naar de film
voor opwinding, verlichting en ontspanning omdat we ervan houden te geloven dat
er iets is dat buiten ons is en die ons beroerd, of dat nu positief of negatief
is. Dat is het doel en alles wat hiertoe aanzet is hierop gericht. En dat is
precies wat we met de wereld doen. Het maken van onze droom heeft een specifiek
doel. We willen dat mensen erop reageren, onszelf inbegrepen, alsof dit allemaal waar is. Ik zie
iedereen dus buiten mij in de wereld, totaal vergetend dat het mijn film is. En
niet alleen heb ik de film gemaakt, maar ik heb hem gemaakt om overal rondom
mij zonde te zien, om overal boosdoeners te zien, behalve in mijzelf.
Van zodra we inzien dat oorzaak en gevolg nooit van elkaar
gescheiden zijn geweest en ook nooit zijn, begrijpen we dat wat we buiten ons
waarnemen slechts een beeld is die afkomstig is van een gedachte. Het
belangrijkste punt hierbij die we niet uit het oog mogen verliezen is de
achterliggende motivatie, waar we in de volgende les verder op ingaan – nl. dat
we leren dat de lessen van het ego waar zijn, maar dat wij er verantwoordelijk
voor zijn. Het ego leert ons dat we afgescheiden zijn van God, tot slachtoffer
gemaakt en Hem vermoord hebben, wat tot ons individueel bestaan heeft geleid. Dit
geloven we, maar dan wel dat iemand anders hiervoor verantwoordelijk is en niet
wijzelf.
Om deze overweldigende film van ons leven te maken zijn we
dus allemaal in grote moeilijkheden terecht gekomen met inderdaad een zeer hoge
inzet, het kost ons Alles. We
investeren enorm veel energie in deze film om tegemoet te komen aan het ultieme
doel van het ego, nl. bewijzen dat de afscheiding werkelijk is, maar dat wij
hier niet verantwoordelijk voor zijn. We vergeten dat wij de acteurs zijn met
specifieke namen en filmrollen, net zoals we ook de schrijver, regisseur en acteur zijn van het
script.
Wanneer we ons zouden realiseren dat wij dit allemaal zelf
bedacht hebben, dat wij, als regisseur de controle hebben over de film door de
andere Regisseur buiten te sluiten, dan zouden we ineens herkennen dat al onze
moeite en inspanningen voor niets waren omdat alles wat we gedaan hebben een
verdediging was tegen de waarheid. In een passage waarmee we steeds vertrouwder
zullen worden kunnen we lezen:
Maar wat als je inzag dat deze
wereld een hallucinatie is? En wat als je werkelijk begreep dat jij haar hebt
bedacht? Wat als je besefte dat degenen die erin lijken rond te lopen om te
zondigen en te sterven, aan te vallen en te moorden en zichzelf te vernietigen,
totaal onwerkelijk zijn? Zou je vertrouwen kunnen hebben in hetgeen je ziet,
als je dit aanvaardde? En zou je het dan zien? (T. 20. VIII. 7:3-7)
Met andere woorden, de verdedigende doelstelling van de
wereld wordt gehandhaafd door oorzaak en gevolg apart te houden, door te
vergeten dat onze gedachten de oorzaak zijn en de wereld het gevolg.
En ander punt in verband met deze les: de manier waarop ik zie heeft niet alleen gevolgen voor mij. De grote illusie van de wereld is dat ik privé haatgedachten kan hebben zonder iemand anders ermee te raken. Maar wanneer het Zoonschap één is, heeft dit ook op alles een gevolg gezien gedachten verenigd zijn en denkgeesten verbonden. Deze gevolgen worden over het algemeen niet waargenomen, maar vormen reden om een film te maken zodat de gevolgen daar terug te vinden zijn.
Daarom ook is ons schuldgevoel zo groot
want diep in ons kennen we het gevolg van onze boosheid. Of we het nu zeggen of
niet, fysiek, verbaal of via onze bewuste gedachten, het gevolg van boosheid
zegt ons voortdurend dat God en Jezus het verkeerd hebben en dat wij gelijk
hebben: de afscheiding is levend en wel en wij hebben de macht om de Hemel te
vernietigen. Nogmaals dit is de bron van onze schuld en de reden waarom Jezus
ons zegt om naar deze expressies van onze boosheid te kijken en, wat nog
belangrijker is, naar hun onderliggende gedachten. Als we deze niet veranderen,
zal er niets veranderen.
We keren terug naar het idee van éénheid:
(2:1-3) We
beklemtonen vandaag opnieuw het feit dat denkgeesten verbonden zijn. In het
begin is dit idee zelden helemaal welkom, want het lijkt een enorm gevoel van
verantwoordelijkheid met zich mee te brengen en kan zelfs beschouwd worden als
een ‘inbreuk op je privacy’. Toch is het een feit dat er geen privé-gedachten
bestaan.
In de droom zijn er zeker eigen gedachten. We hebben
allemaal de illusie dat wij ze hebben. We denken bijvoorbeeld: ‘Godzijdank heb
ik dat niet gezegd, zo weet mijn vriend niet wat ik echt denk. Op bewust niveau zal die persoon dat niet weten, maar
herinner je, we maken allemaal deel uit van eenzelfde denkgeest en op dat
niveau worden de angst en schuld van de ander versterkt door onze gedachten,
net zoals dat bij ons het geval is. Daarom, het is niet omdat, binnen onze droom,
op individueel niveau het gevolg van onze gedachten niet onmiddellijk zichtbaar
is, in de grotere denkgeest, waarin we allemaal eenzelfde gevolg zijn, hebben
gedachten een enorme kracht en versterken zij het denksysteem van het ego. Ze
herinneren er iedereen aan dat het ego levend en wel is en dat Jezus niet weet
waar hij het over heeft.
(wordt vervolgd)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten