Dit is een van de belangrijkste lessen van het werkboek. Een
les die ons duidelijkheid geeft over de aard van de wereld en wat verlossing
wel en niet is. Een ander waardevol aspect van deze les is de eenvoudige taal.
De wereld die we zien is een wereld van dood, wraak, geweld,
pijn en lijden. Het is soms ook een wereld van plezier en geluk, maar geen
enkel plezier of geluk is in de wereld blijvend. Wanneer het genoegen of geluk begint
te vervagen groeit weer onze ongerustheid, boosheid, voelen we een leegte en ervaren
pijn. Jezus leert ons hier nu dat de manier om deze pijn te ontvluchten niet is
door er iets aan te doen, maar door de manier hoe we naar deze wereld kijken te
veranderen.
(1:1-3) Het idee voor
vandaag bevat de enige uitweg uit de angst die ooit zal werken. Niets anders
zal baten, al het andere is zonder betekenis. Maar deze manier kan niet falen.
Je kan niet met angst leren omgaan door het te overwinnen of
door iets in de wereld of in het lichaam te veranderen. Je kan enkel bevrijd
worden van angst door de oorzaak
ervan te veranderen, namelijk de beslissing om afgescheiden te zijn. Vele
wereldse methoden zullen werken, maar niet altijd. Met andere woorden, de winst
die je eventueel krijgt door het volgen van wereldse richtlijnen houden niet stand,
hoe nobel en ideaal het ook mag lijken omdat de oorzaak van de ellende over het
hoofd is gezien. Dit was Jezus nadrukkelijk antwoord voor Helen - en één
waarnaar we regelmatig zullen terugkeren - toen zij hem in het begin van het
dictaat vroeg om haar angst van haar weg te halen:
Het corrigeren van angst is jouw
verantwoordelijkheid. Wanneer jij vraagt om bevrijding van angst, suggereer je
dat dit niet zo is. Je zou in plaats daarvan hulp moeten vragen in de
omstandigheden die de angst hebben teweeggebracht. Deze omstandigheden hebben
altijd te maken met de wens afgescheiden te zijn.
Je kunt wel blijven klagen over angst, maar desondanks volhard je erin jezelf bang te maken.
Als ik tussen jouw gedachten en hun uitwerking zou komen, zou ik tornen aan een elementaire wet van oorzaak en gevolg, de meest fundamentele wet die er is. Ik zou jou allerminst helpen als ik de kracht van je eigen denken zou kleineren. Dit zou lijnrecht ingaan tegen het doel van deze cursus. Het is veel nuttiger jou eraan te herinneren dat jij je gedachten niet zorgvuldig genoeg bewaakt. (T. 2. VI. 4:1-4; VII. 1:1, 4-7)
Je kunt wel blijven klagen over angst, maar desondanks volhard je erin jezelf bang te maken.
Als ik tussen jouw gedachten en hun uitwerking zou komen, zou ik tornen aan een elementaire wet van oorzaak en gevolg, de meest fundamentele wet die er is. Ik zou jou allerminst helpen als ik de kracht van je eigen denken zou kleineren. Dit zou lijnrecht ingaan tegen het doel van deze cursus. Het is veel nuttiger jou eraan te herinneren dat jij je gedachten niet zorgvuldig genoeg bewaakt. (T. 2. VI. 4:1-4; VII. 1:1, 4-7)
Door haar aandacht te richten op de oorzaak van haar onrust
en niet op het gevolg van haar angst wees Jezus haar dus op de kracht van haar
denkgeest.
(1:4-5) Elke gedachte
die je hebt, bouwt een gedeelte van de wereld die jij ziet. We moeten dus met
jouw gedachten aan het werk, wil jouw waarneming van de wereld veranderen.
Dit omschrijft duidelijk oorzaak en gevolg die heel
letterlijk genomen moet worden. De oorzaak van alles in de wereld zijn onze
gedachten en het gevolg is alles dat we in deze wereld ervaren. Dit principe
moet begrepen worden vanuit het standpunt van de denkgeest. De kans bestaat erin
dat we geneigd zijn te geloven dat een bepaalde gedachte die we hebben een
nadelig gevolg zou kunnen hebben op iets uitwendig. Bijvoorbeeld, wanneer je
als individu een boze gedachte hebt over iemand en dan gebeurd er jammer genoeg
iets, dan zou je verkeerdelijk kunnen denken dat deze les betekent dat jij
verantwoordelijk bent voor die persoon. Het is hier niet de bedoeling dat dit
zou leiden tot een schuldgevoel omdat er iets is gebeurd met iemand waarop jij
boos bent. Jezus heeft het hier over een gedachte in de denkgeest, wat wil
zeggen dat, indien deze persoon van de ladder valt, dit moet gezien worden als
een keuze dat die persoon heeft gemaakt, mogelijk samen met jou wanneer je erop
reageert – maar niet de jij die je
denkt dat je bent.
Het is essentieel om te onthouden dat gedachten van de
denkgeest zijn en niet van het brein. Er wordt algemeen aangenomen dat
gedachten bij het brein horen. Het is echter zo dat het brein helemaal niet
denkt, wat ons keer op keer weer verteld wordt. Jezus heeft het hier
uitsluitend over de denkgeest. En herinner je, de denkgeest is buiten tijd en
ruimte en de wereld van tijd en ruimte is ontstaan uit die ene
afscheidingsgedachte. Eens we geloven dat we hier zijn, schijnt alles werkelijk
te zijn en bestuurd te worden door wetten die wij vastgesteld hebben. En dat is
steeds een expressie van oorzaak en gevolg. Bijvoorbeeld ik drink vergif op en
mijn lichaam ervaart hier het gevolg van: ik word ziek en kan zelfs doodgaan.
Beide, de schijnbare oorzaak – het drinken van het vergif – en het schijnbare
gevolg – de ziekte van mijn lichaam of mijn dood – zijn gevolgen van een
grotere oorzaak, de gedachte die zegt: ‘Ik zal bewijzen dat ik gelijk heb en
dat God verkeerd is. Ik zal bewijzen dat de afscheiding echt is, dat het
lichaam echt is en dat zonde uiteindelijk een gevolg heeft, namelijk mijn dood.
‘
Deze les gaat niet in op dit principe, dat is de functie van
de tekst. Het onderliggend onderricht ervan wordt hier echter wel in
weerspiegeld. Jezus verwacht niet van zijn studenten dat zij een grondige
kennis hebben van de theoretische principes uit de tekst. Hij vraagt ons
eenvoudig om de oefeningen in praktijk te brengen. Een consistente beoefening
kan uiteindelijk leiden tot een begrip van de diepere metafysica van het
denksysteem van Een Cursus in Wonderen. Onthoud dat de wereld gemaakt werd als
een verdediging om niet in aanraking te komen met de gedachten in onze
denkgeest. ‘We moeten dus met jouw gedachten aan het werk’ is een heel
belangrijke uitspraak. Dit is een cursus in geesttraining, een cursus in het
veranderen van je denken en van hoe je waarneemt. Praktisch gezien betekent
‘veranderen wat je denkt’ veranderen van leraar van wie je wil leren. De
basisregel van Een Cursus in Wonderen is altijd: kies ik voor mijn ego om mij
te leren hoe ik de wereld zal waarnemen of laat ik Jezus of de Heilige Geest
mijn Leraar zijn? Mijn gedachten – schuld, boosheid en lijden of gedachten van
vrede en vergeving als een direct gevolg van de leraar waarvoor ik heb gekozen.
Het is daarom belangrijk te begrijpen dat een integraal deel van het leerplan
van de Cursus gericht is om een persoonlijke relatie met Jezus of de Heilige
Geest te ontwikkelen. Vanuit deze relatie zullen onze juist-gerichte gedachten
en daaruit voortvloeiend ons juist-gericht waarnemen en gedrag een
onvermijdelijk gevolg zijn.
(wordt vervolgd)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten