(5:1) Je zult hoe dan
ook leren dat vrede deel van jou en slechts van je vraagt dat je elke situatie
waarin je je bevindt, omhelst.
Het idee is dat we ons vredig kunnen voelen, niet alleen
wanneer alles rondom ons rustig is maar ook en vooral wanneer alles lijkt
uiteen te vallen: wanneer wij of onze familie getroffen zijn door ziekte,
wanneer er woede is of beschuldiging, wanneer er een gevoel is van schuld,
angst, ellende of gelijk welk minder goed gevoel. Dit zijn de momenten waarin
we vooral aan Jezus en aan dat wat hij ons leert moeten denken. Gezien vanuit een
standpunt tot leren is het duidelijk dat het geen zin heeft wanneer we ons
enkel tot hem en vrede vinden wanneer we psychisch rustig zijn. Onze rustige
momenten maken eenvoudig deel uit van ons trainingsprogramma om te leren naar
binnen te gaan zodat we, eens we dit proces goed onder de knie hebben, we vrede
kunnen oproepen telkens we ondervinden dat we ego gericht zijn voor hulp en we onmiddellijk
de noodzaak erkennen dat we van leraar moeten veranderen.
(5:2) En uiteindelijk
zal je leren dat er geen grens is aan waar jij bent, zodat jouw vrede overal
is, net als jij.
Dat is het ultieme doel dat geleerd moet worden: de
specifieke lessen en situaties die we geleerd hebben veralgemenen en toepassen
op alle relaties, alle situaties, zonder uitzondering altijd en in elke
omstandigheid. Wanneer er daarbuiten geen wereld is, de aanname van Een Cursus
in Wonderen, dan moet de wereld wel binnen in je zijn. Daar is het waar vrede
kan gevonden worden. Dat is wat we moeten leren en dat kunnen we maar doen door
studie en oefening.
(6:1-3) Je zult
merken dat in het kader van de herhaling sommige ideeën niet helemaal in hun
oorspronkelijke vorm worden aangeboden. Gebruik ze zoals ze hier gegeven zijn.
Het is niet nodig om terug te gaan naar de oorspronkelijke formulering of de
ideeën toe te passen zoals toen werd voorgesteld.
Jezus past hier een soort flexibiliteit toe als voorbeeld om
ons niet vast te houden aan de vorm van de lessen maar om ons in plaats daarvan
te richten op de onderliggende inhoud ervan.
(6:4) We leggen nu de
nadruk op de verbanden tussen de eerste vijftig ideeën die we behandeld hebben
en op de samenhang van het denksysteem waarheen ze jou leiden.
Het begrijpen van een concept van Een Cursus in Wonderen brengt
je automatisch naar een ander. Het voornaamste thema van deze eerste vijftig
lessen is de correctie van onze verkeerde waarnemingen. We konden keer op keer zien
hoe Jezus de nadruk legt op het feit dat het onze gedachten zijn die de wereld
die we zien bepalen volgens het principe dat hij ons tot twee keer toe in de
tekst geeft: projectie maakt waarneming
(T. 13. V. 3:5 – T. 21. Inl. 1:1).
Onze projecties zijn de oorzaak van de
wereld die we buiten ons waarnemen. Jezus leert ons dat dit een cursus is in
oorzaak en niet in gevolg. (T. 21. VII. 7:8) Met andere woorden dit is geen
cursus in het veranderen van de wereld of van ons gedrag maar in het veranderen
van onze gedachten die beladen zijn met oordeel en aanval. We projecteren deze
illusionaire gedachten van afscheiding en haat en zien een wereld die voortkomt
uit deze gedachten. Verlossing leert ons dus om deze verkeerde gedachten te
corrigeren door voor vrede als resultaat te kiezen in plaats van voor conflict.
Een ander belangrijk punt is het veranderen van onze keuze
of ons denken. De grote insteek van deze lessen is daarom ons te helpen bewust
te worden van wat we denken zodat we onze gedachten van oordeel en boosheid veranderen
naar gedachten van vergeving en vrede. Een keuze voor dergelijke gedachten breidt
deze automatisch uit.
Samengevat kunnen we zeggen dat het centrale thema is dat we
ons enerzijds realiseren wat de connectie is tussen onze aanvalgedachten en de
wereld die we zien en anderzijds dat we Jezus’ oproep herkennen dat wij ons
denken kunnen veranderen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten