Helen
stond er op dat elke regel-introductie van de dagelijkse herhaling
anders zou zijn. Let er maar eens op hoeveel verschillende manieren Jezus gebruikt
om te zeggen dat de herhaling voor deze vandaag volgende ideeën omvat.
(1) Niets wat ik zie betekent iets. (1)
In deze eerste lessen benadrukt Jezus dat wat we zien niets
betekent omdat wat we zien eerder afkomstig is van verkeerde gedachten van
oordeel en aanval.
(1:2-5) Dit is zo
omdat ik niets zie en niets heeft geen betekenis. Het is noodzakelijk dat ik
dit inzie, opdat ik kan leren zien. Wat ik nu denk te zien, neemt de plaats in
van visie. Ik moet het loslaten door te beseffen dat het geen betekenis heeft,
zodat visie daarvoor in de plaats kan komen.
Terwijl de term niet gebruikt wordt wijst Jezus er wel op
dat wij een gespleten denkgeest hebben. Dat we beschikken over de mogelijkheid
om te kijken met de visie van de Heilige Geest maar we bedekken deze
liefdevolle gedachten liever met gedachten van aanval en afscheiding. We kunnen
echter geen visie bereiken wanneer we de illusionaire en betekenisloze aard van
onze waarnemingen niet herkennen. En het zijn deze gekozen mispercepties die de
plaats innemen van visie, het doel van ego om zichzelf te beschermen en ons afgescheiden
zelf die zijn afgescheiden identiteit beschermt, die ons ervan weerhoudt om de
enige reden van onze aanwezigheid hier in deze wereld te ontdekken, namelijk:
vergeving.
(2) Ik heb alles wat ik zie alle betekenis
gegeven die het voor mij heeft. (2)
(2:2-4) Ik heb alles
waar ik naar kijk beoordeeld en dat en dat alleen is wat ik zie. Dat is geen
visie. Het is slechts een illusie van de werkelijkheid omdat mijn oordelen
volkomen los van de werkelijkheid zijn gevormd.
Herinner je dat elke gedachte in het denksysteem van het ego
een verdediging is tegen de waarheid van het Verzoeningsprincipe dat zegt dat
we God nooit verlaten hebben. Wat we waarnemen is een gevolg van het
oorspronkelijke oordeel dat wij ons van onze Bron en onze werkelijkheid hebben
afgescheiden, de fundamentele illusie waar alle andere uit voortkomen.
(2:5-6) Omdat ik wil
zien, ben ik bereid te erkennen dat mijn oordelen alle geldigheid missen. Mijn
oordelen hebben mij geschaad en aan hun leiband wil ik niet zien.
Jezus doet hier een oproep om te begrijpen dat wat wij doen
met onze gedachten en daarom met de waargenomen wereld, ons leed kan berokkenen:
‘mijn oordelen hebben mij geschaad.’ Het ego heeft zijn verdedigingssysteem
opgezet als een enorme kloof tussen onze aanvalgedachten en de pijn, het lijden
dat daar een gevolg van is. Deze kloof wordt vertegenwoordigd door de wereld
van tijd en ruimte en het doel ervan is ons in staat te stellen onze pijn toe
te schrijven aan ‘dingen buiten ons, krachten waar we geen controle over
hebben’ (T. 19. IV. D. 7:4). En dat is natuurlijk het wonder van de projectie
gezien vanuit het standpunt van het ego. We eindigen met een gevoel van
zekerheid dat niet wij verantwoordelijk zijn voor de pijn die het gevolg is van
onze keuze tegen God en Zijn Liefde, maar anderen, onze lichamen of de wereld
zijn de oorzaak van onze ellende, alles of iedereen behalve wijzelf.
De bedoeling dus van deze lessen is om dit gevolg terug naar
de oorzaak te brengen zodat we ons kunnen realiseren dat het alleen ons oordeel,
onze gedachten zijn die ons pijn berokkenen. Op die manier worden wij ons
opnieuw bewust van de kracht van ons denken om over ons lot te beslissen: geluk
of ellende, vrede of conflict.
(3) Ik begrijp niets wat ik zie. (3)
(3:2-4) Hoe zou ik
kunnen begrijpen wat ik zie, wanneer ik dat verkeerd beoordeeld heb? Wat ik zie
is de projectie van mijn eigen denkfouten. Ik begrijp niet wat ik zie, omdat
het onbegrijpelijk is.
Dit is een verzoek tot nederigheid. We zijn er altijd zo
zeker van dat we gelijk hebben: wat ik zie is wat ik zie, wat ik hoor is wat ik
hoor en mijn begrip van een situatie is wat ik zeg dat het is omdat ik zeg dat
het zo is. En we vinden genoeg mensen vinden die het helemaal met ons eens
zijn. Het is een collectieve waanzin! In het Frans spreekt men van een ‘folie à
deux’: een waan die door twee mensen wordt gedeeld. Maar het kunnen er evengoed
tien zijn, honderden, duizenden, miljoenen, zo niet miljarden zijn, omdat we
allemaal dezelfde waanzin delen. Daarom kunnen we ook niet alles begrijpen noch
ons tot iemand wenden voor volledig begrip.
(3:5-8) Het heeft
geen zin om te proberen het te begrijpen. Maar er is alle reden om het los te
laten en ruimte te maken voor wat wel kan worden gezien, begrepen en bemind.
Wat ik nu zie, kan ik hiervoor inruilen eenvoudig door daartoe bereid te zijn.
Is dit geen betere keuze dan die welke ik eerder maakte?
De manier om visie te bereiken is eenvoudig door de bereidwilligheid
daartoe. Keer op keer zien we hoe Jezus een beroep doet op de kracht van ons
denken om te kiezen: voor visie of voor oordeel, voor geluk of voor ellende, voor
vrede of voor lijden. Wat het mogelijk maakt om anders te kiezen is door ons er
bewust van te worden dat we inderdaad de keuze hebben om anders te kiezen en
dat deze kracht in onze denkgeest verblijft en niet in de wereld of in ons
lichaam.
(wordt vervolgd)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten