In
zekere zin kunnen we zeggen dat de eerste 50 lessen van het werkboek gelijk
zijn aan de vijftig principes van wonderen waarmee het tekstboek begint. Beide
zijn een sterke inleiding op het vervolg. De 50 wonderprincipes beschrijven op
een bondige manier de kenmerken van een wonder, hoe en waarom ze werken en zijn
het zaad voor de rest van de tekst. Op dezelfde manier kunnen we spreken dat de
eerste vijftig lessen het zaad bevat waardoor de volgende lessen verder tot
bloei komen.
In
deze eerste 50 lessen, die de basistheorie weerspiegelen, vinden we een
prachtige samenvatting van Een Cursus in Wonderen zelf terug. Op het
metafysische niveau leren deze lessen ons dat de wereld een illusie is en niets
meer dan een gedachte die de afgescheiden denkgeest niet heeft verlaten. In
deze lessen wordt het doel van het denksysteem van het ego beschreven dat door
aanvalsgedachten zichzelf probeert te behouden, maar ook hoe we door vergeving
dit denksysteem ongedaan kunnen maken. Uiteindelijk vertellen de lessen ons wat
het betekent een leraar van God te zijn, een instrument van het licht van de
Hemel dat door ons straalt.
Onze
ware realiteit en identiteit als Christus, ons ware Zelf is de uitbreiding van
de Liefde van God. In de droom van de afscheiding is de herinnering aan Gods
Liefde en ons Zelf nog steeds aanwezig al wordt deze herinnering geblokkeerd
door het denksysteem van het ego. De herinnering aan deze Liefde wordt vertegenwoordigd
door de Heilige Geest en Zijn Verzoeningsprincipe. Het ego stelt zich tegen
deze Gedachte op door wolken van illusie en schuld te vormen. Zij vullen onze
denkgeest met aanvalsgedachten die de Stem lijken te overstemmen, de Stem die
ons eraan herinnert dat het licht van Christus nog steeds in ons schijnt.
Om
zich ervan te verzekeren dat de keuzemaker nooit zou kiezen voor de Heilige
Geest en bij het ego blijft, verplaatst het ego, door middel van projectie,
zijn denksysteem van zonde, schuld en angst naar de wereld. De wereld wordt zo
niets meer dan de ‘schilderachtige vertegenwoordiging’ van de aanvalsgedachten
van schuld en wraak. (Wd1. 23. 3:2)
Wanneer
we herkennen dat er ‘een andere manier’ is, dat er twee keuzemogelijkheden in
de denkgeest zijn in plaats van één en we voor de Heilige Geest kunnen kiezen
zullen we naar de wereld kijken die, in plaats van een gevangenis, nu
getransformeerd is naar een leerschool, een leerschool waarin we zowel de
lessen van vergeving leren als onderwijzen.
Alhoewel
de term ‘leraar van God’ niet voorkomt in het werkboek - enkel in het Handboek
voor Leraren - is dat wel het geval voor het concept van een leraar van God.
Les 37 - Mijn heiligheid zegent de wereld - is een mooie omschrijving van
wat het betekent een leraar van God te zijn. Wanneer we de blokkade in onze
denkgeest verwijderen schijnt het liefdevolle licht van Jezus of de Heilige
Geest door ons en wordt door deze keuze van de denkgeest de wereld met deze
heiligheid gezegend.
(wordt vervolgd)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten