De volgende stap:
Deze wereld van licht, deze kring van helderheid is de
werkelijke wereld, waar schuld vergeving ontmoet. Hier wordt de buitenwereld
met nieuwe ogen gezien, zonder de schaduw van schuld eroverheen. Hier ben je
vergeven, want hier heb jij iedereen vergeven. Hier is de nieuwe waarneming,
waarin alles helder en stralend van onschuld is, gewassen in de wateren der
vergeving en gezuiverd van iedere slechte gedachte die jij eroverheen hebt
gelegd. (T. 18. IX. 9:1-4)
Samengevat komt het hier op neer: we gaan door de wolken van
de wereld en realiseren ons dat zij slechts de schaduwen zijn van de wolk van
schuld die in de denkgeest is. Wanneer we bij manier van spreken Jezus toelaten
ons bij de hand te nemen dan gaan we van schuld naar vergeving, wat wil zeggen
dat wij zonder oordeel naar onze schuld kijken. We brengen schuld naar
vergeving, duisternis naar het licht, illusies naar de waarheid. Op praktisch
niveau betekent dit wanneer wij ons overweldigd voelen door egogedachten, dan
brengen we deze schuld, boosheid, speciaalheid, depressie en zorgen naar Jezus
of de Heilige Geest. We kijken samen met Hem naar deze gedachten, wat hetzelfde
is aan niet oordelen over onszelf. Op deze manier wordt onze schuld vergeven en
wanneer het vergeven is, verdwijnt het ook. Er blijft dan niets anders over dan
het licht van vergeving. Ons totaal met het licht identificeren is de toestand
van de geest die bekend staat als de werkelijke wereld. Vanuit dat perspectief
kijken we uit naar dezelfde wereld, niet langer door de ogen van schuld die
leidt naar een ervaring van een vijandige of een bedreigende wereld, maar door
de ogen van vergeving, de visie van Christus. Het licht van deze visie schijnt
door ons en bezield al onze percepties of we nu in een prachtige natuur
vertoeven of in een dodenkamp.
Wanneer we nu terugkeren naar les 69 kunnen we hierin hetzelfde proces terugvinden als
het deel uit de tekst. De voorstelling hier is niet zo
ingewikkeld:
Wanneer je hebt nagedacht over
het belang van wat jij voor jezelf en voor de wereld tracht te doen, probeer
dan in volkomen stilte tot rust te komen en houd alleen in gedachten hoezeer je
het licht in jou vandaag wilt bereiken - nu! Besluit om voorbij de wolken te
gaan. Steek in gedachten je hand uit en raak ze aan. Schuif ze met je hand
opzij; voel ze tegen je wangen, voorhoofd en oogleden strijken terwijl je er
doorheen gaat. Ga verder; wolken kunnen jou niet tegenhouden. (Wd1. 69. 6)
Bijna op het einde van les 70 maakt Jezus dit proces een
stuk persoonlijker:
Nu zullen we opnieuw proberen het
licht in jou te bereiken, daar waar jouw verlossing ligt. Je kunt die niet
vinden in de wolken die het licht omgeven en juist daar heb jij ernaar gezocht.
Daar is verlossing niet. Ze ligt voorbij de wolken, in het licht daarachter.
Onthoud dat je door de wolken heen zult moeten gaan voordat je het licht kunt bereiken.
Maar onthoud ook dat je in de wolkenpatronen die jij je hebt ingebeeld, nog
nooit iets gevonden hebt wat duurzaam bleek of wat je verlangde. (Wd1. 70. 8)
Om het licht te kunnen bereiken, om het licht aan te kunnen
reiken moeten we eerst rekening houden met de duisternis. We kunnen geen
stappen overslaan. We moeten door de wolken gaan. Hierin komen studenten van
de Cursus soms vast te zitten wat gebeurt wanneer enkel met het werkboek gewerkt wordt. Zij zullen het genezingsproces niet begrijpen.
Het is niet zo dat we zomaar, vanaf de plek waar we ons bevinden, het licht van
Christus kunnen binnen stappen. We moeten eerst door de wolken van schuld, wat wil
zeggen dat we eerst naar onze speciaalheid en alle andere kwesties van het ego
moeten kijken. Hier ontstaat de weerstand en neemt de angst toe en begint de
neiging om de Cursus in die zin te veranderen zodat hij aan onze
behoeften tegemoetkomt.
Een belangrijk gegeven is dat we
dit niet hoeven te doen. Er zijn andere spirituele wegen die niet vragen om rekening te houden met
het ego en er is niets mis met deze benaderingen. Wanneer dat de richting is waar wij ons
goed bij voelen dan moeten we die ook volgen. We mogen echter Een Cursus in
Wonderen niet verwarren met andere wegen. Dit is geen cursus waardoor we slechts naar het licht gaan, maar een cursus waarin ons gevraagd wordt door de duisternis te gaan. We leren de
duisternis van onze schuld te vergeven en er niet bang voor te zijn. En wanneer
de bondgenoten, schuld en angst, van het ego verdwenen zijn blijft alleen het
licht nog over. Bovendien moeten we niet op zoek gaan naar het licht of er
naartoe gaan omdat het licht er reeds is. Wanneer we ernaar op zoek moeten gaan
dan beweren we dat het er niet is. We moeten eerder op zoek gaan naar de
duisternis, naar de duistere gedachten in onze denkgeest zodat we die kunnen
vergeven. Dit vraagt niet om een uitgebreide analyse. Deze duistere gedachten
vinden we door eenvoudig te kijken hoe we door voortdurend oordelen reageren op
de wereld om dan deze oordelen naar onze met schuld beladen denkgeest te
brengen die er de bron van is. Door oordeelloos naar deze oordeelgedachten te
kijken, ze niet aan te vallen of ons er schuldig over te voelen, maken we dat
zij hun kracht verliezen om dan te verdwijnen in het zachte licht van onze
vergeving.
Dit alles kan geassocieerd worden met de laatste zin: ‘Maar
onthoud ook dat je in de wolkenpatronen die jij je hebt ingebeeld, nog nooit
iets gevonden hebt wat duurzaam bleek of wat je verlangde.’ (Wd1. 70. 8:6)
Wanneer we eerlijk zijn zullen we erkennen dat wanneer we het doel bereikt
hebben dat we onszelf gesteld hebben, we voelen dat dit nog niet genoeg is. Het
kan wellicht voor een dag voldoende zijn, maar niet genoeg voor de
volgende dag, week of maand. We willen steeds meer.
Er is niets in deze wereld
die ons volledig en voortdurend kan bevredigen of vervullen. Dit is iets wat we
moeten accepteren. Het is een ding aan de lippen van Jezus te hangen en
braaf te knikken en zeggen: ‘Ja, ja, ja, het is waar wat je zegt.’ Het is
echter heel wat anders om alles te begrijpen wat hij bedoelt en duidelijk en
oprecht te zijn tegenover onszelf. We koesteren
bijna allemaal nog steeds de hoop, meestal onbewust, dat er een of
ander aspect van speciaalheid ons zal geven wat we verlangen, dat er iets in deze wereld is die ons een goed gevoel over onszelf zal geven. Dit is
echter een ander voorbeeld van de verwarring inzake vorm en inhoud: geloven dat
er iets van de uiterlijke wereld (vorm) het gemis dat we in onze denkgeest (de
inhoud) ervaren, zal vervangen.
Jezus sluit af met het geven van deze troostende doch
verzekerde hulp:
Aangezien alle illusies over
verlossing jou hebben teleurgesteld, wil je vast en zeker niet in de wolken
blijven en daar tevergeefs naar afgoden zoeken, terwijl je zo makkelijk het
licht van de werkelijke verlossing zou kunnen binnengaan. Probeer op elke
manier die jou aanspreekt voorbij de wolken te gaan. Als het je helpt, denk dan
dat ik jouw hand vasthoud en je leid. En ik verzeker je dat dit geen
hersenschim zal zijn. (Wd1. 70. 9)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten