Een leraar van God zijn
Ook al komt de term ‘leraar van God’ niet voor in het
Werkboek toch heeft Jezus het hier onder andere over in les 153 tot 157,
maar ook bijvoorbeeld in les 37. Ook zijn er verschillende plaatsen in de
tekst met dezelfde gedachte met betrekking tot het wonder, vergeving en
verlossing (T. 16. II.1; T. 22. VI. 9; T. 27. V.1). Jezus
leert dat het onze functie is te kiezen voor het wonder of voor vergeving
terwijl de uitbreiding ervan niet onder onze bevoegdheid ligt.

Het enige wat we hier in deze wereld moeten doen is
eenvoudig dat we de Verzoening aanvaarden voor onszelf, wat inhoudt dat we
leren kiezen tussen het wonder en de grief, tussen vergeving en aanval. Eens we
de juist gerichte keuze gemaakt hebben - wat we telkens doen wanneer we zonder
oordeel naar onze egogedachten kijken – wordt liefde automatisch uitgebreid en weerspiegeld. Het maakt niet uit of men les geeft in of een boek schrijft over
Een Cursus in Wonderen of men stratenmaker is, psychotherapeut, aan het hoofd
staat van een familie of van een school of loodgieterswerk doet. Wat men ook
doet wordt automatisch het instrument waardoor de liefde van Jezus - die in
onze denkgeest is - kan stromen. Het is deze liefde die geneest, niet de vorm
waarin die liefde uitgedrukt wordt.
Onze focus moet dus niet liggen op wat we met de vorm doen,
maar enkel dat we ruimte maken voor de waarheid. Op het einde van het werkboek
zegt Jezus ons: ‘Wij bekommeren ons enkel om het verwelkomen van de waarheid.’
(Wd2. 14.3:7)

Het is onze taak om de waarheid te kennen en niet om haar te
onderwijzen of uit te breiden. En we leren de waarheid kennen door in onze
denkgeest ruimte te maken door onze schuld los te laten wanneer we vergeven.
Dit stelt de waarheid in staat zich op een natuurlijke manier via ons uit te
breiden. Daarom zei Jezus ook tegen Helen: ‘Vraag mij niet welk wonder je zou
moeten uitvoeren.’ Met andere woorden doe geen dingen op jezelf. Je moet niet
een weldoener worden. Laat mij de weldoener zijn. Kies enkel voor mij en om bij
mij te zijn want dit stelt mijn liefde in staat vrij te komen en jou te
begeleiden in wat je moet zeggen en doen om mensen te kunnen helpen. Dit is de
betekenis van ‘Stel geen vertrouwen in je goede bedoelingen. Ze voldoen niet.’
(T. 18. IV. 2:1-2).
Dit is een cursus in het bewust worden hoe boosaardig onze
intenties meestal zijn, doch van zodra we er naar kijken met de liefde van
Jezus naast ons verdwijnen ze en wordt zijn liefde in staat gesteld om vol
vreugde door ons heen te stromen.
(wordt vervolgd)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten