Hier legt Jezus het verband tussen onze gedachten en dat wat
we waarnemen. De reden waarom wat we rond ons zien geen betekenis heeft (les 1)
is omdat wat we veronderstellen te zien afkomstig is van een gedachte die geen
enkele betekenis heeft. De les legt deze oorzaak-gevolg relatie uit.
(1:1-2) Dit is het
eerste idee dat we presenteren dat verband houdt met een van de belangrijkste
fasen van het correctieproces: de omkering van het denken van de wereld. Het
lijkt alsof de wereld bepaalt wat jij waarneemt.
Bijvoorbeeld ik neem twee vechtende
personen waar omdat ze aan het vechten zijn. Of mijn lichaam heeft koud omdat
de temperatuur beneden het vriespunt is. Dat is hoe de wereld denkt en hoe
iedereen de wereld ervaart. Maar als dit afkomstig is van onze gedachten die
deel uitmaken van een (ego)droom van afscheiding, dan worden deze gedachten over
die de ijskoude temperaturen en de lichamen die erop reageren ook gedroomd. Onze
zintuigen tonen ons een wereld die los staat van ons en zo lijkt het dat wij onschuldige
slachtoffers zijn van gebeurtenissen waar we geen controle over hebben.
Dit wil
natuurlijk niet zeggen dat wij ons schuldig moeten voelen omdat we ons niet zo
comfortabel voelen als het bitter koud is. Het wil gewoon zeggen dat wij kou
ervaren omdat we ons identificeren met het lichaam. De achterliggende gedachte
hiervan is dat wij ons identificeren met het denksysteem van afscheiding van
het ego, een denksysteem dat totaal betekenisloos is.
(1:3-5) Het idee van
vandaag introduceert het denkbeeld dat het jouw gedachten zijn die de wereld
die jij ziet, bepalen. Wees eens te meer blij dat je dit idee in zijn basisvorm
kunt toepassen, want in dit idee is jouw bevrijding verzekerd. De sleutel tot
vergeving ligt erin vervat.

(2) De oefenperioden
voor het idee van vandaag moeten iets anders worden aangepakt dan de
voorgaande. Begin met gesloten ogen en herhaal het idee langzaam voor jezelf.
Doe dan je ogen weer open en kijk rond, dichtbij en ver weg, omhoog en omlaag,
overal om je heen. Herhaal het idee gewoon voor jezelf in de minuut ongeveer
die je aan de toepassing ervan besteedt, maar zorg ervoor dat je dat zonder
haast doet en zonder een gevoel van inspanning of drang.
Jezus onderstreept hier opnieuw dat er geen verschil is
tussen wat we zien en wat we denken. Er is geen verschil, het innerlijke en het
uiterlijke zijn een en hetzelfde. Let ook op de kalmte en rust van de
instructies; spanning versterkt eerder het ego en het is het ego die we
ongedaan willen maken.
De volgende alinea benadrukt het trainingsproces van de geest waar hij ons toe leidt:

Zoals de schildpad ons leert: langzaam, maar zeker winnen we
de race. Jezus zet hier de toon voor onze lessen, het ongedaan maken van de
behoefte van het ego om te vechten, te strijden en te overwinnen en uiteindelijk
van het ego zelf. Hij vraagt ons te letten op volgende termen: ongehaast,
rustig op je gemak, losjes, vredig, ontspannen, vrij van zorgen en traag. Onze
denkgeesttraining moet zoveel mogelijk vrij zijn van spanning en conflict.
(4) Drie
oefenperioden zullen waarschijnlijk voldoende zijn vandaag. Maar als jij je er
niet of nauwelijks ongemakkelijk bij voelt en de aandrang hebt meer te doen,
mag je tot vijf keer oefenen. Vaker wordt niet aangeraden.
Meer is daarom niet beter, tenminste niet in het denksysteem
dat Jezus ons geeft. Als we vijf oefenperioden kunnen doen is dat goed. Indien
niet is drie keer oefenen ook goed. ‘Maar’, zegt Jezus, ‘laat ons niet streven
om meer te doen. In de Hemel hou ik helemaal geen scorebord bij.’ Met andere
woorden, hij is geïnteresseerd in de inhoud en niet in de vorm. Kwaliteit geen
kwantiteit.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten