Deze morgen zullen we het hebben over God. In andere opnames
in deze serie heb ik het gehad over de Heilige Geest, over Jezus en ik dacht
dat het wenselijk zou zijn wanneer we aan God Zelf ook de mogelijkheid geven
om, als het ware, Zijn opinie te geven.
In feite zegt de Cursus vrij weinig over God ook al
verschijnt het woord bijna op elke bladzijde, zo niet in elk deel van een
hoofdstuk.
De belangrijkste uitspraak over God vind je terug in het
werkboek waar Jezus zegt: Je zegt de woorden ‘God is’ en doet er dan het
zwijgen toe.’ (W.d1.169.5:4), want uiteindelijk, wat is er dat je over God kan
zeggen? Wanneer je zegt dat God iets is of wanneer je zijn eigenschappen of
hoedanigheden begint te omschrijven, dan verlaag je Hem reeds omdat wanneer men
God zou moeten definiëren dan zou je Hem moeten definiëren als perfecte Eenheid
of Hij is perfecte Liefde of Hij is complete Heelheid. Maar dit zijn
non-dualistische concepten en van zodra je zegt dag God iets is, dan is er een
voorwerp en een eigenschap en dan verlaag je deze non-dualistische Eenheid,
deze perfecte Eenheid, die de werkelijkheid is van God.
In feite het enige dat een Cursus in Wonderen over God zegt
is: ‘God is’. Met andere woorden God is volmaakt ‘Zijn’. Al het overige in de
Cursus wordt ons aangeboden als een correctie voor de fout genomen gedachten
van het ego en, in de context over datgene waar we het deze morgen over hebben,
onze onjuiste gedachten over God.
Er is dit mooie gebed in les 189 waar Jezus zegt om stil te
zijn en alle gedachten die we hebben over iedereen en alles, inclusief God, ter
zijde te leggen en eindigt met deze woorden: ‘vergeet deze wereld, vergeet deze
cursus en kom met volkomen legen handen tot jouw God.’
De manier waarop we onze Schepper en Bron herinneren, de
manier waarop we ons herinneren dat wij de liefdevolle verlenging zijn van Hem
en van Zijn ene Wil is door het ongedaan maken van onze onjuiste opvattingen en
in het benoemen van God hebben we er vele.
Wanneer we kijken naar officiële religies en in het
bijzonder naar de typische Westerse religies zoals het Jodendom en Christendom,
wanneer we denken aan de Bijbelse religies, dan zien we dat deze vol staan met
onjuiste opvattingen over God. En in feite is het hele concept van God, de
persoon God die men in de Bijbel terugvindt, niets meer dan een projectie van
het onbewuste denksysteem in de denkgeesten van de schrijvers van de Bijbelse
geschriften en natuurlijk ook alle mensen, door de eeuwen heen, die ze
geschreven hebben en zich ermee hebben geïdentificeerd.
Er is een regel in de tekst (T18.VIII.1:5) waar Jezus zegt
dat wij zelfs niet kunnen denken aan God zonder lichaam of in één of andere
vorm die we denken te kunnen herkennen. En daarom, omdat we ons identificeren
als lichamen denken we aan Hem als aan een lichaam of één of andere vorm van
lichaam anders dan het onze, maar niettemin als een lichaam, een persoon en de
Cursus neemt de Bijbelse taal over door te spreken over God als een Vader,
Iemand die ons kent, Die van ons houdt, Die een plan heeft voor ons, maar dit
is een beeldspraak die op symbolische wijze, in een vorm die voor ons makkelijk
te begrijpen is, probeert de werkelijkheid van God uit te drukken en zeker wanneer
we het hebben over God, de Vader, is dit een duidelijke verwijzing naar het
feit dat we allemaal een vader hebben ook al is onze vader overleden of heeft
onze vader ons verlaten, er is nog steeds een vader. We begrijpen dus het
denkbeeld van ouder en kind en dus maakt de Cursus hier gebruik van om onze
relatie tussen de Schepper en het Geschapene te begrijpen ook al is er
uiteindelijk in de Hemel geen Schepper en Geschapene. (Je kan in een perfecte
staat van Eenheid geen dualiteit hebben.)
Het idee dus aan God als Vader en Christus als Zijn Zoon,
als Schepper en het Geschapene, als eerste Oorzaak en Gevolg, zijn allemaal
symbolen die proberen een relatie te begrijpen die niet begrepen kan worden in
ons dualistisch universum.
De manier dus waarop we beginnen te begrijpen Wie en Wat God
is, is door het ongedaan maken van al deze belemmeringen in dit bewustzijn.
Met andere woorden, we praten hier over hetzelfde proces van
de cursus dat we gebruiken en toepassen bij elke andere kwestie, de manier
waarop we leren wat vergeving is, is door te herkennen wat vergeving niet is.
De manier waarop we herkennen dat er een wereld voorbij deze wereld is, is door
ons te realiseren dat hier niets is die we waarde kunnen verlenen en wat we
willen.
Dus nogmaals, wanneer we het hebben over God dan hebben we
het over een Werkelijkheid, onze Werkelijkheid van perfectie Liefde. Een
werkelijkheid die niets te maken heeft met wat dan ook hier in deze wereld. Ze
is onveranderlijk, kan niet veranderd worden , is eeuwig, maar uiteindelijk is
dit allemaal waar het werkboek op het einde naar refereert als zinloze overpeinzingen
en of we nu zinloos mijmeren over een denksysteem van het ego dat we niet echt
kunnen begrijpen of een wereld die we niet echt kunnen begrijpen of een God die
voorbij ons begrip ligt is allemaal een zinloze overpeinzing van iets wat we
niet kunnen begrijpen.
Maar wat we wel kunnen begrijpen en wat Jezus regelmatig
herhaalt in de Cursus is hoe we deze blokkades voor de aanwezigheid van liefde
ongedaan kunnen maken, zoals in de inleiding wordt gezegd.
Wanneer deze blokkades van speciaalheid en schuld ongedaan
zijn gemaakt is wat er overblijft deze perfecte Liefde en die perfecte Liefde
is God.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten