Deze morgen verlaten we even de metafysische kwesties die we
anders bespreken in deze opnames en richten ons nu meer op de praktische
toepassing van wat het betekent om student te zijn van Een Cursus in Wonderen
en wat het betekent om in ons dagelijks leven de principes van vergeving toe te
passen.
Ieder van ons wordt geconfronteerd met ontelbare dingen en
van sommige denken we dat ze groot zijn, andere zijn dan weer klein, maar
dingen die ons gedurende de dag, om nog maar niet te spreken van de dingen in ons
leven, ten top drijven of die ons in de war brengen en die onze vrede
verstoren. En dit kan gaan van onbelangrijke dingen, zoals bijvoorbeeld op de
snelweg rijden en iemand snijdt je de pas af of we staan aan de expreskassa
waar je 10 artikelen mag afrekenen, degene voor je heeft dertien en een halve
artikelen en we merken dat dit ons boos maakt.
Of het gaat om dingen die aangrijpender zijn; we raken onze baan kwijt en hebben hier geen fout aan; wij moeten de hypotheek afkorten of de auto afbetalen; van een geliefde hebben we zo juist gehoord dat hij of zij kanker heeft of er is ons gezegd dat wijzelf kanker hebben; we luisteren naar het nieuws en horen dat een derde wereldoorlog om de hoek schuilt of we horen van de ineenstorting van de financiële markt wat de financiële ondergang betekent voor onze families.
Al dit soort dingen waarmee we geconfronteerd worden, gezondheidskwesties, gezondheidskwesties van onszelf of zij nu groot zijn, als kanker, zoals ik zo juist vernoemd heb of ik ben niet blij met hoe ik eruit zie; ik ben niet blij met deze extra rimpel; ik vind het niet fijn dat ik een aantal kilo’s ben aangekomen. Wat het ook mag zijn doet er niet toe.
Of het gaat om dingen die aangrijpender zijn; we raken onze baan kwijt en hebben hier geen fout aan; wij moeten de hypotheek afkorten of de auto afbetalen; van een geliefde hebben we zo juist gehoord dat hij of zij kanker heeft of er is ons gezegd dat wijzelf kanker hebben; we luisteren naar het nieuws en horen dat een derde wereldoorlog om de hoek schuilt of we horen van de ineenstorting van de financiële markt wat de financiële ondergang betekent voor onze families.
Al dit soort dingen waarmee we geconfronteerd worden, gezondheidskwesties, gezondheidskwesties van onszelf of zij nu groot zijn, als kanker, zoals ik zo juist vernoemd heb of ik ben niet blij met hoe ik eruit zie; ik ben niet blij met deze extra rimpel; ik vind het niet fijn dat ik een aantal kilo’s ben aangekomen. Wat het ook mag zijn doet er niet toe.
Wanneer Jezus ons zegt dat een lichte steek van ergernis
hetzelfde is als een intense woede dan zegt hij hiermee dat er geen rangorde is
in illusies, wat de eerste wet van de chaos tegenspreekt. (Hij legt hiermee ook
uit waarom er geen rangorde in moeilijkheid is bij wonderen, wat het eerste
principe van wonderen is.) Het is omdat elk probleem hetzelfde is, wat betekent
dat elk probleem op dezelfde manier moet opgelost worden.
En wat Jezus, als meester-psycholoog, in deze Cursus doet
(en zijn onderricht leunt sterk aan tegen de leringen, en dan vooral van het
ego, van het grote genie Freud) is dat hij ons helpt te begrijpen wat motivatie
is, wat een andere manier is van praten van een doel.
Met andere woorden waarom wij van streek raken daar is een reden voor. Ongeacht of ik nu net gehoord heb dat ik kanker heb of ik heb een splinter in mijn vinger of iemand snijdt mij de pas af op de weg. Ongeacht de schijnbare omvang of kleinheid van het probleem dat zich voordoet, er is nog steeds een keuze in mijn denkgeest die mij beïnvloedt hierdoor geraakt te worden. En dat is het sleutelbegrip.
Wat er ook maar rondom mij gebeurt is, nog steeds, geen reden om de liefde en de vrede van God, die in mijn denkgeest is, op te offeren. Zoals in les 34 staat: ik kan altijd in plaats hiervan vrede zien. (Wd1.34) Ik kan, ongeacht wat er in mijn leven gebeurt, ongeacht wat er omgaat in de wereld, in vrede zijn en dit is het wat helpt.
Eens ik dit principe begrijp, wat de kern vormt voor vergeving, kan ik het oefenen en het telkens en elke keer dat ik van streek raak, toepassen.
Met andere woorden waarom wij van streek raken daar is een reden voor. Ongeacht of ik nu net gehoord heb dat ik kanker heb of ik heb een splinter in mijn vinger of iemand snijdt mij de pas af op de weg. Ongeacht de schijnbare omvang of kleinheid van het probleem dat zich voordoet, er is nog steeds een keuze in mijn denkgeest die mij beïnvloedt hierdoor geraakt te worden. En dat is het sleutelbegrip.
Wat er ook maar rondom mij gebeurt is, nog steeds, geen reden om de liefde en de vrede van God, die in mijn denkgeest is, op te offeren. Zoals in les 34 staat: ik kan altijd in plaats hiervan vrede zien. (Wd1.34) Ik kan, ongeacht wat er in mijn leven gebeurt, ongeacht wat er omgaat in de wereld, in vrede zijn en dit is het wat helpt.
Eens ik dit principe begrijp, wat de kern vormt voor vergeving, kan ik het oefenen en het telkens en elke keer dat ik van streek raak, toepassen.
We zijn echter geneigd om sommige problemen ernstiger dan
andere te nemen, problematischer dan andere, minder makkelijk op te lossen dan
andere. En inderdaad, wanneer je naar de wereld kijkt, maar dan wel vanuit het
perspectief van de wereld, lijkt dat inderdaad zo te zijn.
Maar wat betekent dit voor een denkgeest die de macht heeft
om te kiezen, die de macht heeft om te kiezen voor het oordeel van het ego of
voor de visie van de Heilige Geest (de Cursus zegt: of visie of oordeel is jouw
keuze, maar nooit beide, (T20.V.4:7) je
moet het ene of het andere kiezen).
Dus wat betekent dit voor ons, die weten dat we een
denkgeest zijn - want daar gaat het om -wanneer ik door iets in de wereld van
streek geraak dan komt dit alleen omdat ik in mijn denkgeest ervoor gekozen heb om dat iets, die
persoon, die situatie de macht te geven om mij van streek te maken.
Gezien de Cursus onderwijst, en hier sluit de metafysische
fundering aan bij de praktische toepassing, dat er letterlijk niets is wat
buiten onze denkgeest bestaat – ideeën
verlaten hun bron niet (een thema waar in een ander praatje dieper zal
worden op ingegaan). En wanneer ideeën
hun bron niet verlaten is er ook geen uiterlijke wereld. De
afscheidingsgedachte, en het denksysteem dat eruit is voortgekomen, heeft de
denkgeest nooit verlaten, wat betekent dat er niets ‘buiten’ mijn denkgeest is
dat mij in de war kan brengen. Maar er is wel een keuzemakend deel in mijn
denkgeest die ervoor kan kiezen om
van streek te zijn.
En als we ervoor
kiezen om van streek te zijn – hier heb je opnieuw de kwestie van de
motivatie – kiezen we om van streek te zijn omdat dit de Liefde van God voor
ons weghoudt.
Dat is hetgene wat het bewustzijn, de ervaring van de herinnering aan Gods Liefde weghoudt en die in ons juist gerichte denken bijgehouden wordt door de Heilige Geest. En wanneer ik mij niet bewust ben van die Liefde en mij er niet mee identificeer dan blijft mijn individuele, speciale, unieke zelf intact.
Het is dus het verlangen om dit zelf te behouden, dit individuele, speciale zelf, tegen de indringing, de indringing van de Liefde van God waarin geen ‘ik’ bestaat en waarin geen bestaan is van een afgescheiden zelf, het is dit verlangen dat mij ertoe leidt alles te doen om die liefde van mij af te houden.
Ik heb er dus in eerste instantie voor gekozen om het probleem van de schuld in mijn denkgeest te hebben, om dit vervolgens naar buiten te projecteren en dan ervoor te kiezen een wereld te maken, zowel collectief als individueel, een wereld waarin continu een bron voor problemen is die mij voortdurend raken en mijn vrede treffen. En ik geloof, gezien ik niet weet dat ik hiervoor een denkgeest heb, dat het dit is wat mij van streek maakt of dat dit hetgene is wat mij gelukkig maakt.
Dat is hetgene wat het bewustzijn, de ervaring van de herinnering aan Gods Liefde weghoudt en die in ons juist gerichte denken bijgehouden wordt door de Heilige Geest. En wanneer ik mij niet bewust ben van die Liefde en mij er niet mee identificeer dan blijft mijn individuele, speciale, unieke zelf intact.
Het is dus het verlangen om dit zelf te behouden, dit individuele, speciale zelf, tegen de indringing, de indringing van de Liefde van God waarin geen ‘ik’ bestaat en waarin geen bestaan is van een afgescheiden zelf, het is dit verlangen dat mij ertoe leidt alles te doen om die liefde van mij af te houden.
Ik heb er dus in eerste instantie voor gekozen om het probleem van de schuld in mijn denkgeest te hebben, om dit vervolgens naar buiten te projecteren en dan ervoor te kiezen een wereld te maken, zowel collectief als individueel, een wereld waarin continu een bron voor problemen is die mij voortdurend raken en mijn vrede treffen. En ik geloof, gezien ik niet weet dat ik hiervoor een denkgeest heb, dat het dit is wat mij van streek maakt of dat dit hetgene is wat mij gelukkig maakt.
De praktische manier dus om met problemen om te gaan is door
er bewust van te worden dat het probleem is dat
ik geloof dat er een probleem is. Dat is het probleem en niet de vorm van
het probleem, maar dat ik geloof, dat
mijn denkgeest gelooft dat er een probleem is.
Het is in die herkenning dat verlossing komt en het is deze
herkenning, die het heilig ogenblik is, die het doel vormt van Een Cursus in
Wonderen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten