Het thema voor deze morgen is ‘de grabbelton van schuld’.
Dit is een concept dat ik gedurig aan bespreek in diverse workshops en ik denk
dat het een bruikbaar concept is in de zin van het in praktijk brengen van
vergeving.
Waar dit beeld voor staat, de grabbelton van schuld, is dat
we hier rondlopen met deze enorme tas over onze schouder, als een ego-kerstman.
En in deze tas, deze grabbelton, zitten een hele hoop dingen waar we ons
schuldig over voelen en dit zolang we ons kunnen herinneren tot de dag van
vandaag.
Dit zijn zaken waar we naar grijpen, telkens we ervoor kiezen om ons te verdedigen tegen de waarheid van onze werkelijkheid, telkens we er voor kiezen om meer en meer juist gericht te denken en dat het deel, van ons ego, steeds banger wordt voor deze beslissing om niet langer dit individuele, afgescheiden, speciale zelf te zijn, we grijpen naar iets dat ons er doet aan herinneren dat het ego onze vriend is, dat het denksysteem van het ego onze identiteit is en aan al die verschillende speeltjes die het ego gebruikt, al die verschillende vormen in ons fysieke, lichamelijke leven hier in de wereld die dit denksysteem vertegenwoordigt en dit alles is ondergebracht in de grabbelton en wordt datgene waar we ons toe wenden voor hulp.
Dit zijn zaken waar we naar grijpen, telkens we ervoor kiezen om ons te verdedigen tegen de waarheid van onze werkelijkheid, telkens we er voor kiezen om meer en meer juist gericht te denken en dat het deel, van ons ego, steeds banger wordt voor deze beslissing om niet langer dit individuele, afgescheiden, speciale zelf te zijn, we grijpen naar iets dat ons er doet aan herinneren dat het ego onze vriend is, dat het denksysteem van het ego onze identiteit is en aan al die verschillende speeltjes die het ego gebruikt, al die verschillende vormen in ons fysieke, lichamelijke leven hier in de wereld die dit denksysteem vertegenwoordigt en dit alles is ondergebracht in de grabbelton en wordt datgene waar we ons toe wenden voor hulp.
Op het einde van de laatste blokkade voor de vrede, bijna op
het einde van hoofdstuk 19, wanneer we er bijna klaar voor zijn om door deze
laatste sluier, de angst voor God, te gaan en te verdwijnen in de Aanwezigheid
voorbij deze sluier, zegt Jezus ons dat dit het ogenblik is dat we bang worden en zelfs doodsangst
uitstaan (T19.D.6:2) en dat we onze ogen neerslaan bij de herinnering aan wat wij
onze ‘vrienden’ hebben beloofd. En deze ‘vrienden’ zijn in wezen: zonde,
schuld, angst en dood.
Wat in de grabbelton zit zijn alle uiterlijke verschijnselen
van het denksysteem van zonde, schuld, angst en dood, het geloof dat onze
afscheiding van onze Schepper en Bron wel degelijk is gebeurd. En daar grijpen
we naar.
Het probleem nu, en dit is de moeilijkheid in het
vergevings- en genezingsproces, is dat we ons wenden tot deze grabbelton
wanneer we hulp nodig hebben, nogmaals om ons te verdedigen tegen dat wat we in
werkelijkheid zijn: geest.
Wat zich in de grabbelton bevindt is niet zozeer van belang. Het is zelfs zo dat alles in deze grabbelton niet alleen een illusie is, maar het is een illusie die afleidt. Want nogmaals, het doel ervan is om ons weg te houden van de herinnering dat we geest zijn en dat we opnieuw kunnen kiezen.
De kwestie is dus niet wat er zich in de grabbelton bevindt, is niet datgene waarvan we denken dat het onze vrede verstoort. De kwestie is: waarom we ons tot deze grabbelton wenden.
Wat zich in de grabbelton bevindt is niet zozeer van belang. Het is zelfs zo dat alles in deze grabbelton niet alleen een illusie is, maar het is een illusie die afleidt. Want nogmaals, het doel ervan is om ons weg te houden van de herinnering dat we geest zijn en dat we opnieuw kunnen kiezen.
De kwestie is dus niet wat er zich in de grabbelton bevindt, is niet datgene waarvan we denken dat het onze vrede verstoort. De kwestie is: waarom we ons tot deze grabbelton wenden.
In de paragraaf in de tekst die gaat over dissociatie
(T10.II.1:5), direct in het begin van deze paragraaf, zegt Jezus ons dat het
probleem niet ligt in wat we hebben gedissocieerd, maar in het feit dat we gedissocieerd,
afgescheiden zijn. Wanneer we dit veralgemenen kunnen we zeggen dat het probleem
zich niet bevindt in de grabbelton van schuld. Nogmaals alle verschillende
gebeurtenissen waarover we ons schuldig voelen, waarom we ons afgescheiden
voelen van liefde, waarom we boos zijn, we pijn lijden, we gelukkig zijn, alles
dat ruikt naar onze speciale liefdes- of speciale haatrelaties. Het probleem is
niet de vorm die de schuld aanneemt. Het probleem is waarom we in eerste instantie
voor schuld kiezen, waarom we er weer voor kiezen om in de grabbelton te
grijpen en, nogmaals, niet voor wat er in de grabbelton zit.
Een andere manier om hetzelfde te zeggen is: het probleem is
nooit de vorm, het is altijd de betekenis.
Vorm heeft altijd te maken met gedrag, met iets uiterlijks.
Inhoud, betekenis heeft altijd te maken met de denkgeest. En in die gespleten denkgeest zijn er steeds twee kerngedachten:
- het onjuist gerichte denksysteem van het ego: zonde, schuld, angst, oordeel, lijden, pijn, aanval en dood
Vorm heeft altijd te maken met gedrag, met iets uiterlijks.
Inhoud, betekenis heeft altijd te maken met de denkgeest. En in die gespleten denkgeest zijn er steeds twee kerngedachten:
- het onjuist gerichte denksysteem van het ego: zonde, schuld, angst, oordeel, lijden, pijn, aanval en dood
- en het
juist gerichte denken of de juiste kerngedachte van de Heilige Geest:
vergeving, het wonder, genezing, vrede en de terugkeer naar liefde.
En het probleem is de keuze die ons keuzemakend gedeelte in
onze denkgeest maakt en niet de vorm die deze keuze aanneemt.
Wanneer we dus van streek zijn dan moeten we terugdenken aan
les 5 van het werkboek die zegt: Ik voel
nooit onvrede om de reden die ik denk. Ik denk dat ik van streek ben
omwille van datgene wat zich in de grabbelton bevindt, voor hetgene wat jij mij
gisteren hebt aangedaan, wat je vijf minuten geleden hebt gedaan, wat je mij
vijftig jaar geleden hebt aangedaan, wat je mij zeventig jaar geleden hebt aangedaan,
wat ik denk dat jij mij hebt aangedaan, wat ik denk dat je mij mogelijks zult
aandoen.
Alles wat ik in deze wereld een oorzakelijke waarde geef, alles wat ik in de wereld zie als iets wat de macht heeft oorzaak te zijn van mijn onvrede of mijn geluk. Het probleem is dus niet wat ik denk dat mij onvrede geeft. Het probleem is waarom ik ervoor kies niet in vrede te zijn.
Alles komt dus neer op het doel, wat voortdurend het centrale thema is van Een Cursus in Wonderen: ‘waartoe dient het?’ (T24.VII.6:1)
Jezus zegt ons om voor alles in de wereld te vragen ‘Waartoe dient het?’ en te begrijpen dat het doel van iets ons zal helpen om te herkennen wat het probleem is.
Het doel is dus waarom ik mij tot de grabbelton wend, waarom ik ervoor kies dat er dingen in de wereld zijn die mij boos maken. Dat is de kwestie.
En ik grijp naar deze dingen zodat ik mij kan verstoppen achter het feit dat ik de verscholen zondaar ben. Ik ben degene die stiekem gekozen heeft tegen de liefde en ervoor gekozen heeft afgescheiden te zijn. En dus ga ik naar de grabbelton en verschuif ik de verantwoordelijkheid voor wat ik geloof dat ik gedaan heb naar dat wat de wereld mij aandoet en hoef ik hierbij geen rekening te houden met de vergissing die het keuzemakend gedeelte in mijn denkgeest heeft gemaakt, wat dus betekent dat ik het nooit kan corrigeren.
Alles wat ik in deze wereld een oorzakelijke waarde geef, alles wat ik in de wereld zie als iets wat de macht heeft oorzaak te zijn van mijn onvrede of mijn geluk. Het probleem is dus niet wat ik denk dat mij onvrede geeft. Het probleem is waarom ik ervoor kies niet in vrede te zijn.
Alles komt dus neer op het doel, wat voortdurend het centrale thema is van Een Cursus in Wonderen: ‘waartoe dient het?’ (T24.VII.6:1)
Jezus zegt ons om voor alles in de wereld te vragen ‘Waartoe dient het?’ en te begrijpen dat het doel van iets ons zal helpen om te herkennen wat het probleem is.
Het doel is dus waarom ik mij tot de grabbelton wend, waarom ik ervoor kies dat er dingen in de wereld zijn die mij boos maken. Dat is de kwestie.
En ik grijp naar deze dingen zodat ik mij kan verstoppen achter het feit dat ik de verscholen zondaar ben. Ik ben degene die stiekem gekozen heeft tegen de liefde en ervoor gekozen heeft afgescheiden te zijn. En dus ga ik naar de grabbelton en verschuif ik de verantwoordelijkheid voor wat ik geloof dat ik gedaan heb naar dat wat de wereld mij aandoet en hoef ik hierbij geen rekening te houden met de vergissing die het keuzemakend gedeelte in mijn denkgeest heeft gemaakt, wat dus betekent dat ik het nooit kan corrigeren.
En wanneer ik het niet corrigeer is het niet mogelijk ooit
uit deze hel te ontsnappen en terug te keren naar de Hemel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten