We zijn nu klaar om met de lessen te beginnen.
Merk op dat naarmate we de lessen doornemen Jezus herhaaldelijk eenzelfde
standpunt inneemt waarmee hij het principe van veralgemening weerspiegelt. Deze
eerste vijftig lessen geven dit op een briljante manier weer door gebruik te maken
van zeer specifieke of gewone wereldse situaties enerzijds en hoe we toegewijd
zijn aan het idee een afgescheiden individu te zijn. Deze oefeningen helpen ons
om er bewust van te worden hoe elk aspect van onze ervaring hiervan doordrongen
is. Sta bovendien, naarmate je deze lessen leest en toepast, ook even stil hoe jij
je leven leeft en beleefd. Denk na over hoe jij de dingen waarneemt en word je
bewust van het denksysteem van afscheiding bij al je waarnemingen.
Lets go!
Kijk nu langzaam om je heen en beoefen de zeer
specifieke toepassing van dit idee op wat je dan ook ziet:
2 Deze tafel betekent niets.
3 Deze stoel betekent niets.
4 Deze hand betekent niets.
5 Deze voet betekent niets.
6 Deze pen betekent niets.
Kijk dan verder weg van je directe omgeving en
pas het idee in grotere omvang toe:
2 Die deur betekent niets.
3 Dat lichaam betekent niets.
4 Die lamp betekent niets.
5 Dat teken betekent niets.
6 Die
schaduw betekent niets.
Waar het om gaat
is om – zonder oordeel – in het rond te kijken naar al deze alledaagse
voorwerpen in onze wereld: een tafel, stoel, hand, voet, pen, deur, lichaam,
lamp, teken, schaduw. Merk op hoe Jezus hier het lichaam laat insluipen.
Het gaat er om je
bewust te worden dat je normaal gezien denkt dat jouw hand belangrijker is dan
een pen of dat je lichaam belangrijker is dan een lamp. Niemand die dit niet
gelooft. Daarom ook dat jij je er bewust moet van worden dat je aan Een Cursus
in Wonderen begint met een aantal vooropgestelde overtuigingen, een hiërarchie
aan waarden die je aan de wereld toebedeeld en waarvan jij je zelfs niet bewust
bent. Daarom ook geeft Jezus in de tekst volgende instructie:
Om deze cursus te
leren dien je bereid te zijn iedere waarde die jij eropna houdt in twijfel te trekken.
Niet één kan er verborgen en in het duister gehouden worden of deze zal jouw
leerproces in gevaar brengen. Geen enkele overtuiging is neutraal. Elk heeft de
macht iedere beslissing die je neemt te dicteren. Want een beslissing is een
conclusie gebaseerd op alles wat je gelooft. Ze is het resultaat van een
overtuiging en volgt daar even zeker uit als lijden volgt uit schuld en
vrijheid uit zondeloosheid. (T. 24. Inl. 2:1-6)
Deze eerste les,
die eenvoudig lijkt en zelfs een beetje gek wanneer je ze niet echt begrijpt,
houdt het complete denksysteem in van een Cursus in Wonderen. Onder de
verschillende dingen in deze wereld is er geen enkel verschil. Alles is gelijk
omdat alles deel uitmaakt van de illusie, alles weerspiegelt hetzelfde denksysteem
van afscheiding dat zelf ook onwerkelijk is. Zoals je uit je studie van de
tekst kon zien is de eerste wet van de chaos dat er een hiërarchie is in de
illusies, de basis van het egodenksysteem en van de wereld (T. 23. II. 2:3).
Wanneer ik geloof dat mijn lichaam of hand belangrijker is dan een lamp, dan
zeg ik heel duidelijk dat er een hiërarchie is in illusies. Nogmaals, het is
moeilijk, als het al mogelijk zou zijn, om iemand in deze wereld te vinden die
dit geloof in hiërarchie niet deelt of die zelfs de mogelijkheid hiervan zou
overwegen. Dus, wanneer je hier eens ernstig zou over nadenken, zou het je
duidelijk worden dat je hele leven gebaseerd is op een leugen, de eerste wet
van de chaos die stelt dat er een hiërarchie in illusies bestaat.
We maken nu een
sprong naar alinea 3:
(3:1-2) Merk op dat deze beweringen niet in
enige orde gerangschikt zijn en geen rekening houden met de aard van de dingen
waarop ze worden toegepast. Dat is de bedoeling van de oefening.
Dit wil niet
zeggen dat jij je investering in je lichaam of in je hand zou moeten opgeven.
Het doel van deze reflecties is eerder jou te helpen bewust te worden, zelfs op
dit hele primaire niveau, hoe jij het denksysteem van het ego weerspiegelt.
Wanneer je er dieper op ingaat vragen deze lessen om nederigheid, omdat ze je
helpen bewust te worden hoe zeer jouw leven gericht is tegen alles wat Een
Cursus in Wonderen onderwijst. Dit betekent dat er een deel is in jou die deze
cursus niet wil leren omdat er een deel is in jou die dit leven niet wil
opgeven. Je wil hier niet rondlopen en werkelijk geloven dat je hand even
betekenisloos is als een pen omdat je gelooft dat er een lichaam is dat echt
aanvoelt en dat je hier werkelijk in de wereld bent.
Als je dit
gelooft - en dat doen we allemaal - dan kunnen we niet echt in de werkelijkheid
van God geloven. Met andere woorden, het doel van het eerste deel van het
werkboek, zoals we daarnet hebben gezien, is om de manier waarop we waarnemen
en denken ongedaan te maken. Dit zet de toon voor wat volgt:
(3:2-4) Dat is de bedoeling van de oefening. (ons er bewust van worden dat er geen verschil
is) De stelling dient eenvoudigweg
toegepast te worden op alles wat je ziet.. Wanneer je het idee van de dag
oefent, gebruik het dan volkomen willekeurig.
Dit is wat veralgemenen betekent. Het is duidelijk
dat Jezus van ons niet verwacht dat wij deze oefeningen zonder enige
discriminatie doen; als we dat al zouden kunnen doen, zouden we de lessen
helemaal niet nodig hebben. Het (werkboek)idee is er om er bewust van te zijn
hoe we dit in ons leven niet in praktijk brengen zelfs wanneer we dit op een
bepaalde manier proberen doen. Daarom, wanneer je deze les doet zou je er
inderdaad moeten over nadenken of je werkelijk klaar bent om te zeggen dat
‘deze hand even betekenisloos is dan deze pen’. En als je gelooft dat je denkt
dat ze werkelijk hetzelfde zijn, denk dan aan een pen en breek deze in gedachte
en denk dan aan je hand en breek deze ook in gedachte. Je zal je onmiddellijk
realiseren dat er een duidelijk verschil is. Dit is zeker niet bedoeld om je
schuldig te laten voelen, maar om je bewust te worden van je investering in het
denksysteem van afscheiding.
(3:5-7) Probeer het niet toe te passen op
alles wat je ziet, want deze oefeningen moeten geen ritueel worden. Zorg er
alleen voor dat niets wat je ziet uitdrukkelijk wordt uitgesloten. Het ene is,
wat de toepassing van het idee betreft, even goed als het andere.
Het is even
makkelijk om door te de kamer te lopen en naar verschillende delen te kijken en
naar je lichaam te kijken en te zeggen ‘dit betekent niets’. Maar als je het zo
doet dan lijkt het wel als een ritueel te zijn. In principe maakt een ritueel
je gedachteloos en daarom houden veel mensen hiervan. Een vriendin vertelde
eens dat ze zo graag de rozenkrans bidt omdat zij dan niet hoeft na te denken.
Je doet het gewoon. Jezus vraagt je dit niet te doen met het werkboek. Maak het
niet als een ritueel. Rituelen zijn ontworpen om je gedachteloos te houden. Dit
is een cursus waarvan het doel is je mindfull, je bewust, te maken. We zullen
regelmatig terugkeren op het potentiële gevaar die rituelen inhoudt. Het
‘stiekeme’ ‘sneaky’ van Jezus ontgaat ons hier makkelijk. Hij lijkt ons hier te
zeggen dat dit idee alleen voor deze les geldig is. Wat hij er niet bij verteld
is dat de hele Cursus in Wonderen zelf op dit principe rust.
(4) Elk van de eerste drie lessen moet niet
vaker dan twee keer per dag worden gedaan, bij voorkeur ‘s ochtends en ‘s
avonds. Ze zouden evenmin langer dan ongeveer een minuut geprobeerd moeten
worden, tenzij dat een gevoel van haast met zich meebrengt. Een aangenaam
gevoel van ontspanning is essentieel.
Terwijl je de
lessen doet zou je moeten voelen dat Jezus je zegt: ‘Dit moet voorzichtig
gedaan worden. Kruisig jezelf er niet mee. Probeer niet de perfectie ervan te
verkrijgen. Voel je niet schuldig wanneer je denkt hierin te falen. Maak je
oefeningen niet tot een verplicht ritueel. Je moet je hierbij comfortabel
voelen.’ Zijn mildheid is een duidelijk en veelzeggend principe van het
werkboek en deze mildheid in ons eigen leven integreren is een van de
belangrijkste lessen die we te leren hebben. Jezus zelf is hiervoor een
prachtig voorbeeld.