
Mensen zeggen dat ze iets een waarde toekennen omdat hun
ouders er die waarde aan hebben gegeven en omdat ze opgegroeid zijn in een
zekere cultuur, een religie, met een sociaal economisch aspect, enz. Maar een
dergelijke aanname is niet een correcte vaststelling. Wanneer wij hier echt
zouden over nadenken zouden wij ons realiseren dat wij niet alle waarden van
onze ouders hebben overgenomen, noch de waarden van ons sociaal systeem, enz.
Wij hebben enkel die waarden aangenomen die resoneren met wat wij willen dat
hun waarden zijn.
Alhoewel dit tot hiertoe nog niet aan bod is gekomen is het
wel zo dat Jezus vraagt om een totale eerlijkheid tegenover hem; aanvaarden dat
niets in deze kamer of deze wereld ook maar iets betekent omdat ik degene ben
die de wereld een betekenis geef en ik, mijn ego, nooit de ware betekenis zal
kunnen begrijpen: vergeving.

Jezus zegt ons niets te discrimineren door één ding
belangrijker te maken dan een ander of dat een voorwerp niets te betekenen
heeft en een ander dan weer wel. Hij zegt ons om tijdens onze oefening geen
onderscheid te maken en ook proberen niet alles wat we zien erbij te betrekken.
Hij zegt ons dat als we proberen, alles wat we zien, erbij te betrekken dit tot
spanning zal leiden en al gauw zal leiden tot een ritueel. Rituelen houden
altijd een zekere spanning in omdat zij altijd neigen tot een gevoel van iets moeten doen. Ik moet dit gebed op een bepaalde manier opzeggen. Ik moet de les elke dag op hetzelfde
tijdstip doen. Ik moet elke dag of
elke week of wanneer dan ook naar de kerk of naar de synagoge gaan. Wanneer het
een ritueel is dan moet het altijd op dezelfde manier uitgevoerd worden.
En
meestal, wanneer het in een religieuze context is, is het iets wat altijd op
hetzelfde tijdstip moet gebeuren omdat dat de wil is van God of omdat de Bijbel
dit oplegt of waar religieuze leiders op staan. Daarom zegt Jezus ons deze
oefeningen niet als een zeker ritueel te doen en ze ook niet gespannen te doen.
Wanneer je spanning voelt maant hij je aan ermee te stoppen. Dit is tevens een
aanwijzing dat je de lessen niet goed doet; je doet ze samen met je ego en niet
samen met hem, Jezus.
(2:1) Laat enkel je
blik, ontspannen en redelijk snel, ronddwalen en probeer daarbij een keuze naar
grootte, helderheid, kleur, materiaal of betrekkelijk belang voor jou te
vermijden.
‘Probeer te vermijden om dit te doen’ is beamen dat je inderdaad
zal proberen dit zo te doen, d.w.z. selecteren wat volgens jou belangrijk is en
wat onbelangrijk. En ook al denk je bewust dat je dit niet doet, onbewust is
dit zeker in het kader van de rangorde in waarden die we allemaal delen, wel het
geval.
(2:2-5) Neem de
voorwerpen gewoon zoals je ze ziet. Probeer de oefening met gelijk gemak toe te
passen op een lichaam of een lichtknop, een vlieg of een vloer, een arm of een
appel. Het enige criterium om het idee op iets toe te passen is slechts dat je
oog erop viel. Doe geen moeite om iets bepaalds in te sluiten, maar zorg ervoor
dat niets uitdrukkelijk wordt uitgesloten.

Geen opmerkingen:
Een reactie posten