In de 2e alinea van les 155 gaat Jezus verder met zijn
onderricht over hoe wij een leraar worden:
De wereld is een illusie. Zij die
verkiezen er te komen, zoeken een plaats waar ze illusies kunnen zijn en hun
eigen werkelijkheid vermijden. Maar wanneer ze merken dat hun eigen
werkelijkheid zelfs hier is, doen ze een stap terug en laten haar de weg
wijzen. Welke andere keuze kunnen zij werkelijk maken? Illusies vóór de
waarheid uit laten gaan is waanzin. Maar illusie achter de waarheid laten
verzinken en de waarheid naar voren laten treden als wat ze is, is niet meer
dan gezond verstand. (Wd1. 155. 2)
Iedereen die hier in de wereld komt probeert zijn of haar
zelfbeeld als een afgescheiden zelf te beschermen. De wereld is het middel om
dit doel aan te tonen. In die zin is de wereld een schuilplaats waarin men de
eigen werkelijkheid kan ontwijken. Een leraar van God laat de illusies achter
de waarheid wegzinken en laat de waarheid op de voorgrond treden voor wat zij
is. Als leraar van God zijn we er ons bewust van dat we in de wereld zijn maar dat
we niet van de wereld zijn. We leven in de wereld als een lichaam, maar toch
weten we dat de Heilige Geest in onze denkgeest bij ons is en dat we kinderen van
God zijn en niet van het ego. Ons ego is een stap achteruit gezet, wat betekent
dat de ‘jij’ die zich geïdentificeerd had met het ego een stap achteruit heeft
gezet waardoor liefde de werkelijkheid wordt en de weg begeleidt. Alles wat we
dan doen komt dan voort uit die werkelijkheid. Jezus herinnert ons er ook aan dat we
eerder geneigd zijn om de waarheid naar de illusie te brengen in plaats van de
illusie naar de waarheid. De les is om te kijken naar de illusie en er niet
bang voor te zijn. Pas dan kan ze vervangen worden door de waarheid.
In de vierde en vijfde alinea van deze les beschrijft Jezus
drie verschillende manieren om in de wereld te zijn.
- de eerste bevat mensen die geloven dat de wereld slecht is
of zondig en dat dit moet vermeden worden.
- de tweede manier bevat diegenen die geloven dat de wereld
waarde heeft en er sterk mee verbonden zijn omdat zij het middel is om
tevredenheid en geluk te bereiken.
- de derde is de middenweg, die van de (gevorderde) leraar
van God. Dit zijn degenen die samen met Jezus en niet met het ego lopen. Hun
gedrag en verschijning is zoals die van iedereen, maar er is vrede in hen want
het is de liefde die op de voorgrond treedt en niet schuld en speciaalheid.
Als de waarheid van hen zou eisen
dat zij de wereld opgaven, zou dit hun toeschijnen alsof ze het offer vroeg van
iets wat werkelijk is. Velen hebben verkozen de wereld te verzaken terwijl ze
nog steeds geloofden in de werkelijkheid ervan. En ze hebben geleden onder een
gevoel van verlies en zijn bijgevolg niet bevrijd. Anderen hebben niets dan de
wereld gekozen, en zij hebben geleden onder een nog dieper gevoel van verlies,
dat ze niet begrepen.
Tussen deze paden ligt een andere
weg die wegvoert van elk soort verlies, want offers en ontbering worden daar
beide snel achtergelaten. Dit is de weg die jou nu wordt aangewezen. Je
bewandelt dit pad zoals anderen dat doen en je lijkt niet verschillend van hen,
hoewel je dat wel degelijk bent. Zo kun je hen dienen terwijl jij jezelf dient,
en hun schreden naar de weg leiden die God voor jou, en door jou voor hen,
geopend heeft. (Wd1.155.4-5)
Zij die geloven dat de wereld boosaardig is zien hierin de
projectie van hun eigen zonde die nu niet langer bij zichzelf waargenomen wordt.
Zij zien de vorm van de zonde buiten zichzelf met als resultaat dat zij geloven
dat de wereld een slechte plek is. Dit is vaak een neiging van mensen die werken
met de Cursus die denken dat als Jezus zegt dat de wereld een illusie is, hij
hier mee bedoeld dat de wereld zondig is.
Wanneer je het gevoel hebt dat jij je moet terugtrekken van
de wereld of van haar verantwoordelijkheden, van normaal zijn, dan zeg je
hiermee dat de wereld slecht is, niet heilig of niet spiritueel. En van zodra
je dit zegt, maak je haar werkelijk en door dit te doen heb je ook de gedachten
van afscheiding en schuld die de wereld vertegenwoordigd, werkelijk gemaakt.
Dit was de vergissing van de Gnosis. De Gnosis, een
psychologische school die bloeide in de eerste eeuwen van het Christendom
geloofde bijna unaniem dat de wereld niet werkelijk was, dat God haar niet
geschapen had, zowel de God van het Oude als van het Nieuwe Testament was de
ego god - al maakten zij geen gebruik van deze term - en dat de ware God hieraan
voorbij lag. Hiervan overtuigd hebben velen onder hen – niet allemaal – de
wereld ontvlucht in de overtuiging dat zich ermee inlaten een zonde was,
gelovend dat, omdat de wereld een gevolg was van een ondergeschikte God, er op gelijk
welke manier in of erbij betrokken raken in de klauwen vallen was van deze
valse goddelijkheid.
Valentinus was een van de weinige gnostische leraren die
ontsnapt was uit deze valstrik.
(wordt vervolgd)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten