(7-8:1) We zullen
vandaag in onze langere oefenperioden vragen wat het probleem is en wat het
antwoord daarop. We gaan er niet van uit dat we dat al weten. We proberen onze
denkgeest te bevrijden van al de vele verschillende soorten problemen die we
menen te hebben. We proberen te beseffen dat we maar één probleem bezitten, dat
we niet hebben gezien. We zullen vragen wat het is en op het antwoord wachten.
Het zal ons worden verteld. Dan zullen we om de oplossing ervan vragen. En die
zal ons worden verteld.
De oefeningen voor vandaag zullen succesvol zijn in de mate waarin jij er niet
op staat te bepalen wat het probleem is.
Je kan niet om de oplossing vragen wanneer je denkt te weten
wat en waar het probleem is. Deze
arrogantie verhindert je vooruitgang met deze cursus. Het is noodzakelijk om
terug te keren naar het keuzemoment in je denkgeest waarin je telkens en
telkens weer de afscheiding van God naspeelt. Of je nu spreekt van God, Jezus,
de Heilige Geest of gelijk welke andere naam, je hebt de liefdevolle ervaring
van de eenheid weggeduwd omdat je de dreiging voelt dat jij je speciale zelf
zal verliezen wat in jouw overtuiging zal gebeuren wanneer je je voegt bij de
liefde. Dat is het probleem. Denken dat je het probleem kent verzekert jou
ervan dat je nooit het antwoord zult leren. Zoals een eerdere werkboek les het
stelt:
Je bent niet bereid vraagtekens
te zetten bij wat je al gedefinieerd hebt. En de bedoeling van deze oefeningen
is juist vragen te stellen en de antwoorden te ontvangen. (Wd1. 28. 4:1-2)
Dit punt om de nederigheid te ontwikkelen die de arrogantie
van het ego ongedaan maakt en zo essentieel voor ons leren wordt doorheen deze
lessen herhaald. We zullen zien hoe vaak Jezus hierop terugkeert.
Om dit punt dat ik gemaakt heb te versterken, ook al lees,
begrijp en geloof je deze regels, kijk er dan op toe hoe snel je van dit geloof
afdwaalt en probeert het probleem anders te maken dan het is. Herinner je dat
jouw bestaan als een fysiek en psychisch wezen gebaseerd is op de gedachte dat
jij niet verantwoordelijk bent; dat het probleem niet in je denkgeest is, maar
in je lichaam. Kijk hoe snel je geneigd bent om terug te vallen in de val van
de geesteloosheid van het ego!
(8:2-3) Het zal jou
misschien niet lukken al je vooropgezette meningen los te laten, maar dat is
ook niet noodzakelijk. Het enige wat noodzakelijk is, is dat je bij jezelf
enige twijfel voelt over de werkelijkheid van jouw versie van wat je problemen
zijn.
Deze regels weerspiegelen het ons inmiddels vertrouwde thema
van ‘een beetje bereidwilligheid’ (T. 18. V). Er wordt ons gevraagd om het
proces te starten waarbij we de waarde van ons oordeel in vraag stellen en van
de absolute zekerheid dat we de aard van het probleem kennen - in onszelf en in
iedereen. Meer is hiervoor niet nodig. Want zoals we inderdaad al gezien hebben
is meer minder winstgevend en versterkt het slechts de schuld over een
toegeëigende rol die niet de onze is.
(8:4) Je probeert in
te zien dat het antwoord jou gegeven is door het probleem te zien, zodat het probleem
en de oplossing kunnen worden samengebracht en jij in vrede kunt zijn.
Het probleem is in onze denkgeest, de oplossing is daar ook.
Maar, natuurlijk, nam het ego het probleem weg van de oplossing in de
denkgeest, projecteerde dit naar buiten, maakte een wereld zodat wij nu kunnen zeggen
dat het probleem overal om ons heen is, buiten
onze denkgeest. Het wonder, daarentegen, brengt het probleem terug naar de
oplossing. Dit is gelijk aan het proces van vergeving: de duisternis van onze
illusies naar het licht van de waarheid brengen. Deze buitengewone passage uit
de verklaring der termen vat dit vergevingsproces mooi samen:
Dit is de omslag die ware
waarneming brengt: wat naar buiten werd geprojecteerd, wordt vanbinnen gezien
en daar laat vergeving het verdwijnen. Want daar is het altaar voor de Zoon
opgericht en daar wordt zijn Vader herinnerd. Hier zijn alle illusies naar de
waarheid gebracht en op het altaar gelegd. Wat buiten je wordt gezien, moet wel
buiten het bereik van vergeving liggen, want het lijkt voor eeuwig zondig. Waar
is er nog hoop zolang zonde als buiten jou wordt gezien? Op welke remedie kan
schuld hopen? Maar binnenin je denkgeest gezien liggen schuld en vergeving voor
een ogenblik zij aan zij, op één altaar naast elkaar. Daar worden ziekte en de
enige remedie ertegen tenslotte in één helende helderheid verenigd. God is
gekomen om op het Zijne aanspraak te maken. Vergeving is totaal. (VvT. 4. 6)
(9) De korte
oefenperioden voor vandaag zullen niet door de tijd, maar door de behoefte worden
ingegeven. Je zult vandaag vele problemen zien, die elk om een oplossing
vragen. Onze inspanningen zullen erop gericht zijn in te zien dat er maar één
probleem en één oplossing is. Met dit inzicht zijn alle problemen opgelost. Met
dit inzicht is er vrede.
Merk hier de verandering in instructies op. Jezus vraagt ons
vandaag om ons eigen schema te bepalen gesteund op het herkennen van de
behoefte. Hij neemt aan dat we beginnen herkennen wat in ons eigen voordeel is.
Na twee maanden oefenen beginnen we te begrijpen wat het betekent dat ‘wonderen
geen rangorde in moeilijkheid’ kennen en gezien alle vormen of problemen
dezelfde inhoud uitdrukken kan er werkelijk maar één probleem en één oplossing
zijn. Daarom telkens er enig ongemak in ons bewustzijn is hebben we nu de
remedie bij de hand: het wonder. Onafgezien van de vorm van onze verwarring
begrijpen we dat het antwoord ligt in het kiezen voor de juiste leraar om het
op te lossen. Het probleem is dat we gekozen hadden voor het ego en zijn
afscheiding; de oplossing is kiezen voor de Heilige Geest en Zijn Verzoening.
(10) Laat je vandaag
niet door de vorm van de problemen misleiden. Telkens wanneer er een
moeilijkheid lijkt te ontstaan, zeg dan meteen tegen jezelf:
Laat me inzien wat hier het probleem is, zodat het kan worden
opgelost.
Probeer dan elk
oordeel over de aard van het probleem op te schorten. Sluit zo mogelijk je ogen
een ogenblik en vraag wat het is. Je zult gehoord worden en zult een antwoord
ontvangen.
Deze laatste alinea benadrukt de behoefte om voorbij de vorm
van het probleem te gaan en te herkennen dat alle problemen dezelfde zijn. Het
is deze eenvoud die Een Cursus in Wonderen en de leer van Jezus kenmerkt.
Ongeacht de schijnbaar ontelbaar aantal problemen waarmee we geconfronteerd
worden blijft er slechts één over: het geloof dat wij gelijk hebben en dat
Jezus verkeerd is; dat afscheiding de werkelijkheid is en eenheid een illusie.
We vertellen hem nu dat wij gelukkig verkeerd zijn, dat onze oordelen gebaseerd
waren op illusies en we ons uiteindelijk voegen bij zijn juist gericht oordeel.
Enkel deze verandering zal ons vrede brengen.
Les 80 gaat vervolgt dit thema van één probleem, één
oplossing.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten