(4:1)
Waarom zou je niet overlopen van vreugde als jou wordt verzekerd dat al het
kwaad dat jij denkt te hebben gedaan, nooit is gedaan, dat al je zonden niets
zijn, dat je zo zuiver en heilig bent als jij werd geschapen en dat er licht en
vreugde en vrede in jou woont?
Het antwoord is duidelijk want dit
aanvaarden betekent dat we niet zijn wie we denken te zijn en waarmee onze
speciaalheid verdwijnt. De waarheid echter is dat we overgelukkig zouden zijn
wanneer we weten dat onze slechtheid, duisternis en zonde niet waar zijn. Maar
dit houdt ook in dat het ego zelf die dit geloof voorhoudt, ook niet waar is.
We moeten de angst van onze ego’s voor Een Cursus in Wonderen en wat de cursus leert,
onder ogen zien want pas dan kunnen we voorbijgaan aan de weerstand om deze gelukkige
waarheid te leren kennen en te aanvaarden.
(4:2-4)
Jouw zelfbeeld kan niet de Wil van God weerstaan. Jij denkt dat dit de dood is,
maar het is leven. Jij denkt dat je vernietigd wordt, maar je wordt verlost.
De jij die denkt dat hij vernietigd is, is de keuzemaker die zich met
het ego heeft geïdentificeerd. De jij die denkt dat waarheid, de Wil van God en
deze cursus de dood zijn, is de jij die zich geïdentificeerd heeft met zijn
speciale bestaan. Jezus zegt dat je individualiteit uiteindelijk zal verdwijnen
in het niets en dat de glorieuze waarheid over jou zal terugkeren naar je
bewustzijn. We zijn dus gered van het verschrikkelijke beeld dat we van onszelf
gemaakt hebben. Zoals we reeds herhaalde keren hebben gezien is het proces van
de verzoening enkel dit: een proces. En nogmaals:
Vrees
niet dat je opeens zult worden opgetild en de werkelijkheid in geslingerd. (T.
16. VI. 8:1)
(5:1)
Het zelf dat jij gemaakt hebt, is niet de Zoon van God.
Wanneer je deze regels leest denk
dan aan wat jij denkt dat je bent en gebruik gelijk welk woord of concept dat
bij je opkomt. Realiseer je dan dat geen van allen de Zoon van God is want zij
geven een definitie van de zoon van het ego. Zoals Jezus in de tekst opmerkt:
De
zoon des mensen is niet de verrezen Christus. (T. 25. Inl. 2:6)
(5:2)
Daarom bestaat dit zelf helemaal niet.
Velen zijn door het werkboek gegaan
en hebben hoogst waarschijnlijk deze regels heel snel gelezen zonder er
aandacht aan te geven. Hadden ze dat wel gedaan dan had men waarschijnlijk dit
boek dichtgeklapt. ‘Het zelf dat jij gemaakt hebt is niet de Zoon van God.’
Wanneer we in de spiegel kijken zien we het zelf dat we gemaakt hebben. Dit is
niet alleen niet de Zoon van God, het bestaat niet. Welk zelf respecterend ego
zou hier niet bang voor zijn? Dit wil niet zeggen dat je je ertoe verbindt om
je ego los te laten, maar eenvoudig te kijken naar wat het ego is. Jezus vraagt
jou enkel om te kijken. Probeer niet te veranderen, te corrigeren of het te
laten gaan. Kijk slechts. Het is een proces dat geleidelijk aan je
identificatie met het ego zal beëindigen omdat het zelf dat kijkt niet meer het
zelf is dat wordt bekeken. Je identiteit is dus teruggekeerd naar het
keuzemakende deel van je denkgeest en weg van het ego.
(5:3)
En alles wat het schijnt te denken en te doen, betekent niets.
Deze verklaring ontkracht onze
levens, laat staan de beschaving waarvan we denken een indrukwekkend product te
zijn.
(5:4)
Het is noch slecht, noch goed.
Het zou geweldig zijn voor het zelf
of het goed of slecht zou zijn. Religies vertellen ons voortdurend dat dit zo
is. Maar het probleem is dat het zelf niets is, waarbij ‘goed’ of ‘slecht’ geen
betekenis heeft.
(5:5-9)
Het is onwerkelijk en meer niet. Het levert geen strijd met de Zoon van God.
Het krenkt hem niet en valt zijn vrede niet aan. Het heeft de schepping niet
veranderd, noch eeuwige zondeloosheid tot zonde, noch liefde tot haat verlaagd.
Wat voor macht kan dit zelf dat jij gemaakt hebt, dan bezitten, wanneer het de
Wil van God weerspreekt?
Dit is een prachtige uitspraak van
het Verzoeningsprincipe. De afscheiding is nooit gebeurd en heeft dus geen
enkel gevolg. Het doel van het ego is te bewijzen dat het bestaat en dat God
niet bestaat. Onze enige hoop is om boven het slagveld uit te rijzen en ons
referentiepunt te veranderen zodat we uiteindelijk voorbij het ego het doel zien
voor de wereld maar dan via het onderricht van de Heilige Geest: leren
vergeven.
(6:1-2).
God staat voor jouw zondeloosheid garant. Steeds en steeds weer moet dit worden
herhaald, totdat het wordt aanvaard.
We moeten deze zin echter niet als
een affirmatie blijven herhalen om het egodenksysteem naar beneden te halen,
maar ons illusoir denksysteem naar de waarheid brengen en er naar kijken.
(6:3-5)
Het is waar. God staat voor jouw zondeloosheid garant. Niets kan haar raken of
dat veranderen wat God als eeuwig heeft geschapen.
Jezus kent zijn studenten en dus
moet hij hen ervan verzekeren: het is waar, we zijn inderdaad zondeloos, de
afscheiding is nooit gebeurd en de Heilige Geest heeft van in het begin de
waarheid gesproken. We begingen slechts een vergissing die nu makkelijk
gecorrigeerd kan worden.
(6:6-7)
Het zelf dat jij hebt gemaakt, slecht en vol zonde, is zonder betekenis. God
staat voor jouw zondeloosheid garant en er woont licht en vreugde en vrede in
jou.
De manier waarop we het licht
bereiken is door te kijken naar het zelf dat wij gemaakt hebben, waarvan wij
denken dat dit het thuis is van slechtheid, duisternis en zonde. Ons
diepgewortelde geloof in dit zelf verhindert de ervaring van zondeloosheid. Om
dit essentiële punt nogmaals te maken: het ego zal niet zomaar verdwijnen door
enkel deze prachtige zinnen te herhalen. Het ongedaan maken ervan vergt hard
werken en toewijding omdat de weerstand om naar dit slechte zelf te kijken
enorm is. Daarom maakt Jezus deze belangrijke uitspraken:
Je
vraagt je misschien af waarom het zo cruciaal is dat jij je haat in ogenschouw
neemt en de volle omvang ervan beseft. Je denkt misschien ook dat het voor de
Heilige Geest een klein kunstje moet zijn jou die te laten zien en hem te
verdrijven zonder dat jij jezelf daarvan bewust hoeft te maken. (T. 13. III.
1:1-2)
Eens we ons bewust worden van onze
zelfhaat door het herkennen van onze projecties op anderen kunnen we het naar
Jezus’ helende liefde brengen. Door het verdwijnen van onze weerstand wordt
zijn boodschap van licht en vreugde dankbaar en vreugdevol aanvaard.
(wordt vervolgd)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten