(10:1-2)
Misschien ben je niet bereid of ook maar in staat om de eerste vijf minuten van
elk uur voor deze oefeningen te gebruiken. Maar probeer het wanneer je kunt.
Jezus zegt ons hier: ‘Ik weet dat
je dit niet zult doen omdat het moeilijk is. Maar doe een poging.’ Zoals we verder
zullen zien helpt Jezus ons begrijpen dat zijn doel met deze oefeningen niet
zozeer is dat wij ze doen, maar dat we onszelf vergeven wanneer we ze niet
gedaan hebben. Hij verwacht wel dat we bang zijn en het zullen vergeten. Maar
hij verwacht ook dat we eerlijk zijn en dat we leren inzien hoezeer we
weerstand bieden om zijn onderricht te begrijpen.
(10:3-6)
Denk er op zijn minst aan elk uur deze gedachten te herhalen:
Er woont licht en vreugde en vrede
in mij.
God staat voor mijn zondeloosheid garant.
God staat voor mijn zondeloosheid garant.
Probeer
er dan tenminste een minuutje voor te nemen je ogen te sluiten en te beseffen
dat dit een verklaring is van de waarheid over jou.
Jezus zijn instructies zijn altijd
vriendelijk. Wanneer we geen vijf minuten van een uur aankunnen zouden we op
zijn minst moeten proberen om ons het idee van de dag te herinneren. Zelfs deze
kleine inspanning zal ons helpen om de identificatie met het denksysteem van
het ego van slechtheid, duisternis en zonde te verbreken.
(11:1)
Als zich een situatie voordoet die verontrustend lijkt, verjaag deze illusie
van angst dan snel door deze gedachten opnieuw te herhalen.
Het is belangrijk te noteren dat
het doel van deze oefeningen is om het idee van de dag telkens toe te passen
wanneer we van streek zijn. Eerlijk zijn betekent ons realiseren dat we de
meeste tijd van streek zijn of het nu iets is wat we als groot bestempelen of iets
triviaals. In het begin van het werkboek legt Jezus uit dat ook ‘een lichte
krimp van ergernis niets anders is dan een sluier over intense woede.’
(W. d1. 21. 2:5). Hij vraagt ons om onze denkgeesten zo te controleren zodat we, wanneer
we zien dat we verstoord zijn, kunnen zeggen: ‘Dit komt van een beeld van
mijzelf die ik gebruikt heb om mijn afgescheiden bestaan te beschermen. Maar dit
heeft me niet gelukkig gemaakt dus wil ik het niet langer.’
(11:2-4)
Mocht je in de verleiding komen om kwaad op iemand te worden, zeg hem dan in
stilte:
Er woont licht en vreugde en vrede
in jou.
God staat voor jouw zondeloosheid garant.
God staat voor jouw zondeloosheid garant.
Op
dezelfde manier en meer specifiek wanneer we in de startblokken staan om aan te
vallen, te bekritiseren of iets fout te vinden, zouden we zo goed als we kunnen
ons moeten herinneren dat dergelijke gedachten het licht, de vreugde en de
vrede voor ons verbergen. Gezien wij en onze broeders hetzelfde zijn, komen
onze beschuldigen naar ons terug en zullen ze onszelf kwetsen. Nochtans door
anderen de boodschap van licht te geven herinneren we onszelf eraan dat datzelfde
licht ook in ons is en keren we allemaal samen terug naar huis.
(11:5-7)
Je kunt vandaag veel doen voor de verlossing van de wereld. Je kunt vandaag
veel doen om je dichter te brengen bij de rol in de verlossing die God jou
heeft toegewezen. En je kunt vandaag veel doen om je denkgeest ervan te
overtuigen dat het idee van vandaag inderdaad de waarheid is.
De reden dat we veel kunnen doen
voor de verlossing van de wereld is omdat de Zoon van God een is. Dit thema zal
binnenkort terugkeren. Wanneer mijn Zelf een is, een ondeelbaar deel van een
perfecte Eenheid, dan is het hele Zoonschap in mij omvat. Maar dit is niet de ik die het thuis is voor slechtheid,
duisternis en zonde. Wat mij in staat stelt om de wereld te verlossen is om mijn
denkgeest te verlossen wat bereikt wordt door het ijverig oefenen van de les
van de dag. Ik aanvaard dat wat Jezus leert inderdaad waar is, net zoals ik
mijn weerstand voor deze waarheid aanvaard. In deze eerlijkheid zal deze
weerstand zacht oplossen en enkel het licht, de vreugde en de vrede die in mij,
de Zoon van God, woont achterlaten
Geen opmerkingen:
Een reactie posten