(3) Diep in jou is
alles wat volmaakt is, klaar om door jou heen naar de wereld uit te stralen.
Het zal een remedie zijn voor alle verdriet en pijn en angst en verlies omdat
het de denkgeest genezen zal die dacht dat deze dingen werkelijk waren en
geleden heeft vanwege zijn trouw hieraan.
Wanneer ik weet dat God me vergezelt en dat via de Heilige
Geest Zijn Liefde altijd bij mij is, dan kan ik mij er ook bewust van worden dat
alles wat ik geloofd en waargenomen heb niet waar is. Toch is de angst dat wanneer
mijn overtuigingen en waarnemingen niet waar zijn dan ben ik dat ook niet.
Onbewust hou ik dus vast aan het geloof dat schuld de hemel is omdat dit
bewijst dat ik besta, de ik die ik denk dat ik ben.
(4) Je kunt nooit van
je volmaakte heiligheid worden beroofd, omdat de Bron daarvan je vergezelt,
waar je ook gaat. Je kunt nooit lijden, omdat de Bron van alle vreugde je
vergezelt, waar je ook gaat. Je kunt nooit alleen zijn, omdat de Bron van alle
leven je vergezelt, waar je ook gaat. Niets kan jouw innerlijke vrede
tenietdoen, omdat God je vergezelt, waar je ook gaat.
Jezus wil dat je inziet hoe standvastig je bent in het
bewijzen dat deze uitspraken verkeerd zijn en dat jouw overtuigingen waar zijn.
Je doet dit door te bewijzen dat de wereld vijandig is, dreigend en zondig of
dat jij vijandig, dreigend en zondig bent. Wat het is doet er niet toe. Het is echter
goed om eens te kijken hoezeer jij je tegen deze waarheid verdedigt door
voortdurend te beweren dat je gelijk hebt en dit probeert te bewijzen. En het
is even cruciaal dat je herkent dat je de woorden van Jezus niet gelooft (wat
hij je in de volgende zin zal vertellen).
Nog een punt voor we verder gaan: wanneer we deze prachtige
uitspraken van bovenstaande alinea als aanvaarden dan kan onze schuld nergens
heen, behalve dan in onze denkgeest te blijven waar het ego ons verteld dat ons
een zekere dood opwacht en in handen ligt van een wraakzuchtige god die
vastbesloten is om ons te vernietigen. Het is ons naar buiten geprojecteerd lijden en ongelukkig zijn die ons beschermt tegen
deze verschrikkelijke innerlijke
gedachte. En het is deze behoefte om onszelf te beschermen die weerstand biedt om
Jezus’ troostende woorden te aanvaarden.
(5:1-2) We begrijpen
dat je dit allemaal niet gelooft. Hoe zou je ook, wanneer de waarheid diep in
jou verborgen ligt, onder een zware wolk van waanzinnige gedachten, dicht en
verhullend, die niettemin alles vertegenwoordigt wat jij ziet?
Het is moeilijk dit te begrijpen wanneer je in beslag
genomen blijft met je speciaalheid, je individualiteit en je problemen en waanzinnige
gedachten die leiden naar waanzinnige percepties: zij blijven de waarheid
verborgen houden die ons kan bevrijden van het egodenksysteem van angst, haat
en lijden.
(5:3) Vandaag zullen
we onze eerste echte poging doen voorbij deze zware, donkere wolk te komen en
er doorheen te gaan naar het licht daarachter.
Jezus zal deze vorm opnieuw gebruiken in les 70, het idee
dat hij degene is die je doorheen de donkere wolken zal leiden. Hij vraagt je
om deze wolken van schuld, individualiteit en speciaalheid niet te ontkennen
maar er aandacht aan te schenken. We kunnen het licht nooit bereiken wanneer we
niet door deze wolken gaan die, enkel voor het ego ‘donker en zwaar’ zijn. In
werkelijkheid is het echter een ‘tere sluier voor het licht’ zoals we in dit
prachtige stuk van de tekst kunnen lezen:
Want de realiteit van schuld is
de illusie die hem zwaar, ondoorzichtig en ondoordringbaar lijkt te maken en
een reëel fundament voor het denksysteem van het ego. Zijn ijlheid en
doorzichtigheid zijn niet duidelijk tot je het licht erachter ziet. En dan zie
je dat hij een tere sluier is voor het licht. (T. 18. IX. 5:2-4)
Deze schijnzware barrière, deze
kunstmatige bodem die wel een rots lijkt, is als een laaghangende donkere
wolkenbank die een massieve muur lijkt te vormen voor de zon. Haar
ondoordringbare voorkomen is een en al illusie. Ze wijkt zachtjes voor de
bergtoppen die erbovenuit rijzen en heeft niet de minste macht iemand tegen te
houden die de wil heeft erbovenuit te klimmen en de zon te zien. Ze is niet
sterk genoeg om een speld te stoppen in zijn val of om een veertje te dragen.
Er kan niets op rusten, want het is slechts een illusie van een fundament.
Probeer haar maar eens aan te raken en ze verdwijnt; poog haar te grijpen en je
handen houden niets vast. (T. 18. IX. 6)
Zo zou het ook horen te gaan met
de donkere wolken van schuld die evenmin ondoordringbaar en even weinig
substantieel zijn. Je zult je er niet aan bezeren wanneer je erdoorheen reist.
Laat jouw Gids jou hun niet-substantiële aard leren terwijl Hij jou eraan
voorbij leidt, want daaronder bevindt zich een wereld van licht waarop ze geen
schaduwen werpen. (T. 18. IX. 8:1-3)
Inderdaad, dit onderricht over de ‘niet-substantiële aard’
van schuld is het hart en de ziel van Een Cursus in Wonderen en de essentie van
de Verzoening. Het leert ons dat er geen verdediging tegen de gedachte van de
schuld nodig is, omdat het geen gevolg heeft en er daarom ook niet is. Merk op
dat de diepgang van de tekst ‘verborgen’ terug te vinden is in deze
‘eenvoudige’ werkboeklessen.
We gaan nu verder met de dagelijkse instructies die ons
terugbrengen naar een langere oefenperiode. Deze keer dringt Jezus er vooral op
aan meer naar binnen te keren door het onderscheid tussen de activiteit van
onze hersenen en de activiteit van onze denkgeest, de echte bron van onze
gedachten, te verduidelijken
(6:1 – 7:2) Er zal
vandaag maar één langere oefenperiode zijn. Ga ‘s morgens, zo mogelijk meteen
na het opstaan, drie tot vijf minuten rustig zitten, met je ogen dicht. Herhaal
aan het begin van de oefenperiode heel langzaam het idee van vandaag. Doe
daarna geen enkele moeite aan iets te denken. Probeer in plaats daarvan een
gevoel van inkeer tot jezelf te krijgen, voorbij alle nutteloze gedachten van
de wereld. Probeer heel diep je eigen denkgeest binnen te gaan en houd die vrij
van alle gedachten die je aandacht zouden kunnen afleiden.
Je kunt het idee van tijd tot tijd herhalen als jou dat helpt. Maar probeer bovenal in jezelf te verzinken, weg van de wereld en al haar dwaze gedachten.
Je kunt het idee van tijd tot tijd herhalen als jou dat helpt. Maar probeer bovenal in jezelf te verzinken, weg van de wereld en al haar dwaze gedachten.
En alles hier is dwaas of beter gezegd het is dwaas te
geloven dat de dingen van de wereld ons plezier of pijn kunnen bezorgen. ‘Erin
verzinken’ betekent voorbij onze lichamelijke identificatie - de schijnbare te
meten plaats van ons plezier en onze pijn - naar onze denkgeest, de enige bron van
onze gevoelens en onze gedachten. Het is in de denkgeest dat we de Aanwezigheid
van God door de Heilige Geest kunnen ervaren en het is in de denkgeest dat de
keuze is gemaakt Zijn Aanwezigheid te vervangen door de aanwezigheid van het
ego.
De volgende twee zinnen benadrukken het cruciale
onderscheid, ontleent aan Plato, tussen schijn en werkelijkheid.
(7:3-4) Je probeert
verder te reiken dan al deze dingen. Je probeert uiterlijke schijn achter je te
laten en nader te komen tot de werkelijkheid.
Jezus wil dat we eerst zorgvuldig kijken naar wat als
werkelijk aan ons lijkt te verschijnen: de wereld gevuld met mensen met
lichamen die horen en zien en van wie wij de lichamen horen en zien. De
volgende stap, wanneer we de leiding van Jezus volgen, is dan het herkennen van
de illusionaire aard van deze verschijningen, voorbijgaan aan de gedachten van
het ego om uiteindelijk voorbij het ego te komen tot de Verzoeningsgedachte van
de Heilige Geest.
(8:1-4) Het is heel
goed mogelijk God te bereiken. In feite is het heel makkelijk, omdat dit de
aller natuurlijkste zaak ter wereld is. Je zou zelfs kunnen zeggen dat dit het
enige natuurlijke ter wereld is. De weg zal zich voor jou openen als je gelooft
dat het mogelijk is.
Jezus zegt niet dat je dit voor de 100% moet geloven, je
moet enkel geloven dat het mogelijk is dat hij gelijk heeft en dat jij het
verkeerd hebt. Het enige echte in deze wereld is om God te bereiken. Het is je geloof dat je naar Huis zal leiden eens
je de kracht ervan geplaatst hebt onder het Verzoeningsprincipe van de Heilige
Geest die de verkeerd genomen beslissing voor de afscheiding corrigeert.
Jezus benadrukt vervolgens het belang van deze les en ondersteunt
ons in het vertrouwen in het proces van deze lessen.
(8:5 – 9:3) Deze
oefening kan verbluffende resultaten opleveren, zelfs al bij de eerste poging
en heeft vroeg of laat altijd succes. Op de bijzonderheden van dit soort
oefening zullen we later verder ingaan. Maar totaal mislukken zal het nooit en
onmiddellijk succes is mogelijk.
Gebruik deze hele dag het idee van vandaag veelvuldig en herhaal het dan heel langzaam, liefst met de ogen dicht. Denk aan wat je zegt, wat de woorden betekenen. Concentreer je op de heiligheid die ze ten aanzien van jou inhouden, op het altijd aanwezige metgezelschap dat jouw deel is, op de volledige bescherming die jou omringt.
Gebruik deze hele dag het idee van vandaag veelvuldig en herhaal het dan heel langzaam, liefst met de ogen dicht. Denk aan wat je zegt, wat de woorden betekenen. Concentreer je op de heiligheid die ze ten aanzien van jou inhouden, op het altijd aanwezige metgezelschap dat jouw deel is, op de volledige bescherming die jou omringt.
Deze laatste regels benadrukken de waarheid die voorbij de
illusie ligt, een waarheid die de onze is wanneer we ons richten op de lessen
en op het praktiseren van de oefeningen ervan.
En tenslotte de laatste regel van deze les:
(10) Je kunt je
inderdaad veroorloven te lachen om angstgedachten wanneer je bedenkt dat God
jou vergezelt, waar jij ook gaat.
Jezus komt hier terug op het thema te lachen om het ego, wat
wil zeggen het niet te serieus te nemen. Dit is slechts mogelijk wanneer we
onze angstgedachten naar de Liefde van God gebracht hebben. De Liefde van God die
door de Heilige Geest voor ons in herinnering wordt gehouden. Zonder het proces
van het brengen van de illusies naar de waarheid zal ons gelach oppervlakkig
zijn, in het ergste geval zelfs spottend of oordelend zijn. Het gelach van de
Heilige Geest is geboren uit de vriendelijke glimlach die het verschil tussen
verschijning en werkelijkheid kent, tussen illusie en waarheid, tussen afscheiding
en Verzoening. In les 187 zegt Jezus dat je naar de pijn, het lijden en de
uithongering van de wereld kunt kijken en ernaar lachen. Je zal lachen naar het
lijden, niet omdat mensen uit te lachen, maar omdat, door je te verenigen met
het juist gerichte denken van de Heilige Geest, je zal weten dat het waar is,
dat het geen macht heeft om de vrede en liefde van God van je af te nemen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten