(1) Waarneming is geen eigenschap van God. Hem
behoort het rijk der kennis. Maar Hij heeft de Heilige Geest geschapen als
Middelaar tussen waarneming en kennis. Zonder deze schakel met God zou
waarneming voorgoed de plaats van kennis in jouw denkgeest hebben ingenomen.
Met deze schakel met God zal waarneming zo veranderd en gezuiverd worden dat ze
tot kennis leidt. Dit is haar functie zoals de Heilige Geest die ziet. Daarom
is dit in waarheid haar (de schakel) functie.
Gemaakt
als een aanval op God (Wd2. 3. 2:1-5) is onze waarneming de weerspiegeling van
ons geloof dat afscheiding en individualiteit werkelijk zijn. Ontstaan in een verzet
tegen kennis wordt het ingezet om een ander doel te dienen. Het deel genaamd
‘de speciale functie’ omschrijft duidelijk deze verandering van doel: wat wij
gemaakt hebben gebruikt de Heilige Geest om te genezen. (T. 25. VI.4).
Speciaalheid is een aspect van waarneming en alhoewel het gemaakt was om te
beschadigen en ons afgescheiden te houden van de ander wordt het een
uitdrukking van vergeving wanneer het naar de Heilige Geest gebracht is en er
op een andere manier naar gekeken werd. Alles wat het ego heeft gedacht, gedaan
en gebruikt om zich van God af te scheiden en ieder van ons van ieder van ons,
kan omgedraaid worden en een middel worden voor vergeving, wanneer we Jezus
hiervoor om hulp vragen.
In deze
eerste alinea vind je een duidelijk voorbeeld voor de twee niveaus waarop Een
Cursus in Wonderen is geschreven. Het Eerste Niveau weerspiegelt het
metafysische principe van de Cursus dat alleen
God echt en werkelijk is en al het andere niet werkelijk en illusie. Of
zoals in het allereerste begin van de tekst staat:
Niets
werkelijks kan bedreigd worden.
Niets onwerkelijks bestaat.
Niets onwerkelijks bestaat.
Dit
onderscheid, tussen wat werkelijk en wat niet werkelijk is, omschrijft het
hoogst belangrijke aspect van Een Cursus in Wonderen. De eerste twee zinnen van
deze alinea drukken niveau een uit: de wereld van de waarneming – niet alleen
de wereld die we met onze ogen zien, maar die we denken – is een illusie. De afgescheiden denkgeest, de wereld die
deze gedachten uitdrukt evenals de correctie van de Heilige Geest, is compleet
onwerkelijk omdat deze afgescheiden denkgeest geen deel is van de totaliteit,
heelheid en perfecte Eenheid – de ware aard van God.
Niveau twee
heeft enkel betrekking op de illusie,
het contrast tussen de onjuist-gerichte waarnemingen van afscheiding en
speciaalheid van het ego en de juist-gerichte gecorrigeerde waarnemingen van
vergeving en genezing van de Heilige Geest. Dit niveau kan gezien worden als het
praktische deel, het deel dat volgens Een Cursus in Wonderen handelt over de toestand waarin we denken te zijn (T. 25.
I.7:4): de wereld van het lichaam. Zo is de wereld van illusie opgesplitst in
waarneembare gebieden: de valse waarneming van het ego en de correctie ervan,
de ware waarneming van de Heilige Geest.
Regel drie
vertegenwoordigt de overgang van niveau een naar niveau twee. De Heilige Geest
kan begrepen worden als dat deel van onze afgesplitste denkgeest die zich de
waarheid herinnert. Dus kan hij gedefinieerd worden als de herinnering aan de
Liefde van God die we met ons meegenomen hebben in de droom wanneer we in slaap
zijn gevallen. Herinner je dat dit alles metaforisch is gezien we in de eerste
plaats nooit in slaap gevallen zijn. Wij, net zoals Jezus in Een Cursus in
Wonderen, gebruiken symbolen om de waarheid aan te duiden. De Heilige Geest die
ons juist-gericht denken vertegenwoordigt is de uitdrukking van het
Verzoeningsprincipe en is de bemiddelaar of brug tussen de onwerkelijke wereld
die wij gemaakt hebben en de Hemel, de werkelijke wereld. De gedachten van de
Heilige Geest worden weerspiegeld in elke uitdrukking van vergeving en dit zijn
de weerkaatsingen van de werkelijke gedachte van liefde die in onze denkgeest
is.
Nog een
laatste opmerking, het is de integratie van deze twee niveaus – de puur
non-dualistische kijk van de werkelijkheid, samen met de specifieke richtlijnen
om in deze illusionaire wereld te leven onder de principes van vergeving – die
Een Cursus in Wonderen zo uniek maakt in zijn spiritualiteit.
(2:1-2) In God kun je niet zien. Waarneming
heeft geen functie in God en bestaat niet.
Vaak
proberen studenten uitspraken in Een Cursus in Wonderen te verdraaien of te
betwisten zodat het lijkt dat de Cursus zegt dat God de wereld geschapen heeft
en dat ze heilig is, maar dat God de wereld die we verkeerd waarnemen niet heeft geschapen. Dat is niet wat Jezus ons
leert en zinnen zoals deze maken dit zeer duidelijk. ‘In God kan je niet zien’
omdat zien dualiteit veronderstelt: een waarnemer en het waargenomene. Daarom
is het gebied van de waarneming buiten God. Dit wordt weerspiegeld in
uitspraken als deze: ‘…want je leven maakt geen deel uit van wat jij ook maar
ziet.’ (Wd1. 151. 12:1). Nogmaals, het feit dat we denken dat we kunnen zien,
d.w.z. iets buiten ons, is het bewijs dat zien zelf niet werkelijk kan zijn.
Dualiteit en non-dualiteit, waarneming en kennis zijn elkaar uitsluitende
toestanden. Werkelijk leven is enkel van de geest voorbij de dualiteit van
onderwerp-voorwerp of waarnemer-waargenomene. Het is daarom dat Jezus deze niveau
een uitspraak in de tekst maakt:
Er is geen leven buiten de Hemel. Waar God
leven heeft geschapen, daar moet leven zijn. In elke toestand die losstaat van
de Hemel is leven een illusie. (T. 23. II. 19:1-3)
(2:3) Toch heeft waarneming in de verlossing,
het ongedaan maken van wat nooit heeft bestaan, een groots doel.
In deze
ene uitspraak worden zowel niveau een als niveau twee uitgedrukt: het ‘ongedaan
maken van wat nooit heeft bestaan’ is een niveau een uitspraak: de afscheiding
is nooit gebeurd. Maar zolang wij geloven dat wij hier in deze droomwereld zijn
heeft de Heilige Geest, die de uitdrukking is van de Liefde van God binnen de
droom, een doel en een functie. Deze functie, die we kennen als vergeving, vormt
niveau twee van Een Cursus in Wonderen.
(2:4-6) Door de Zoon van God gemaakt voor een
onheilig doel, moet ze nu het middel worden waarmee hij zich zijn heiligheid
weer bewust wordt. Waarneming heeft geen betekenis. Toch geeft de Heilige Geest
er een betekenis aan, heel dicht bij die van God.
Dit stemt
overeen met de eerste lessen waarin Jezus leert dat niets in de wereld
betekenis heeft omdat wij er alle betekenis aan gegeven hebben om te bewijzen
dat wij het juist hebben en Jezus verkeerd is: dat de afscheiding werkelijk is.
Nochtans, eens we Jezus om hulp vragen krijgt waarneming een betekenis; niet in
werkelijkheid, maar een betekenis die gesteund is op de werkelijkheid. Met
andere woorden, de juist-gerichte betekenis van waarneming is dat het een
weerspiegeling is van de waarheid dat we een zijn met God en dat de afscheiding
een betekenisloze droom is. De weerspiegeling van de waarheid binnen in de
droom is dat we een zijn in het delen van
een gemeenschappelijk doel en noodzaak omdat we hetzelfde ego delen.
Het is
behulpzaam te herinneren dat het Zoonschap een is: in de Hemel als Christus (de
Ene Denkgeest) en op aarde als een ego (de afgespleten denkgeest). Daarom
draagt elk schijnbaar afgescheiden deel van het Zoonschap in zich het geheel
van het onjuist-gericht denken van het egodenksysteem van afscheiding en
oordeel en het geheel van het
juist-gericht denken van het denksysteem van eenheid en vergeving van de
Heilige Geest. Dus delen we allemaal de waanzin van het met schuld beladen
schaduwdeel van afscheiding als de geestelijke gezondheid van vergeving, de met
licht gevulde weerkaatsing van de Hemelse Eenheid.
(2:7) Genezen waarneming wordt het middel
waardoor de Zoon van God zijn broeder en zo zichzelf vergeeft.
Dit is een
zeer belangrijke uitspraak en een sleutelbegrip in Een Cursus in Wonderen. We
lezen bijvoorbeeld:
De genezing van jouw broeder zien als de
genezing van jezelf is dus de manier om je God te herinneren. Want jij bent je
broeders tegelijk met Hem vergeten en Gods Antwoord op jouw vergeten is niets
anders dan de manier om je te herinneren. (T. 12. II. 2:9-10)
Volgende
lessen zullen dit thema ook uitdrukken, behandelen. Onze broeder vergeven,
onszelf dus vergeven, is de weerspiegeling van het Verzoeningsprincipe dat zegt
dat de afscheiding nooit heeft plaatsgevonden. De Eenheid van de Zoon van God
is nooit in gevaar gebracht, mijn vergeving van jou herkent dus dat wij
hetzelfde doel delen.
(wordt vervolgd)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten