(1:1)
Alleen Gods verlossingsplan zal werken.
(71)
Want een uiterlijk plan is ontworpen
om te falen omdat elk ervan de aandacht van onze denkgeest wil afleiden – de
bron van ons probleem en de bron voor onze verlossing.
(1:2-3)
Het is zinloos voor mij om in het wilde weg naar verlossing te zoeken. Ik heb
haar in veel mensen en veel dingen gezien, maar wanneer ik mijn hand ernaar
uitstrekte, was ze daar niet.
We hebben het plan ‘zoek maar vind
niet’ van het ego gevolgd en overal waar we verlossing hebben gezocht werden we
teleurgesteld. Afgoden voor verlossing – onze speciale relaties – zullen altijd
falen omdat ze voor dat doel gemaakt zijn, namelijk als vervangmiddel voor slechts
Dat wat ons kan redden. Meer zelfs, afgoden zijn gemaakt om ons in een
eeuwigdurende staat van geesteloosheid te houden, ervoor zorgend dat we nooit
de kracht van de geest zouden oefenen om opnieuw te kiezen, verlossing of
slavernij.
(1:4-5)
Ik heb me vergist in waar ze is. Ik heb me vergist in wat ze is.
Hier wordt verwezen naar speciale
relaties en naar het doel van Jezus om deze speciale relaties te vergeven, samen
met hem te kijken en ons onze waanzin te realiseren door in het wild te zoeken
naar dingen die ons gelukkig maken. Zo herkennen we de nutteloosheid van
speciaalheid als een manier van leven: het
werkt niet. Vrede en liefde zullen nooit komen zolang we vrede en liefde buiten
ons zoeken. ‘Zoek niet buiten jezelf’ over de hopeloosheid van het nastreven
van afgoden van speciaalheid en de hoop om enkel God te zoeken:
Een
afgod kan de plaats van God niet innemen. Laat Hem jou herinneren aan Zijn
Liefde voor jou en probeer Zijn Stem niet te smoren in diepe wanhoopszangen tot
je eigen afgoden. Zoek niet buiten je Vader voor jouw hoop. Want hoop op geluk
is geen wanhoop. (T. 29. VII. 10:4-7)
Telkens we zonder oordeel kijken
naar onze zoektocht naar foutieve afgoden maken we ons vrij om een andere keuze
te maken – verlossing in plaats van speciaalheid.
(1:6-8)
Ik zal geen vruchteloze zoektocht meer ondernemen. Alleen Gods verlossingsplan
zal werken. En ik verheug me, omdat Zijn plan nooit mislukken kan.
Wanneer we tenslotte geestelijk
gezond worden beloven we niet langer tijd te verspillen in het zoeken van wat
nooit gevonden kan worden door te kiezen voor het pad van vergeving, de enige manier
die ons terug naar huis brengt. In die keuze wordt onze verlossing gevonden, in
die keuze wordt onze vreugde gevonden.
We kijken nu naar de eerste
specifieke toepassing:
(2:2) Gods verlossingsplan zal
mij verlossen van hoe ik dit waarneem.
Merk op
dat we niet verlost zullen worden van ‘dit’. Wat dit ‘dit’ ook mag zijn. We
hoeven niet verlost te worden van een of andere situatie, maar van onze
waarneming ervan. De taal is vrij specifiek en bewust: ‘Gods verlossingsplan
zal mij verlossen van hoe ik dit waarneem.’ Wanneer we geneigd zijn om door
iets van streek te zijn moeten we ons slechts realiseren dat dit onze
waarneming, onze interpretatie is van het probleem. Niet wat we waarnemen is het
probleem, iets van buiten uit, het is de manier hoe we het probleem zien, wat
zoveel betekent met welke leraar wij ernaar kijken: Jezus of het ego. Wanneer
we van streek zijn dan weten we dat we voor het ego gekozen hebben. Gods’
verlossingsplan roept ons op om ons denken te veranderen of met andere woorden om
onze leraar te kiezen. Nogmaals, wanneer we niet gelukkig zijn met wat er
gaande is moeten we ons ervan bewust worden dat dit komt omdat we voor de
verkeerde stem en interpretatie van de situatie gekozen hebben.
Om dit
punt nog eens te herhalen: Gods verlossingsplan is ons te laten kiezen voor een
nieuwe leraar. Wanneer we met Zijn ogen naar de situatie kijken realiseren we
ons dat dit een kans is om te kijken naar wat er in onze denkgeest omgaat.
Wanneer we niet van streek zouden zijn door iets wat buiten ons lijkt te zijn,
zouden we de mogelijkheid niet hebben om het naar binnen te brengen en ons te
realiseren dat het een projectie is. Daarom zijn onze speciale relaties onze
verlossers. Zij bieden ons de kans om onze verkeerde waarnemingen opnieuw te
overwegen. En eens we ons er bewust van zijn dat het probleem binnenin zit zijn
we vrij om een andere keuze te maken.
(2:3)
Dit vormt geen uitzondering in Gods plan voor mijn verlossing.
Het
vergevingsprincipe werkt altijd: ‘er is geen rangorde in moeilijkheid bij
wonderen’. Geen enkele waarneming van lijden of ongemak zal veranderen wanneer
we er niet voor kiezen om onze grieven en schuld opzij te zetten en de
Verzoening voor onszelf te aanvaarden. Gods verlossingsplan is eenvoudig.
Daarom werkt het altijd.
(2:4)
Laat ik dit alleen maar zien in het licht van Gods verlossingsplan.
We kiezen dus voor de visie van
Christus om onze mispercepties, onze verkeerde waarnemingen van het ego te
vervangen. Merk het woordenspel op waarbij ‘licht’ op twee manieren kan gezien
worden met enerzijds als ‘kans’ en anderzijds het licht dat de duisternis van
onze grieven wegneemt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten