Deze les gaat over het enige probleem
die slechts om een oplossing vraagt.
(1) Laat me inzien wat het
probleem is, zodat het kan worden opgelost. (79)
Het probleem is stelt zich als een grief en de oplossing is het wonder die
het probleem ongedaan maakt. Jezus zou zeggen: ‘Kan er iets eenvoudiger zijn?’
(1:2-3) Laat ik me vandaag realiseren dat het probleem altijd een of
andere grief is die ik koesteren wil. Laat me ook begrijpen dat de oplossing
altijd een wonder is waardoor ik de grief vervangen laat.
Dit weerspiegelt het ongedaan maken
van de eerste wet van de chaos van het ego: ‘er is een rangorde bij illusies’
(T. 23. II. 2:3) door het eerste principe van wonderen van de Heilige Geest:
‘Wonderen kennen geen rangorde in moeilijkheid’ (T. 1. I. 1:1). Ondanks alle
schijn die ze hebben kunnen onze problemen teruggevoerd worden tot een grief,
zoals: ‘was jij maar anders dan zou ik gelukkig zijn.’ De oplossing is het
wonder van vergeving omdat het probleem een projectie is van schuld die ik nu
gelukkig terugbreng zodat ze kan losgelaten worden.
(1:4-6) Vandaag wil ik de eenvoud van verlossing in gedachten houden
door de les te bekrachtigen dat er één probleem en één oplossing is. Het
probleem is een grief, de oplossing een wonder. En ik nodig de oplossing uit
naar mij toe te komen door de grief te vergeven en het wonder te verwelkomen
dat zijn plaats inneemt.
Deze twee lessen vormen de
afronding van deze herhalingsperiode omdat ze duidelijk spreken dat elk
probleem dat we gedurende de dag ervaren een vorm van aanval of een grief is of
we hier nu van bewust zijn of niet. De enige manier waarop we gelukkig kunnen
zijn en ons onze functie herinneren is door de aanval te laten gaan. We laten
de grief los door Jezus te vragen ons te helpen realiseren dat we verkeerd zijn
omdat we de situatie verkeerd waarnemen. Dus we aanvaarden deze eenvoud van
verlossing: één probleem, één oplossing. Dus in de eerste toepassing van het
idee van vandaag zouden we dus kunnen zeggen:
(2:2) Dit vormt een probleem voor mij dat ik opgelost zou willen
zien.
Het probleem dat we waarnemen en de remedie die we zoeken zijn evenzeer
illusoir. De ‘oplossing’ kan zijn specificiteit ervan oplossen, maar niet het oorzakelijke
probleem – de grieven die we tegenover onszelf en tegenover God vasthouden.
Wanneer we echt in vrede willen zijn moeten we Jezus vragen om ons te helpen om
de situatie anders te bekijken. We vragen hem ons te tonen dat wat wij in die
andere persoon of omstandigheid zien de weerspiegeling is van de beslissing van
de denkgeest om liefde uit te sluiten. Terwijl in onze specifieke toepassingen de
vormen variëren blijft de inhoud dezelfde. Kiezen om afgescheiden te zijn van
de Liefde van God is het probleem, kiezen om opnieuw te verenigen met wat wij
in werkelijkheid nooit verlaten hebben is de oplossing. Dus kiezen we vandaag
het wonder:
(2:3-4) Het wonder achter
deze grief zal die voor mij oplossen. Het antwoord op dit probleem is het wonder dat het verborgen houdt.
Het onvermogen om deze keuze te
maken – om voorbij het probleem naar de illusie te kijken – weerspiegelt onze
weigering om dit te doen. Enkel door het erkennen dat we vastklampen aan de
illusie, een illusie die de bron is van ons ongelukkig zijn, zullen we
gemotiveerd zijn om voor het wonder te kiezen.
(wordt vervolgd)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten