(1:1) Het
licht is gekomen. (75)
Het
licht is gekomen omdat het licht altijd al in onze denkgeest aanwezig is
geweest. Dit wordt weerspiegelt in de eerste zin.
(1:2) Door verlossing in plaats van een aanval
te kiezen, kies ik er louter voor te herkennen wat er al is.
De
reden dus waarom ‘het licht is gekomen.’ Het licht van de Verzoening is in onze
denkgeest, maar wanneer we hiervoor kiezen lijkt het alsof het naar ons komt.
In werkelijkheid zijn wij er echter naar toegegaan. Wanneer we voor de
duisternis van het ego gekozen hebben, hebben we het licht verlaten, maar keren
er nu naar terug. Naar het licht gaan betekent verlossing, zoals het verlaten
ervan de eerste aanval heeft gevormd. Deze aanval weerspiegelt zich in de vele specifieke
aanvallen in onze levens, maar zijn allemaal het schijnbeeld van de
oorspronkelijke gedachte.
(1:3-5) Verlossing is een besluit dat al
genomen is. Aanval en grieven zijn geen opties. Dat is de reden waarom ik
altijd kies tussen waarheid en illusie, tussen wat er is en wat er niet is.
In
de droom geloven we dat we kunnen kiezen voor aanval en grieven. In
werkelijkheid kiezen we echter niets omdat het denksysteem van het ego ‘geen
werkelijkheid is. Hier wordt het basisidee weergegeven dat we geloven dat we de
mogelijkheid hebben om te kiezen, maar de enige betekenisvolle keuze die voor
ons openstaat is het ongedaan maken van het geloof in illusies die er nooit
zijn geweest.
(1:6-8) Het licht is gekomen. Ik kan alleen
het licht kiezen, want het heeft geen alternatief. Het heeft de duisternis
vervangen en de duisternis is verdwenen.
Wanneer
we voor het licht kiezen herkennen we dat de duisternis er nooit geweest is. In
onze droom van bedrog geloven we in de duisternis van afscheiding en aanval.
Als we echter Jezus’ hand nemen en het pad bewandelen dat ons uit de droom doet
ontwaken, is de duisternis verdwenen en realiseren we ons dat het er zelfs niet
was.
Onze
drie toepassingen belichten deze keuze:
(2:2-4)
Dit kan mij geen duisternis tonen, want het licht is gekomen.
Het licht in jou is al wat ik wil zien, [naam].
Ik wil hierin alleen zien wat er is.
Het licht in jou is al wat ik wil zien, [naam].
Ik wil hierin alleen zien wat er is.
Wanneer
we geconfronteerd worden met de waarnemingen van het ego van speciaalheid – de
donkere wereld van schuld, oordeel, haat, straf en angst – wenden we ons vlug
naar Jezus zodat we de situatie anders kunnen bekijken. Zijn visie, dat alle
mensen vragen om liefde of er een uitdrukking van zijn, dat alle mensen de
krankzinnigheid van de haat van het ego delen en de geestelijke gezondheid van
vergeving van de Heilige Geest, weerspiegelt het licht van de wereld. Dit
licht, dat geboren is uit onze inherente gelijkheid als de Zoon van God wensen we
nu in anderen te zien, omdat we dat in onszelf willen zien.
(wordt vervolgd)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten