(3:1)
Grieven koesteren is een aanval op Gods
verlossingsplan. (72)
Jezus gaat hier een stap verder en
introduceert het element ‘boosheid’ dat rechtstreeks het Verzoeningsplan
aanvalt dat onze aandacht terug naar binnen richt waar het denksysteem van
schuld en aanval van het ego ongedaan ontstaan is.
(3:2-4)
Grieven koesteren is een poging te bewijzen dat Gods verlossingsplan niet
werkt. Toch werkt alleen Zijn plan. Door grieven te koesteren weer ik dus mijn
enige hoop op verlossing uit mijn bewustzijn.
De enige hoop op verlossing ligt in
het aanvaarden van mijn totale verantwoordelijkheid voor de ellende die ik
ervaar en die mijn oorspronkelijke keuze om een zondig en schuldig individu te
zijn weerspiegelt waarvoor ellende en straf gerechtvaardigd is. In een
waanzinnige poging om verlost te zijn van pijn kies ik er daarom voor de schuld
te projecteren en jou hiervoor aan te vallen. Ik kan dus enkel verlost worden
door terug te keren naar het keuzemakende deel van mijn denkgeest en zijn
verkeerd genomen keuze te corrigeren. Wanneer ik echter boos ben en mijn
oordelen rechtvaardig, handhaaf ik de werkelijkheid van het lichaam en van
zonde, zowel van mij als van jou. Bovendien geloof ik bewust dat zonde niet in
mij is en dat er geen denkgeest is – alles gebeurt slechts in een wereld van
lichamen waar grieven werkelijk zijn en niet onder mijn verantwoordelijkheid
vallen.
Door tegen Jezus te zeggen dat er
iets niet klopt omdat ik niet in vrede ben, sta ik hem toe mij te leren wat mij
in de war heeft gebracht een afgespleten deel is van mijn zelf: mijn schuld die
ik ervaar door mij af te scheiden van de Liefde van God. Jezus helpt mij
realiseren dat wanneer ik hiernaar kijk ik kies tussen mispercepties en
verlossing en ik begin te begrijpen dat mijn waarneming het gevolg is van mijn
keuze: de grieven van het ego of het wonder van de Heilige Geest. Het
eerstgenoemde leidt mij steeds verder de wereld van schuld en aanval in,
terwijl de laatstgenoemde mij naar de denkgeest leidt, het thuis van
verlossing.
(3:5-6)
Ik wil niet langer op deze waanzinnige manier verijdelen wat in mijn hoogste
belang is. Ik wil Gods verlossingsplan aanvaarden en gelukkig zijn.
De pijn van mijn verkeerde keuzes zetten
mij er uiteindelijk toe aan om deze waanzin niet langer te geloven en een
andere keuze te maken: ik kies ervoor om gelukkig te zijn en niet om gelijk te
hebben’ (T. 29. VII. 1:9) en ik ben blij en dankbaar dat ik verkeerd was’ (Wd1.
194. 15:4)
Kiezen voor geestelijke gezondheid
te kiezen omdat ik gelukkig wil zijn, pas ik graag toe met deze specifieke
toepassingen van het idee van vandaag:
(4:2-4) Ik maak een keuze tussen
verkeerde waarneming en verlossing, terwijl ik hiernaar kijk.
Als ik hierin reden tot grieven zie, zie ik niet de reden voor mijn verlossing.
Dit vraagt om verlossing, niet om een aanval.
Als ik hierin reden tot grieven zie, zie ik niet de reden voor mijn verlossing.
Dit vraagt om verlossing, niet om een aanval.
Ik leer nu dat alle omstandigheden
in mijn leven, verleden, heden of toekomst, mij de mogelijkheid bieden te
kiezen om anders te zien. Mijn problemen neem ik in mijn denken en mijn denken
vindt zijn begin in de keuze voor of het ego of de Heilige Geest. De juist-gerichte
keuze voor vergeving corrigeert het denken van het ego dat mij leidt naar
onjuist-gerichte waarnemingen van grieven en aanval. Omdat ik er nu voor kies
om gelukkig te zijn zie ik in alles reden voor vergeving en verlossing. Alleen
wanneer ik wens om het lijden van mijn schuld te blijven ervaren, kies ik
ervoor redenen te vinden voor mijn grieven. Maar zoals Jezus er ons gelukkig
aan herinnert (bijv. T. 16. VI. 8:8) ben ik niet meer volledig waanzinnig en
daarom vraag ik voor verlossing en niet meer voor aanval.
Nog een laatste punt, verlossing
betekent niet dat ik jou verlos, de situatie of mijzelf. Ik verlos de situatie
in mijn denkgeest door mijn denken te
veranderen. Herinner je: Zoek niet de wereld te veranderen, maar kies
ervoor jouw denken over de wereld te veranderen’ (T. 21. Inl. 1:7)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten