zaterdag 13 oktober 2018

Les 58


De volgende serie lessen gaan over onze heiligheid, die kant van onze denkgeest die verborgen is en wordt gehouden door de onheiligheid van het denksysteem van het ego.

(1) Mijn heiligheid omsluit al wat ik zie. (36)

(1:2) Uit mijn heiligheid komt de waarneming van de werkelijke wereld voort.

Wanneer we de innerlijke shift maken en ons identificeren met de liefde van Jezus in plaats van met de haat van het ego, dan breidt die liefde zich door ons uit. We kunnen precies dezelfde wereld blijven waarnemen en de vorm van de droom hoeft daarom niet noodzakelijk gewijzigd te worden, maar nu wordt ze waargenomen met de liefde die in onszelf is. De geboorte van echt mededogen. We hebben geen medelijden met de lichamen van de mensen, maar voor de echte bron van hun lijden en de herkenning dat alle mensen hetzelfde lijden delen.

(1:3-5) Nu ik vergeven heb, zie ik mezelf niet langer als schuldig. Ik kan de onschuld, die de waarheid over mij is, aanvaarden. Door begrijpende ogen gezien is de heiligheid van de wereld het enige wat ik zie, want ik kan alleen de gedachten die ik over mezelf koester als beeld voor me zien.

Dit is een beknopte omschrijving van wat vergeving is: we veranderen onze waarneming waardoor we herkennen dat onze projectie een projectie van een overtuiging over onszelf is. We aanvaarden de illusionaire aard van het egodenksysteem van afscheiding en aanval. Dit laat het principe van onschuld van de Verzoening toe terug te keren naar ons bewustzijn waardoor vervolgens een basis voor een nieuwe waarneming van de wereld volgt.

(2) Mijn heiligheid zegent de wereld. (37)

(2:2-5) De waarneming van mijn heiligheid zegent niet mij alleen. Al wat en wie ik zie in haar licht, deelt in de vreugde die ze mij brengt. Er is niets wat buiten deze vreugde staat omdat er niets is wat mijn heiligheid niet deelt. Wanneer ik mijn heiligheid herken, straalt ook de heiligheid van de wereld uit, zodat iedereen die kan zien.

We is niet enkel een eenheid in het egodenksysteem, maar ook in het denksysteem van de Heilige Geest. Met deze erkenning, geboren uit onze nieuwe waarneming, wordt het geloof van het ego in de afgescheidenheid ongedaan gemaakt door de visie van Christus die het Zoonschap (en dus de wereld) omsluit met zijn heiligheid. Wanneer onze visie niet alles insluit dan is het geen visie. Door ook maar een deel van het Zoonschap uit te sluiten wordt het Geheel evengoed uitgesloten en zo kunnen we ons nooit herinneren dat we de Zoon zijn van God. Het is daarom dat Jezus ons deze woorden, als herinnering, geeft:

Naar jullie vermoeide ogen breng ik een visie van een andere wereld, zo nieuw en zuiver en fris, dat jullie de pijn en smart die jullie voordien zagen, zullen vergeten. Dit is echter een visie die jullie dienen te delen met ieder die je ziet, want anders zal je die zelf niet zien. Deze gave geven is de manier om ze de jouwe te maken. En God heeft, in liefdevolle goedheid, beschikt dat ze voor jullie is. (T. 31 VIII 8:4-7)

(3) Er is niets wat mijn heiligheid niet kan. (38)

(3:2-3 Mijn heiligheid is in haar genezende kracht onbeperkt, omdat ze onbeperkt is in haar verlossende kracht. Wat is er anders dan illusies om van te worden verlost?

We worden niet verlost van de wereld noch van een of ander verschrikkelijk lot en we redden de wereld ook niet voor andere mensen. We zijn gered van onze verkeerde gedachten, van vergissingen die afkomstig zijn uit een keuze voor het ego in plaats van de voor Heilige Geest. En dat heeft niets met de wereld te maken maar alles met onze illusionaire gedachten.

(3:4-6) En wat zijn alle illusies anders dan valse ideeën over mijzelf? Mijn heiligheid maakt ze alle ongedaan door de waarheid over mij te bevestigen. In aanwezigheid van mijn heiligheid, die ik deel met God Zelf, verdwijnen alle afgoden.

Keer op keer zien we dat Jezus naar dit centrale punt terugkeert: de oorzaak van onze misperceptie komt door die ene misperceptie van onszelf dat we niet zijn zoals God ons geschapen heeft. Wanneer deze ene verkeerde gedachte genezen is zijn alle verkeerd genomen beelden van het ego – idolen van speciaalheid – ongedaan gemaakt: één probleem met één onheilige misperceptie; één oplossing, één heilige visie.

(4) Mijn heiligheid is mijn verlossing. (39)

(4:2-3) Aangezien mijn heiligheid me van alle schuld verlost, betekent de erkenning van mijn heiligheid de erkenning van mijn verlossing. Het is ook de erkenning van de verlossing van de wereld.

Het enige probleem van de schuld verdwijnt in de enige oplossing van de heiligheid, met als gevolg dat ook alle problemen verdwijnen. Dus door het genezen van mijn perceptie over mezelf, geneest ook mijn perceptie van de wereld.

(4:4-5) Als ik eenmaal mijn heiligheid heb aanvaard, kan niets mij meer beangstigen. En omdat ik zonder angst ben, moet ieder delen in mijn inzicht, dat Gods geschenk is aan mij en aan de wereld.

De bron voor al onze angst is onze keuze voor het niet compleet zijn van onze individualiteit in plaats van voor de heiligheid van de eenheid van de Zoon van God. En gezien denkgeesten verbonden zijn wordt de ander herinnerd zijn heiligheid te aanvaarden en eenzelfde keuze te maken. Maar dat wil niet zeggen dat iedereen die keuze nu zal maken.

(5) Ik ben als Zoon van God gezegend. (40)

(5:2-8) Hierin ligt mijn aanspraak op al het goede en louter het goede. Ik ben gezegend als Zoon van God. Al het goede is van mij, omdat God het mij heeft toebedacht. Ik kan geen verlies, ontbering of pijn lijden, op grond van Wie ik ben. Mijn Vader steunt me, beschermt me en leidt me in alles. Zijn zorg om mij is oneindig en vergezelt me altijd. Ik ben voor eeuwig gezegend als Zijn Zoon.

Alle verlies, ontbering en pijn ontstaan omdat we vergeten zijn wie we zijn. Dat is het probleem, zonder uitzondering en het is daarom dat er bij wonderen geen rangorde is in moeilijkheden (T. 1. I. 1:1). Wanneer we de hand van Jezus loslaten en in plaats daarvan de hand van het ego nemen, dan komen we automatisch in lijden. Door de strategie van het ego te volgen om onze verkeerde beslissing te beschermen maken we een kloof tussen de oorzaak van het lijden en onze ervaring ervan en geloven we dat we de oorsprong ervan begrijpen: de wereld, onze speciale partner, onze lichamen, onze voeding of wat dan ook. Op die manier zijn we nooit in staat om de werkelijke oorzaak in onze denkgeesten te herkennen. Wanneer we uiteindelijk bij onze zinnen komen en ons bewust worden van onze vergissing keren we terug naar het denksysteem van de Verzoening dat een weerspiegeling vormt van ons ware Zelf, van een Identiteit die volkomen veilig is omdat Ze voorbij alle gedachten van lijden en verlies is. Wanneer we ontwaken uit de lijdensdroom van het ego zijn we thuis bij God, een thuis die we nooit verlaten hebben.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten