De volgende serie lessen gaan over onze heiligheid, die kant
van onze denkgeest die verborgen is en wordt gehouden door de onheiligheid van het
denksysteem van het ego.
(1) Mijn heiligheid omsluit al
wat ik zie. (36)
(1:2) Uit mijn
heiligheid komt de waarneming van de werkelijke wereld voort.
Wanneer we de innerlijke shift maken en ons identificeren
met de liefde van Jezus in plaats van met de haat van het ego, dan breidt die
liefde zich door ons uit. We kunnen precies dezelfde wereld blijven waarnemen
en de vorm van de droom hoeft daarom niet noodzakelijk gewijzigd te worden, maar
nu wordt ze waargenomen met de liefde die in onszelf is. De geboorte van echt
mededogen. We hebben geen medelijden met de lichamen van de mensen, maar voor
de echte bron van hun lijden en de herkenning dat alle mensen hetzelfde lijden
delen.
(1:3-5) Nu ik vergeven
heb, zie ik mezelf niet langer als schuldig. Ik kan de onschuld, die de
waarheid over mij is, aanvaarden. Door begrijpende ogen gezien is de heiligheid
van de wereld het enige wat ik zie, want ik kan alleen de gedachten die ik over
mezelf koester als beeld voor me zien.
Dit is een beknopte omschrijving van wat vergeving is: we
veranderen onze waarneming waardoor we herkennen dat onze projectie een
projectie van een overtuiging over onszelf is. We aanvaarden de illusionaire
aard van het egodenksysteem van afscheiding en aanval. Dit laat het principe
van onschuld van de Verzoening toe terug te keren naar ons bewustzijn waardoor vervolgens
een basis voor een nieuwe waarneming van de wereld volgt.
(2) Mijn heiligheid zegent de
wereld. (37)
(2:2-5) De waarneming
van mijn heiligheid zegent niet mij alleen. Al wat en wie ik zie in haar licht,
deelt in de vreugde die ze mij brengt. Er is niets wat buiten deze vreugde
staat omdat er niets is wat mijn heiligheid niet deelt. Wanneer ik mijn
heiligheid herken, straalt ook de heiligheid van de wereld uit, zodat iedereen
die kan zien.
We is niet enkel een eenheid in het egodenksysteem, maar ook
in het denksysteem van de Heilige Geest. Met deze erkenning, geboren uit onze
nieuwe waarneming, wordt het geloof van het ego in de afgescheidenheid ongedaan
gemaakt door de visie van Christus die het Zoonschap (en dus de wereld) omsluit
met zijn heiligheid. Wanneer onze visie niet alles insluit dan is het geen
visie. Door ook maar een deel van het Zoonschap uit te sluiten wordt het Geheel
evengoed uitgesloten en zo kunnen we ons nooit herinneren dat we de Zoon zijn
van God. Het is daarom dat Jezus ons deze woorden, als herinnering, geeft:
Naar jullie vermoeide ogen breng
ik een visie van een andere wereld, zo nieuw en zuiver en fris, dat jullie de
pijn en smart die jullie voordien zagen, zullen vergeten. Dit is echter een
visie die jullie dienen te delen met ieder die je ziet, want anders zal je die
zelf niet zien. Deze gave geven is de manier om ze de jouwe te maken. En God
heeft, in liefdevolle goedheid, beschikt dat ze voor jullie is. (T. 31 VIII
8:4-7)
(3) Er is niets wat mijn
heiligheid niet kan. (38)
(3:2-3 Mijn
heiligheid is in haar genezende kracht onbeperkt, omdat ze onbeperkt is in haar
verlossende kracht. Wat is er anders dan illusies om van te worden verlost?
We worden niet verlost van de wereld noch van een of ander
verschrikkelijk lot en we redden de wereld ook niet voor andere mensen. We zijn
gered van onze verkeerde gedachten, van vergissingen die afkomstig zijn uit een
keuze voor het ego in plaats van de voor Heilige Geest. En dat heeft niets met
de wereld te maken maar alles met onze illusionaire gedachten.
(3:4-6) En wat zijn
alle illusies anders dan valse ideeën over mijzelf? Mijn heiligheid maakt ze
alle ongedaan door de waarheid over mij te bevestigen. In aanwezigheid van mijn
heiligheid, die ik deel met God Zelf, verdwijnen alle afgoden.
Keer op keer zien we dat Jezus naar dit centrale punt
terugkeert: de oorzaak van onze misperceptie komt door die ene misperceptie van onszelf dat we niet zijn zoals God ons
geschapen heeft. Wanneer deze ene verkeerde gedachte genezen is zijn alle
verkeerd genomen beelden van het ego – idolen van speciaalheid – ongedaan
gemaakt: één probleem met één onheilige misperceptie; één oplossing, één
heilige visie.
(4) Mijn heiligheid is mijn
verlossing. (39)
(4:2-3) Aangezien
mijn heiligheid me van alle schuld verlost, betekent de erkenning van mijn
heiligheid de erkenning van mijn verlossing. Het is ook de erkenning van de
verlossing van de wereld.
Het enige probleem van de schuld verdwijnt in de enige
oplossing van de heiligheid, met als gevolg dat ook alle problemen verdwijnen.
Dus door het genezen van mijn perceptie over mezelf, geneest ook mijn perceptie
van de wereld.
(4:4-5) Als ik
eenmaal mijn heiligheid heb aanvaard, kan niets mij meer beangstigen. En omdat
ik zonder angst ben, moet ieder delen in mijn inzicht, dat Gods geschenk is aan
mij en aan de wereld.
De bron voor al onze angst is onze keuze voor het niet compleet
zijn van onze individualiteit in plaats van voor de heiligheid van de eenheid
van de Zoon van God. En gezien denkgeesten verbonden zijn wordt de ander herinnerd
zijn heiligheid te aanvaarden en eenzelfde keuze te maken. Maar dat wil niet
zeggen dat iedereen die keuze nu zal
maken.
(5) Ik ben als Zoon van God
gezegend. (40)
(5:2-8) Hierin ligt
mijn aanspraak op al het goede en louter het goede. Ik ben gezegend als Zoon van
God. Al het goede is van mij, omdat God het mij heeft toebedacht. Ik kan geen
verlies, ontbering of pijn lijden, op grond van Wie ik ben. Mijn Vader steunt
me, beschermt me en leidt me in alles. Zijn zorg om mij is oneindig en
vergezelt me altijd. Ik ben voor eeuwig gezegend als Zijn Zoon.
Alle verlies, ontbering en pijn ontstaan omdat we vergeten
zijn wie we zijn. Dat is het probleem, zonder uitzondering en het is daarom dat
er bij wonderen geen rangorde is in moeilijkheden (T. 1. I. 1:1). Wanneer we de
hand van Jezus loslaten en in plaats daarvan de hand van het ego nemen, dan
komen we automatisch in lijden. Door de strategie van het ego te volgen om onze
verkeerde beslissing te beschermen maken we een kloof tussen de oorzaak van het
lijden en onze ervaring ervan en geloven we dat we de oorsprong ervan begrijpen:
de wereld, onze speciale partner, onze lichamen, onze voeding of wat dan ook.
Op die manier zijn we nooit in staat om de werkelijke oorzaak in onze
denkgeesten te herkennen. Wanneer we uiteindelijk bij onze zinnen komen en ons
bewust worden van onze vergissing keren we terug naar het denksysteem van de
Verzoening dat een weerspiegeling vormt van ons ware Zelf, van een Identiteit
die volkomen veilig is omdat Ze voorbij alle gedachten van lijden en verlies
is. Wanneer we ontwaken uit de lijdensdroom van het ego zijn we thuis bij God,
een thuis die we nooit verlaten hebben.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten