Wanneer we geneigd zijn te denken
dat we een andere functie hebben dan vergeven dan zouden we moeten beseffen dat
er tevens aanval mee gemoeid is. Vele van de functies die we hebben lijken heel
belangrijk te zijn: de wereld redden, familie, vrienden, onze baan, een leraar
van Een Cursus in Wonderen zijn, enz. Wat de vorm ervan ook is het is niet onze
functie en God heeft die niet aan ons gegeven. Zoals reeds besproken heeft God
geen weet van de specifieke dingen en de functie die Hij ‘gegeven’ heeft is enkel
het herinneren wat wij zijn als Zijn Zoon. Vergeving maakt dat mogelijk en is
het thema van deze les.
(1:1-2) Het idee voor vandaag bevestigt opnieuw je toewijding aan
verlossing. Het herinnert jou er ook aan dat je naast deze geen andere functie
hebt.
Herinner je dat verlossing betekent
verlost zijn van het onjuist-gericht denken, het verkeerd denken waarbij we
geloven dat wij gelijk hebben en dat Jezus verkeerd is. Het is het ongedaan
maken van het geloof dat wij individuen zijn die op onszelf handelen en de
verantwoordelijkheid erkennen voor onze keuze voor deze ellende.
(1:3) Deze beide gedachten zijn voor een totale toewijding zonder meer
noodzakelijk.
‘Deze beide gedachten’ betekent
verlossing te hebben als de enige functie en geen andere functie dan dat. Het
betekent kijken naar het positieve – onze functie om te vergeven – en het
negatieve – het geloof dat we een andere functie hebben. In de volgende regels
is Jezus nog duidelijker over de noodzaak om ons bewust te zijn van de beide
waarnemingen van onze functie, de juist gerichte en de onjuist gerichte.
(1:4-5) Verlossing kan niet je enige doel zijn zolang je er nog andere
op nahoudt. De volledige aanvaarding van verlossing als jouw enige functie
houdt noodzakelijkerwijs twee fasen in: de erkenning dat verlossing je functie
is en het loslaten van alle andere doelen die jij voor jezelf hebt bedacht.
Voor we deze andere doelen kunnen
loslaten moeten we er ons eerst bewust van zijn. Dat onderstreept het belang om
in de eerste plaats eerlijk te zijn tegenover onszelf en tegenover Jezus over het
najagen van de verborgen doelen van speciaalheid van het ego. We kunnen hierbij
zijn boodschap uit de tekst gebruiken wanneer we om zijn hulp vragen:
Let goed op en
zie waar jij werkelijk om vraagt. Wees hierin heel eerlijk met jezelf, want we
moeten niets voor elkaar verborgen houden. (T. 4. III. 8:1-2)
Denk eerlijk aan
wat jij gedacht hebt dat God niet zou hebben gedacht en aan wat jij niet hebt
gedacht maar wat God zou willen dat jij denkt. Zoek oprecht naar wat je
zodoende gedaan hebt of hebt nagelaten, en verander dan van gedachten zodat je
kunt denken met de Denkgeest van God. (T. 4. IV. 2:4-5)
Om het op een andere manier te
zeggen: ‘Ja’ zeggen tegen je ware functie is ‘nee’ zeggen tegen de valse, de
verkeerde. In ‘de laatste onbeantwoorde vraag’ in de tekst zegt Jezus dat ‘ja’
antwoorden (op de laatste van de vier vragen die hij heeft gesteld) is zeggen
‘niet nee’ (T. 21. VII. 12). We moeten eerst kijken naar de ontkenning van het
ego van de waarheid – ‘nee’ – en dan zeggen dat we dit niet langer willen –
‘niet nee’. Zoals hij eerder in de tekst heeft gezegd, in woorden die steeds
meer vertrouwd zullen worden:
De taak van de
wonderdoener wordt derhalve het ontkennen van de ontkenning van de waarheid.
(T. 12. II. 1:5)
Dit houdt dus in bewust worden van
beide, de onmiskenbare, duidelijke en subtiele, fijne manieren waarop we hebben
vastgesteld wat we geloven dat onze functie in het leven is: het doel waarvoor
we gekomen zijn. In onze grootsheid denken we dat we geboren zijn met een edel
doel. Niets minder is waar! We zijn hier om het verachtelijk doel waarom het
ego ons hier heeft gebracht, ongedaan te maken: anderen ervan beschuldigen voor
onze zonde en ons vrijwaren van alle verantwoordelijkheid van hoe we ons
voelen. Het ongedaan maken van dat doel – de betekenis van vergeving – is onze
functie en niets anders.
(2:1) Dit is de enige manier waarop jij je rechtmatige plaats kunt
innemen onder de verlossers van de wereld.
Aan het begin van het laatste deel
van de tekst ‘Kies opnieuw’ vraagt Jezus ons te kiezen om ofwel de plaats onder
de verlossers van de wereld in te nemen ofwel in de hel te blijven en daar je
broeders blijven vasthouden. (T. 31. VIII. 1:5).
(2:2-3) Dit is de enige manier waarop jij kunt zeggen: ‘Mijn enige
functie is die welke God mij gaf’ en het ook menen. Dit is de enige manier
waarop jij innerlijke vrede vinden kunt.
We hebben geen andere functie dan
vergeving en de enige manier om vrede in onze denkgeest te vinden is door deze
functie te vervullen en daardoor de valse functies van het ego ongedaan maken. In
de context van boosheid beschrijft het Handboek voor Leraren het proces om vrede
te bereiken via vergeving. Deze boosheid gaat van het ene lichaam richting een
ander lichaam en versterkt daarbij de geesteloosheid terwijl vergeving ons
terug brengt naar onze denkgeest en naar de vrede van God:
Gods vrede kan
nooit komen waar woede is, want woede ontkent noodzakelijkerwijs dat vrede
bestaat. Wie woede in enig opzicht of in enige omstandigheid als
gerechtvaardigd ziet, verklaart dat vrede geen betekenis heeft en moet wel
geloven dat ze niet kan bestaan. In deze toestand kan vrede niet worden
gevonden. Vergeving is dan ook de noodzakelijke voorwaarde om Gods vrede te
vinden. Meer nog, wanneer er vergeving is, moet er vrede zijn. (H. 20. 3:3-7)
Tegen boosheid of enig andere
uitdrukking van het denksysteem van het ego kiezen is de enige manier om bewust
te worden van de waarheid van het denksysteem van de Heilige Geest dat voorbij
de verdediging van het ego ligt.
(3:1-3) Reserveer voor vandaag en voor de komende dagen tien tot
vijftien minuten voor een wat langere oefenperiode, waarin jij probeert te
begrijpen en te aanvaarden wat het idee van deze dag werkelijk betekent. Het
idee voor vandaag biedt je de ontsnapping uit al je vermeende (waargenomen)
moeilijkheden. Het legt de sleutel van de deur naar vrede, die jij voor jezelf
gesloten hebt, in jouw eigen handen.
We kunnen niet ontsnappen aan onze
moeilijkheden tenzij we ze eerst hebben waargenomen. De woorden; waargenomen
moeilijkheden’ betekenen dat we ze geloven ook al zijn ze niet waar. We kunnen
ze dus niet laten gaan zonder dat we ons eerst bewust geworden zijn van het
denksysteem van het ego en van onze manier van ontkenning in onszelf. Dit is
dus een herziene versie van het eerste principe van wonderen. Samen met Jezus
kijken naar de moeilijkheden die we ervaren stelt ons in staat ze allemaal te
herkennen als een gordijn voor het enige probleem die we echt hebben: ons
geloof in de werkelijkheid van de afscheiding. Op die manier verdwijnen de
moeilijkheden die we ervaren en worden ze gecorrigeerd door het wonder.
Verderop in les 121 zegt Jezus dat
‘vergeving de sleutel tot geluk is’. De sleutel tot geluk ligt in onze handen.
Niet in de handen van Jezus of van God, noch in de handen van Een Cursus in
Wonderen, laat staan in de handen van iemand anders. De sleutel ligt in onze
handen want alleen wij hebben de macht om de deur te openen of gesloten te
houden, de kracht om onze denkgeest gesloten te houden voor de waarheid door de
leugens van het ego. Wij zijn degene die de deur gesloten houden voor de
Heilige Geest en daarom zijn wij de enige die de deur kunnen openen. De Heilige
Geest staat aan de andere kant van de deur, maar Hij kan de keuze niet voor ons
maken.
Tenslotte de langere oefenperiodes
die Jezus blijft suggereren weerspiegelen zijn wens dat we meer en meer zouden
nadenken over de ideeën die hij aan ons voorlegt. Het was tevens zijn dwingende
opdracht naar Helen en Bill toe in het begin van het opschrijven van de Cursus
dat zij ‘zouden bestuderen wat zij noteerden’.
(3:4) Het geeft jou het antwoord op al het zoeken dat je sinds het
begin der tijden hebt verricht.
Wanneer Jezus zegt: ‘je hebt dit
reeds gedaan sinds het begin der tijden’ dan verwijst hij hier niet naar het
individuele zelf dat je denkt te zijn, maar naar de collectieve Zoon van God.
Het zoeken is naar geluk en vrede en de afwezigheid van lijden. Het is onnodig
te zeggen dat we hier ernstig in gefaald hebben. Het lijkt er zelfs op dat we
in deze tijd meer lijken te lijden dan in andere tijden van de geschiedenis.
Deze waarneming is een illusie gezien er geen rangorde is in de illusionaire
wereld van tijd en ruimte; maar het lijkt er wel op dat dit wel het geval is.
Het lijkt erop dat wij onze ego’s minder negeren en dat onze verdedigingen
minder effectief zijn geworden en daarom zoeken we en zoeken we en zoeken we
naar oplossingen tegen het lijden. We zoeken, maar vinden niet omdat we op de
verkeerde plaats zoeken. Daarom is het nodig dat we ons herinneren dat
vergeving plaatsvindt in de denkgeest en nergens anders. Het duidt onze keuze
aan dat we onze greep op het ego aan het loslaten zijn en dat we in plaats
daarvan Jezus als onze leraar nemen. Vanaf we op een verstandige manier gekozen
hebben helpt onze nieuwe leraar ons realiseren dat ons zoeken tevergeefs was
omdat we gedurig aan waarheid en geluk zochten op een plaats waar ze niet
gevonden kon worden. Zoals Jezus ons zegt bijna op het einde van de tekst:
Werkelijke keuze
is geen illusie. Maar de wereld heeft er geen te bieden. Al haar wegen leiden
slechts tot teleurstelling, het niets en de dood. Er is geen keuze in haar
alternatieven. Probeer hier niet aan problemen te ontkomen. De wereld werd
gemaakt zodat problemen niet ontlopen zouden kunnen worden. Laat je niet misleiden
door alle verschillende namen die aan haar wegen worden toegekend. Ze hebben
maar één einddoel. Alle leiden ze tot
de dood. Denk niet dat geluk ooit is
gevonden door een weg te volgen die ervandaan leidt. Dat is onzinnig en kan de
weg niet zijn. Laat me herhalen voor jou die deze cursus ogenschijnlijk te
moeilijk vindt om te leren, dat je om een doel te bereiken in de richting ervan
moet gaan en niet ervan weg. En iedere weg die de andere kant op leidt, zal het
vinden van dit doel niet dichterbij brengen.
Er is een keuze en jij hebt de macht die te maken wanneer je de
werkelijke alternatieven hebt gezien. (T. 31. IV. 2:1-8, 11; 7:1-4; 8:1)
(wordt vervolgd)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten