Deze les keert terug naar het thema
over eenheid. Zoals we al in vorige lessen konden zien neemt Jezus een centraal
thema en blijft dit dan verder ontwikkelen. Hier leert hij ons dat wanneer we
vergeven deze vrede zich door het hele Zoonschap uitbreidt, gezien er een spirit
is. Dat wil echter niet zeggen dat deze vrede door elk - schijnbaar - fragment
van het Zoonschap gelijk zal aanvaard worden. Het betekent echter wel dat ik nu
gedachte in de denkgeest van de Zoon van God heb aangenomen en deze gedachte dienstig
is een herinnering om een juiste keuze die alleen vrede zal brengen te maken
(1:1) Hoe heilig ben jij in wiens vermogen het ligt elke denkgeest
vrede te brengen!
Herinner je een eerder aangehaalde
passage uit het Handboek voor Leraren (H. 5. III. 2) die zegt dat genezing
gedeeld wordt eenvoudig omdat wij voor genezing gekozen hebben en dat die keuze
anderen oproept dezelfde keuze te maken. In dit opzicht wedijveren we met de
Heilige Geest Die ons enkel eraan herinnert de juiste keuze te nemen:
De Heilige Geest
roept jou zowel op te herinneren als te vergeten. Jij hebt ervoor gekozen in
een staat van tegenstelling te verkeren waarin tegengestelden mogelijk zijn.
Bijgevolg zijn er keuzen die je maken moet. … Kiezen is gebaseerd op een
gespleten denkgeest. De Heilige Geest is één manier van kiezen. Ze brengt slechts in herinnering. Ze is
alleen onweerstaanbaar vanwege wat Ze jou laat herinneren. Ze houdt je
denkgeest die andere weg voor en blijft kalm, zelfs te midden van de onrust die
jij voortbrengt. (T. 2. II. 6:1-3,6 - 7;7:4-6)
We herinneren ons herinneren dat
vrede een beslissing, een keuze is en een keuze die ons allemaal verenigd als
één Zoon.
(1:2-3) Hoe gezegend ben jij die kan leren het middel te herkennen
waardoor dit via jou gebeuren kan! Kun jij een ander doel hebben dat jou groter
geluk bezorgt?
Opnieuw herinnert Jezus ons er aan
dat vergeving het middel is om geluk te bereiken en geluk is onvermijdelijk
eens we ervoor kiezen om onze oordelen die ons afgescheiden houden en die de
bron zijn van al onze ellende te laten varen. Wanneer deze blokkade is
opgeheven stroomt geluk ongehinderd door onze denkgeesten en omhelst het
Zoonschap als een.
(2:1-2) Jij bent met zo’n functie inderdaad het licht van de wereld. De
Zoon van God rekent op jou voor zijn verlossing.
Zoals we iets later zullen zien, de
Zoon van God die voor verlossing op ons rekent is onszelf, het kind – waar
Jezus in les 182 over spreekt – dat afgedwaald is, het kind die de Christus in
ons vertegenwoordigt en dat wij bedekt en vergeten zijn, het kind dat geduldig
op onze vergeving van anderen en onszelf wacht. Het is het licht van het kind dat
in ieder van ons en ons, het licht van de Zoon is, wie wij allemaal zelf zijn.
(2:3-4) Jij kunt hem die geven, want ze behoort jou toe. Aanvaard in
plaats hiervan geen nietszeggend doel of zinloos verlangen, want anders vergeet
je jouw functie en laat je de Zoon van God achter in de hel.
Wat hier te verstaan wordt gegeven
is dat als we een keuze maken om ‘een nietszeggend doel of zinloos verlangen’ we
ervoor kiezen om de glorieuze waarheid over onszelf te vervangen. Dit doel en
verlangen drukt een bepaald aspect van speciaalheid uit. We hebben eerder
opgemerkt dat speciaalheid niets te maken heeft met gedrag maar met een houding
waarbij we anderen gebruiken – mensen of dingen – als vervangingen voor de
Liefde van God of de vrede van Jezus. Jezus spreekt dus over de beslissing voor
de Hemel of voor de hel.
(2:5-6) Het is geen loos verzoek dat jou hier wordt gedaan. Jou wordt
gevraagd verlossing te aanvaarden, zodat jij die kunt geven.
De manier waarop we verlossing aanvaarden
is door verlossing in onze denkgeest te aanvaarden. Door deze aanvaarding
ontkennen we het denksysteem van het ego en dat houdt automatisch in dat wij
verlossing geven aan de wereld, die een is met ons. Het is dus ‘de eenvoud van
verlossing’ (T. 31. I) die in tegenstelling staat tot de complexiteit van het
plan van het ego om ons van de schuld te ‘verlossen’ door middel van
speciaalheid waarbij het probleem, waarvan ons gezegd wordt dat het ons zal
redden, versterkt wordt. Met andere woorden, het ego verstevigd onze
afscheiding van iedereen terwijl de Heilige Geest deze ongedaan maakt door ons
onze inherente eenheid te onderwijzen. Het is de keuze tussen de Hemel of de
hel.
(3) Omdat we het belang van deze functie inzien, zullen wij onszelf er
vandaag heel vaak met vreugde aan herinneren. We zullen de dag beginnen met de
erkenning hiervan en de dag eindigen met de gedachte hieraan in ons bewustzijn.
En de hele dag door zullen we dit zo vaak we maar kunnen, herhalen:
Het licht van de wereld brengt elke
denkgeest vrede door mijn vergeving.
Ik ben het middel dat God ter verlossing van de wereld aangewezen heeft.
Ik ben het middel dat God ter verlossing van de wereld aangewezen heeft.
Jezus herinnert ons weer aan het
belang van het veelvuldig herinneren van het centrale idee van de les om zo het
geschenk te ontvangen van de visie van Christus, het geschenk dat het einde van
alle lijden inhoudt. Ook deze mooie woorden op het einde van de tekst vormen
een herinnering voor de allesomvattende aard die de visie van Jezus voor ons is:
Dit is echter
een visie die jullie dienen te delen met ieder die je ziet, want anders zal je
die zelf niet zien. Deze gave geven is de manier om ze de jouwe te maken. En
God heeft, in liefdevolle goedheid, beschikt dat ze voor jullie is. (T. 31.
VIII. 8:5-7)
Jezus dringt er op aan om alle
mensen te vergeven omdat dit een manier is dat we zullen weten dat we vergeven
zijn. In deze visie dat elke denkgeest vergeven is vinden we onze verlossing en
de verlossing van de wereld.
(4:1-3) Als je je ogen sluit, zal het jou waarschijnlijk makkelijker
vallen om verwante gedachten in je te laten opkomen tijdens de paar minuten die
je dient te wijden aan het overdenken hiervan. Wacht zo’n gelegenheid echter niet
af. Geen kans mag verloren gaan om het idee van vandaag te versterken.
Nog een keer vraagt Jezus ons geen
enkele kans voorbij te laten gaan waarin we ons herinneren dat ons geluk en
onze functie één zijn.
(4:4-5) Vergeet niet dat Gods Zoon voor zijn verlossing op jou rekent.
En Wie anders dan jouw Zelf kan Zijn Zoon zijn?
Dit Zelf is de Christus in ons, het
kind dat schijnbaar verdwaald is, maar niet verloren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten