In les 59 zien we opnieuw het thema over wie we zijn als Zoon
van God met het prachtige en wonderlijke gevolg wanneer we dit begrijpen en de
waarheid ervan accepteren.
(1) God vergezelt me, waar ik ook ga. (41)
(1:2-7) Hoe kan ik
alleen zijn als God mij altijd vergezelt? Hoe kan ik twijfelen en onzeker zijn
over mezelf als volmaakte zekerheid in Hem rust? Hoe kan ik door iets verstoord
raken als Hij in absolute vrede in mij woont? Hoe kan ik lijden als liefde en
vreugde mij dankzij Hem omringen? Laat ik geen illusies koesteren over mezelf.
Ik ben volmaakt, omdat God me vergezelt waar ik ook ga.
Het is niet zo dat God letterlijk met ons ons mee stapt.
Jezus leert hier dat God bij ons is omdat Zijn Liefde in onze denkgeest is en
wij daar ook zijn. Liefde vormt de basis voor het ongedaan maken van de
afscheidingsgedachte die het thuis vormt van alle illusies van lijden en pijn.
Het enige wat voor deze Liefde nodig is, is terug te keren
naar dat bewustzijn via de kracht van ons denken om te kiezen, een van de meest
belangrijke thema’s van Een Cursus in Wonderen waar we nu op trouwens op terugkomen:
(2) God is mijn kracht. Visie is Zijn geschenk. (42)
(2:3-6) Laat ik
vandaag niet op mijn eigen ogen vertrouwen om te zien. Laat ik bereid zijn mijn
jammerlijke illusie van wat zien is, te verruilen voor de visie die door God
geschonken wordt. De visie van Christus is Zijn geschenk, en Hij heeft mij die
gegeven. Op dit geschenk wil ik me vandaag beroepen, zodat deze dag mij helpt
de eeuwigheid te verstaan.
We weten nu dat wanneer we ons herinneren dat onze gevoelens
van ongemak en verstoring afkomstig zijn van de verkeerde keuze die we in de
denkgeest gemaakt hebben en van niets anders we een andere keuze kunnen maken. We
moeten dus de mispercepties van het ego verwisselen voor de visie van Christus,
in plaats van kiezen voor uitsluiting en afwijzing kunnen we kiezen voor
eenheid, in plaats van kiezen voor afscheiding kunnen we kiezen voor vergeving.
(3) God is mijn Bron. Los van Hem kan ik niet zien. (43)
(3:3-7) Ik kan zien
wat God wil dat ik zie. Ik kan niet iets anders zien. Buiten Zijn Wil zijn er
alleen illusies. Daarvoor kies ik wanneer ik denk dat ik los van Hem kan zien.
Daarvoor kies ik wanneer ik probeer te zien met de ogen van het lichaam.
Nogmaals, alle mispercepties stammen af van het illusoire geloof
dat we een bestaan afzonderlijk van God kunnen hebben, het idee dat de Zoon van
God te zijn Bron achter hem heeft gelaten. Deze gedachte van afscheiding doet een
wereld van afscheiding ontstaan en waarvan we geloven dat die er is omdat we geloven
dat we die zien. De ogen van het lichaam hebben visie vervangen, een vervanging
die zal blijven tot we ons denken veranderen.
(3:8-9) Toch is de
visie van Christus me geschonken om die illusies te vervangen. Met déze visie
wil ik zien.
Het doel van Een Cursus in Wonderen is een verandering in
het denken teweegbrengen waardoor visie het zien van het ego vervangt. En visie
kan niet komen tenzij wij een keuze maken die zegt: ik heb verkeerd gedacht en
waargenomen. Ik weet dat er een andere manier is van denken is waarbij ik me
beter voel. Ik ben niet gelukkig en wil in vrede zijn. Ik laat daarom mijn
investering in gelijk hebben los. Dit verlangen voor echte vrede en geluk vormt
zo de basis voor de keuze voor visie die de illusie vervangt.
(4) God is het licht waarin ik zie. (44)
(4:2-4) In duisternis
kan ik niet zien. God is het enige licht. Dus als ik wil zien, moet het wel via
Hem zijn.
Zoals de tekst ons herinnerd: ‘Visie (of licht) of oordeel
(duisternis) is jouw keuze, maar nooit beide tegelijk.’ (T. 20. V.4:7).
We kiezen het een of het ander en in ons juist-gericht denken is heel de wereld vrij.
We kiezen het een of het ander en in ons juist-gericht denken is heel de wereld vrij.
(4:5-7) Ik heb
geprobeerd te definiëren wat zien is en ik heb me vergist. Nu wordt het me
gegeven te begrijpen dat God het licht is waarin ik zie. Laat ik visie welkom
heten, alsook de vreugdevolle wereld die ze me tonen zal.
Ik moet mij realiseren dat ik verkeerd ben geweest over
alles wat ik zie en over alles wat ik denk dat ik begrijp. Hoe vaak herinnert
Jezus ons aan dit gelukkig feit; gelukkig inderdaad wanneer we niet
vereenzelvigd zijn met de koppigheid van het ego dat hij gelijk heeft en dat
God verkeerd is. In deze aanvaarding van de waarheid wordt nederigheid geboren
wat leidt tot de visie van Christus die de wereld, samen met mij, zegent.
De les eindigt met een terugkeer naar de gedachte van
Eenheid waarbij de wereld ongedaan wordt gemaakt omdat deze gedachte de
afgescheiden denkgeest ongedaan maakt:
(5) God is de Denkgeest waarmee ik denk. (45)
(5:2-4) Ik heb geen
gedachten die ik niet deel met God. Ik heb los van Hem geen gedachten, omdat ik
geen denkgeest heb los van de Zijne. Als deel van Zijn Denkgeest zijn mijn
gedachten de Zijne en Zijn Gedachten de mijne.
Herinner je dat het egosysteem geboren is uit het idee dat onze
gedachten onze eigen gedachten zijn en de Gedachten van God alleen Hem toebehoren
en dat die twee elkaar nooit zullen ontmoeten. Bovendien bepalen wij wat de
gedachten van God zijn. Deze waanzinnige arrogantie vormt de basis voor de
tweede wet van de chaos (T. 23. II. 4-6) waarin God net zo waanzinnig wordt als
wij zijn:
De arrogantie waarop de wetten
van de chaos berusten, zou niet duidelijker kunnen zijn dan hier naar voren
komt. Hier is een principe dat zou willen bepalen wat de Schepper van de
werkelijkheid moet zijn, wat Hij moet denken en wat Hij moet geloven en hoe Hij
moet reageren nu Hij dit gelooft. Het wordt zelfs niet noodzakelijk geacht dat
Hem naar het waarheidsgehalte wordt gevraagd van wat er voor Hem is vastgelegd
te geloven. Zijn Zoon kan Hem dit vertellen en Hij heeft slechts de keuze hem
op zijn woord te geloven of zich te vergissen. (T. 23. II. 6:1-4)
De waanzin van dergelijk geloof kan makkelijk gecorrigeerd
worden eens we de onzin ervan erkennen. De wolken van de afscheiding worden
snel uiteengedreven eens we terugkeren naar heelheid en we ons opnieuw voegen
in de Eenheid van Liefde die nooit veranderd is en die blijft als de Gedachte
van ons Zelf, een met het Zoonschap en met de Geest van God.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten