De titel van de les komt uit genomen
uit de evangeliën daar waar Jezus tegen zijn apostelen zegt: ‘Jij bent het
licht van de wereld (Mattheus 5:14). Hier en ook op vele andere plaatsen in Een
Cursus in Wonderen zien we hoe Jezus een idee uit het traditionele christendom
neemt en er een totaal andere interpretatie aan geeft.
Zeggen dat wij het licht van de
wereld zijn refereert naar het licht van Christus dat in onze denkgeesten
schijnt. Gezien de denkgeest van de Zoon van God één is wordt dit licht gedeeld
door het Zoonschap in zijn geheel. Ons wordt echter niet gevraagd om (speciale)
spirituele mensen te zijn die het licht dragen omdat Jezus ons dat gaf en ons
dan belastte met de functie om dit licht onder de massa te verspreiden. Hij
herinnert ons, de Zoon van God die de illusie heeft verdeeld te zijn, er eerder
aan dat wij allemaal het licht van de wereld zijn. Dit corrigeert dus het
zelfconcept van het ego dat wij de duisternis van de wereld zijn. In feite
begint les 93: ‘jij denkt dat je het thuis ben van kwaad, duisternis en zonde’
(Wd1. 93. 1:1).
De arrogantie van het ego doet het echter
zo klinken: ‘Ik ben het licht van de wereld, maar jij bent dat niet.’ Er is
iets speciaals aan mij en in mijn geweldige heiligheid breng ik jou dit licht
en geef ik jou wat jij niet hebt.’ In het Lied van het Gebed bespreekt Jezus
deze dynamiek ‘genezen om te scheiden’, in de context dat genezers die geloven
dat zij de genezers zijn, genezing
schenken aan iemand die ziek is en zich daardoor afscheiden van hen. De volgende
passage geldt ook voor wat we noemen ‘licht brengen naar de afscheiding:
Iemand weet het
beter, is beter opgeleid of is misschien begaafder of wijzer. Daarom kan hij
genezing schenken aan wie onder zijn hoede onder hem staat. … Hoe kan dat? Ware
genezing kan niet voortvloeien uit een ongelijkheid die eerst wordt aangenomen,
dan als waarheid aanvaard en als hulpmiddel gebruikt om de gewonde te
herstellen en de denkgeest die lijdt aan een kwellende twijfel, te kalmeren. …
Jij maakt jezelf niet tot drager van het speciale geschenk dat tot genezing
leidt. Je herkent slechts jouw eenheid met degene die hulp vraagt. Want in die
eenheid wordt zijn gevoel van afgescheidenheid verdreven en juist dit heeft hem
ziek gemaakt. Het heeft geen zin een remedie te geven los van waar de bron van
ziekte is, want zo kan die nooit werkelijk genezen worden. (L. 3. III. 2:4-5;
3:3-4; 4:5-8)
De duisternis die geheeld moet
worden verblijft in de denkgeest die in afscheiding geloofd. Het licht dat
geneest verblijft eveneens in de denkgeest en elk van ons draagt beide, de
duisternis van schuld en het licht van de Verzoening. Voor het licht kiezen is
genezing voor onszelf en voor de wereld, gezien het licht van Christus in de
Zoon van God één is, er is slechts één licht. Iets anders geloven is de
speciaalheid van het ego. Zijn misleiding ligt niet alleen in de afscheiding
maar ook in dat wat door speciaalheid weggedrukt, nl. het geloof dat ik echt de
duisternis van de wereld ben.
Daarom worden we in het werkboek, maar
ook in de rest van Een Cursus in Wonderen, geleerd dat het onze functie is ons
te herinneren dat wij het licht van de wereld zijn die een keuze maken tegen de
duisternis van het ego. Onze aanvaarding van deze Verzoening dient als een
herinnering voor anderen om dezelfde keuze te maken die wij gemaakt hebben.
Jezus begint deze les dus door het licht van onze ware Identiteit te stellen
tegenover het duistere ego-zelf van arrogantie en zelfbedrog:
(1) Wie anders is het licht van de wereld dan Gods Zoon? Dit is dan ook
niets anders dan een uitdrukking van de waarheid over jezelf. Het is het
tegendeel van een uitdrukking van trots, hoogmoed of zelfbedrog. Het beschrijft
niet het beeld dat jij van jezelf hebt gevormd. Het verwijst naar geen enkel
kenmerk waarmee jij je afgoden hebt toegerust. Het verwijst naar jou zoals jij
door God werd geschapen. Het drukt eenvoudig de waarheid uit.
Later in het werkboek wordt het
thema, dat we zijn zoals God ons geschapen heeft, centraal. Jezus verwijst hier
naar de andere kant. Hij wil dat we begrijpen wat we over onszelf geloven: het
(zondig en schuldig) beeld dat we van onszelf gevormd en tegelijkertijd wil hij
dat we ons herinneren dat dit zelfconcept een verdediging is tegen ons ware
Zelf: het licht van Christus.
(2:1-2) Voor het ego is het idee van vandaag het toppunt van
zelfverheerlijking. Maar het ego begrijpt niet wat nederigheid is en verwart
dit met zelfvernedering.
Nogmaals ‘Ik ben het licht van de
wereld’ betekent voor het ego ‘Ik heb iets dat jij moet missen.’ Maar ook staat
nederigheid voor het ego gelijk aan zelfvernedering. Een traditionele
christelijke versie van nederigheid komt vaak tot uiting in beweringen zoals:
‘Ik ben een ellendige zondaar. Maar dankzij de genade van de Here Jezus
Christus ben ik verlost.’ Bijna het meest beroemde van alle gebeden uit de
Orthodoxe kerk is het ‘Jezus’ gebed: Heer Jezus Christus, Zoon van God, wees
mij, zondaar, genadig.’ En al lijkt dit het tegenovergestelde te zijn, het is de
hoogste graad van arrogantie want het zegt dat er een zondig zelf kan zijn dat
onafhankelijk is van en afgescheiden van het glorieuze Zelf dat God geschapen
heeft. Een belangrijke passage uit de tekst weerspiegelt deze valse nederigheid
van het ego:
Een belangrijk
geloofspunt in de waanreligie van het ego is dat zonde geen vergissing maar
waarheid is en dat juist onschuld misleidt. Zuiverheid wordt als arrogantie
gezien, terwijl het als zondig aanvaarden van het zelf als heiligheid wordt
beschouwd. En het is deze doctrine die de werkelijkheid van Gods Zoon, zoals
zijn Vader hem heeft geschapen en gewild heeft dat hij voor eeuwig was,
vervangt. Is dit nederigheid? Of is het eerder een poging om de schepping los
te rukken van de waarheid en haar gescheiden te houden? (T. 19. II.4)
(2:3-5) Nederigheid houdt in dat je jouw rol in de verlossing aanvaardt
en geen andere op je neemt. Het is geen nederigheid vol te houden dat jij niet
het licht van de wereld kunt zijn als dat de functie is die God jou heeft
toegewezen. Alleen arrogantie kan beweren dat deze functie niet voor jou
bestemd kan zijn en arrogantie komt altijd van het ego.
Een ander belangrijk thema dat hier
naar voren komt is ‘functie’. Een Cursus in Wonderen leert ons dat het onze
functie is de Verzoening voor onszelf te aanvaarden, het feit aanvaarden dat
onze schijnbare zonden vergeven zijn. Het is niet onze functie om wat dan ook
met iemand anders te doen en de reden hiervoor is, uiteindelijk, er is niemand anders. We hoeven slechts
Jezus te vragen om ons te helpen onze denkgeesten te genezen om zo bewust te
worden dat de denkgeest van de Zoon van God één is. Eens we genezen zijn worden
we een symbool van genezing en van de juist-gerichte keuze, licht in plaats van
duisternis, voor al de anderen.
Nogmaals wanneer we de woorden van
Een Cursus in Wonderen als een nominale waarde nemen zonder te begrijpen wat ze
precies inhouden kunnen we verwikkeld geraken in ideeën die precies het tegenovergestelde
beweren van dat wat Jezus ons onderwijst en maken we dezelfde fouten die het
christendom gemaakt heeft en zovele religies en spirituele leringen door de
eeuwen heen. De uitspraken die we zojuist in aanschouw genomen hebben zijn
goede voorbeelden van deze vergissing zoals zij spirituele speciaalheid lijken
te onderschrijven, een van de meest effectieve verdedigingen van het ego tegen
de waarheid van onze werkelijkheid als de ene Zoon van God.
(3) Ware nederigheid vraagt dat je het idee van vandaag aanvaardt,
omdat het de Stem van God is die je vertelt dat het waar is. Dit is een eerste
stap in de aanvaarding van je werkelijke functie op aarde. En het is een
reuzenstap op weg naar je rechtmatige plaats in de verlossing. Het is een
positieve bevestiging van jouw recht op verlossing en een erkenning van de
macht die je is gegeven om anderen te verlossen.
In de tekst legt Jezus een aantal
keren op verschillende plaatsen uit dat onze functie hier op aarde is om te
vergeven of te genezen en onze functie in de Hemel is om te scheppen.
Bijvoorbeeld:
Doe het werk van
de Heilige Geest, want jij deelt Zijn functie. Zoals scheppen je functie in de
Hemel is, zo is genezen je functie op aarde. God deelt Zijn functie met jou in
de Hemel en de Heilige Geest deelt de Zijne met jou op aarde. (T. 12. VII.
4:6-8)
Deze les verwijst dus naar onze
functie om de verlossing voor onszelf te aanvaarden, zodat de Heilige Geest het
door ons kan uitbreiden. Het is ook duidelijk dat Jezus spreekt over een
proces: ‘een eerste stap in de aanvaarding van je werkelijke functie op aarde …
een reuzenstap op weg naar je rechtmatige plaats in de verlossing’. Dat is niet
iets wat we zomaar doen en hij verwacht van zijn studenten niet dat zij Les 61
’s ochtends doen, dat zij tegen de middag genezen zijn en zij ’s avonds heilig
en heel zijn en de werkelijke wereld binnengaan. We beginnen met het veranderen
van ons denken over dat wat we denken dat we zijn. We zullen keer op keer op
dit proces terugkomen.
(4) Aan dit idee zal je vandaag zo vaak mogelijk willen denken. Het is
het volmaakte antwoord op alle illusies en dus op alle verleidingen. Het brengt
alle beelden die jij over jezelf hebt gevormd naar de waarheid en helpt je om
heen te gaan in vrede, onbelast en zeker van je doel.
Dit is een onmiskenbare verwijzing
naar het thema over het brengen van de duisternis naar het licht of de illusie
naar de waarheid. Zoals eerder besproken zegt Jezus niet dat we deze
werkboekgedachten moeten gebruiken als affirmaties om de mispercepties over
onszelf te bedekken of te overschreeuwen. Hij vraagt ons om naar onze
mispercepties te kijken en ons bewust te worden van ons verschrikkelijk
zelfconcept en – beelden. Er met Jezus naar kijken vormt ze om, om ze naar zijn
waarheid te brengen en dat kunnen we niet doen wanneer we niet weten dat ze er
zijn.
Nogmaals, niets in het werkboek
moet ooit gelijk aan affirmaties worden beschouwd die ons vragen het ego
denksysteem te overstemmen. Dit corrigeert de overheersende klemtoon van de New
Age op affirmaties, wat een voorbeeld is om de waarheid te gebruiken als een
dekmantel voor illusies. Naast het leggen van de nadruk op onze
onjuist-gerichte overtuigingen over onszelf legt hij ook de nadruk op de
waarheid over onszelf en niet op het bedekken van de illusie met de waarheid,
maar dat we er ons bewust van worden dat we een keuze hebben. Ik heb dikwijls
gewezen op het belang dat Een Cursus in Wonderen legt op de kracht van ons
denken om te kiezen. We kunnen echter geen betekenisvolle keuze maken wanneer
we niet weten waaruit we moeten kiezen. Daarom zet Jezus, in niet mis te
verstane woorden, uit dat we een onjuist-gericht denken hebben, de stem van het
ego dat liegt en een juist-gericht denken, de Stem van de Heilige Geest, die de
waarheid spreekt.
(5) Houd vandaag zoveel mogelijk oefenperioden, hoewel die elk niet
meer dan een minuut of twee hoeven te duren. Begin ze door tegen jezelf te
zeggen:
Ik ben het licht van de wereld. Dat is
mijn enige functie.
Dat is de reden waarom ik hier ben.
Dat is de reden waarom ik hier ben.
Denk dan korte tijd over deze uitspraken na, liefst met je ogen dicht
als de omstandigheden dat toelaten. Laat een paar verwante gedachten bij je
opkomen en herhaal het idee voor jezelf als blijkt dat je denkgeest van de
kerngedachte afdwaalt.
Jezus roept op om de gedachte van
de dag zoveel mogelijk te herhalen, ons daarbij de waarheid van onze Identiteit
herinneren en die naar de povere vervanging van schuld en oordeel van het ego
brengen. Merk ook op dat Jezus verwacht dat we onze gedachten de vrije loop
laten en dat hij ons aanmoedigt om onze angst te overwinnen en terug te keren
naar de waarheid van zijn onderwijs.
(6) Zorg ervoor dat je de dag zowel begint als eindigt met een
oefenperiode. Op die manier zal je ontwaken met de erkenning van de waarheid
over jezelf, deze de hele dag door versterken en inslapen met de herbevestiging
van je functie en je enig doel hier. Deze twee oefenperioden mogen langer zijn
dan de andere, mocht je ze nuttig vinden en willen uitbreiden.
Jezus’ aanpak zou van nu af aan
herkenbaar moeten zijn. Hij wil dat we ons voortdurend de waarheid over onszelf
herinneren zodat we een constante standaard hebben waarmee we de misleiding van
het ego kunnen evalueren. Hij laat ons ook vrij om, wanneer dit comfortabel
voelt, meer te doen dan hij vraagt.
(7:1-4) Het idee van vandaag overstijgt verre de bekrompen
voorstellingen die het ego eropna houdt van wat jij bent en wat jouw doel is.
Voor jou als brenger van verlossing is het duidelijk noodzakelijk. Dit is de
eerste van een aantal reuzenstappen die we in de komende paar weken zullen
zetten. Probeer vandaag een begin te maken met het leggen van een stevig
fundament voor deze vorderingen.
Jezus laat ons hier weten dat hij
afweet van onze keuze voor het ego ‘de bekrompen voorstellingen die het ego
eropna houdt van wat jij bent’ en dus is het niet nodig om dit te ontkennen.
Meer zelfs, het is aan de hand van deze keuze tegen ons Zelf dat er tijd nodig
is om steeds minder vertrouwen te stellen in het egodenksysteem van schuld en
angst. Eens te meer weerspiegelen de woorden van Jezus het proces om tegen onze
weerstand te kiezen en voor de waarheid. Deze lessen worden dus de bouwstenen
die we zullen gebruiken om een totaal nieuw concept van onszelf op te bouwen –
mild en stap voor stap.
(7:4-6) Jij bent het licht van de wereld. God heeft op jou Zijn plan
voor de verlossing van Zijn Zoon gegrondvest.
Tot slot moedigt Jezus ons aan om
vertrouwen te hebben in zijn proces van vergeving wanneer hij ons aan ons doel
herinnert en hoe belangrijk deze eerste lessen zijn om ons doel te bereiken:
ons het licht dat onze Identiteit is herinneren, tot stand gebracht door de
duisternis te vergeten, de povere vervanging van het ego van ons afgescheiden
en met schuld geteisterd zelf.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten