vrijdag 7 december 2018

Les 73 – Ik wil dat er licht is. – deel 2


(5:5-8) We hebben herhaaldelijk beklemtoond dat de barrière van grieven makkelijk te nemen valt en niet tussen jou en je verlossing in kan staan. De reden hiervan is heel eenvoudig. Wil je werkelijk in de hel zijn? Wil je werkelijk treuren en lijden en sterven?

We kunnen makkelijk aan de hindernis voorbijgaan omdat dit uit niets anders bestaat dan uit onze beslissing om in de hel van de afscheiding en aanval te zijn. Eens we geleerd hebben dat al het lijden, tot zelfs de dood, afkomstig is van deze beslissing, is het antwoord eenvoudig: ons denken veranderen en vergeven.

(6:1-4) Vergeet de argumenten van het ego, die proberen te bewijzen dat dit alles werkelijk de Hemel is. Jij weet dat dit niet zo is. Jij kunt dit voor jezelf niet wensen. Er is een punt dat illusies niet kunnen passeren.

Met andere woorden, illusies zullen ons nooit gelukkig maken. Dit moet eerst aanvaard worden voor we bereid kunnen zijn om Jezus om hulp te vragen. De illusies van speciaalheid kunnen ons wel degelijk plezier en geluk brengen maar dit blijft niet altijd duren omdat speciale relaties gemaakt zijn om niet altijd te blijven bestaan.  Dit is ‘het punt waar illusies niet aan voorbij kunnen gaan.’ Waarom zouden we op zoek gaan naar dat wat onvermijdelijk zal falen? Jezus komt hier regelmatig op terug omdat hij met die oproep hoopt dat we ons tenslotte van de hel zullen afkeren.

(6:5-6) Lijden is geen geluk en geluk is wat jij werkelijk wenst. Dat is in waarheid jouw wil.

Nogmaals zet Jezus hier de noodzaak uiteen dat we ons moeten realiseren dat wat we ook doen in deze wereld het ons niet gelukkig zal maken. Tot we dit kunnen aanvaarden en aanvaarden dat geen enkele van al onze speciaalheden ons lijden zal doen ophouden of ons vreugde zal brengen, zullen we hem niet om hulp vragen, tenminste niet oprecht. Van wezenlijk belang bij dit proces is erkennen dat hij alleen ons het verschil kan onderwijzen tussen lijden en vreugde, tussen gevangenschap en vrijheid, tussen lijden en geluk.

(6:7-9) En dus is verlossing eveneens jouw wil. Je wenst te slagen in wat we vandaag proberen te doen. We ondernemen het met jouw zegen en hartelijke instemming.
Jezus kan ons niet helpen tenzij wij onze zegen geven om dergelijke hulp te ontvangen. Daarom moet hij ons eerst overtuigen dat hij gelijk heeft en dat wij verkeerd zijn (T. 29. VII. 1:9). Zonder een dergelijke overtuiging zullen we er nooit voor kiezen hem te volgen. Daarom is het ook dat hij ons evenveel nodig heeft als wij hem (T. 8. V. 6:10). We moeten het willen om geholpen te worden, want alleen dan kan onze verlossing verwezenlijkt worden.

(7) We zullen vandaag slagen als jij onthoudt dat je voor jezelf verlossing wenst. Je wenst Gods plan te aanvaarden omdat jij erin deelt. Jij hebt geen wil die zich daar werkelijk tegen kan verzetten en je wenst dat ook niet. Verlossing komt jou toe. Boven alles wens jij de vrijheid om je te herinneren Wie jij werkelijk bent. Vandaag is het het ego dat machteloos staat tegenover jouw wil. Jouw wil is vrij en niets kan daarover zegevieren.

Opnieuw wat pep-talk van Jezus om ons eraan te herinneren hoezeer we zijn verlossing wensen in plaats van de verlossing van het ego; dat zowel vrijheid als gevangenschap in onszelf aanwezig is. Wanneer we geneigd zijn dit te vergeten herinnert hij ons eraan dat hoe machtig het ego ook lijkt te zijn, zowel uiterlijk als innerlijk, het over ons geen macht kan hebben tenzij wij dit toestaan door voor het ego te kiezen. Daarom ook kan er niets over ons zegevieren, zoals hij zegt in de tekst:

Het Koninkrijk is volmaakt vereend en volmaakt beschermd en het ego zal er niet over zegevieren. (T. 4. III. 1:12)

Dat is de bron van onze hoop en onze vreugde.

(8) Daarom doen we de oefeningen voor vandaag in blij vertrouwen, in de zekerheid dat we zullen vinden wat je wilt vinden en dat we ons zullen herinneren wat je je wilt herinneren. IJdele wensen kunnen ons niet tegenhouden of ons misleiden met een illusie van kracht. Laat vandaag jouw wil geschieden en maak voorgoed een eind aan het waanzinnige geloof dat je de hel in plaats van de Hemel kiest.

En de pep-talk gaat verder want Jezus wil dat we inherente zwakheid kennen van de illusionaire wensen van het ego die op geen enkele manier kan vergeleken worden met de kracht van onze wil die altijd een is met de Wil van onze Schepper en Bron.

(9) We beginnen onze langere oefenperioden met de erkenning dat Gods verlossingsplan en alleen het Zijne volledig in overeenstemming is met jouw wil. Het is niet het doel van een vreemde macht dat jou onvrijwillig wordt opgedrongen. Het is het enige doel hier waarover jij en je Vader volmaakt in overeenstemming verkeren. Jij zult slagen vandaag, het tijdstip dat is vastgesteld voor de bevrijding van Gods Zoon van de hel en van alle ijdele wensen. Nu wordt hij zich opnieuw van zijn wil bewust. Hij is bereid op déze dag het licht in hemzelf te aanschouwen en te worden verlost.

Jezus vraagt ons om wat hij ons onderwijst in praktijk te brengen; om gedurende de lange termijn-oefening na te denken over onze vergissing en na te denken dat we de Wil van God willen dwarsbomen. Hij vraagt ons om in te zien hoe ongelukkig deze vergissing ons maakt en hoe gelukkig we zouden kunnen zijn als we het verzet van het ego opzijzetten ten behoeve van de waarheid. Dus wanneer we de Wil van God verwelkomen, daar waar ze al aanwezig is, zal het gewaarzijn van de Hemel in onze denkgeest hersteld worden en de plaats innemen van de hel die wij gemaakt hebben.
Het is belangrijk dat we dit begrijpen, anders zullen er we ervoor kiezen om deze lessen te doen zonder het echt te willen. Vroeg in de tekst waarschuwt Jezus ons voor deze vergissing:

Op de tweede plaats kun jij je gedragen zoals je meent het te moeten doen, maar niet van ganser harte. Dit levert consequent gedrag op, maar brengt aanzienlijke spanning met zich mee … wat uitmondt in een situatie waarin je doet wat jij niet in alle opzichten wilt. Dat veroorzaakt een gevoel van dwang dat meestal woede teweegbrengt, naar alle waarschijnlijkheid gevolgd door projectie. (T. 2. VI. 5:4-7)

Daarom het voortdurende verzoek van Jezus om niet langer vast te houden aan onze grieven. Hij wil dat we bereid zijn om te vergeven.

(10). Nadat je jezelf hieraan herinnerd hebt en je vast hebt voorgenomen om helder in gedachten te houden wat jouw wil is, zeg je met zachte vastberadenheid en rustige zekerheid tegen jezelf:

Ik wil dat er licht is. Laat me het licht aanschouwen dat Gods Wil en de mijne weerspiegelt.

Laat dan jouw wil zich doen gelden, één met de kracht van God en verenigd met jouw Zelf. Stel de rest van de oefenperiode onder Hun leiding. Ga met Hen mee waar Zij je voorgaan.

Wij doen ons deel wanneer we God en Christus vergezellen in onze denkgeest. Dit laat toe dat onze verenigde Wil door ons heen kan stralen en we het Zoonschap in de eenheid en liefde omarmen. Dit proces van de weerspiegeling van het licht van de wil van de schepping, de essentie voor genezing, wordt in deze liefdevolle bewoording teruggevonden in het laatste principe voor de wonderdoeners en gekend bij de meeste studenten van Een Cursus in Wonderen als ‘het gebed voor verlossing’:

Ik ben hier alleen om werkelijk behulpzaam te zijn.
Ik ben hier om Hem te vertegenwoordigen die mij gezonden heeft.
Ik hoef me geen zorgen te maken om wat ik zal zeggen
of wat ik moet doen, want Hij die mij gezonden heeft zal mij leiden. Ik ben tevreden daar te zijn waar Hij me wenst,
wetend dat Hij me vergezelt. Ik zal genezen zijn, wanneer ik me door Hem laat leren hoe ik anderen genees.
(T. 2. V. 18:2-6)

Zo worden we geleid om te genezen zoals wij genezen worden, te vergeven zoals wij vergeven worden en lief te hebben zoals wij worden liefgehad.

(11:1-5) Leg in de korte oefenperioden opnieuw een verklaring af van wat jij werkelijk wenst. Zeg:

Ik wil dat er licht is. Duisternis is niet mijn wil.

Dit moet verscheidene keren per uur worden herhaald.

Onze beslissing wordt weerspiegeld in de bereidwilligheid om ons, zo vaak mogelijk, te herinneren dat onze wil en die van God één zijn, niettegenstaande de grootheidswaanzin van het ego. We bekrachtigen deze bereidwilligheid door het herkennen dat illusies duisternis voortbrengen terwijl de waarheid ons vrij maakt op grond van zijn licht, ons licht als de Zoon van God, het Zelf die Hij gecreëerd heeft als Zichzelf.

(11:6-7) Het is echter van het grootste belang dat het idee van vandaag onmiddellijk in deze vorm wordt toegepast op het moment dat jij in de verleiding komt enige vorm van grieven te koesteren. Dit zal jou helpen je grieven te laten varen in plaats van vast te houden en in het donker te verbergen.

Jezus vraagt ons om steeds waakzaam te zijn voor onze aanvalsgedachten en onze grieven. We realiseren ons op die manier dat zij ons niet gelukkig maken omdat zij een actieve aanval zijn op het verlossingsplan van God. We zijn tot het begrip gekomen dat wij onze oordelen gekoesterd hebben omdat zij ons de mogelijkheid boden om onze individualiteit te bewaren en het licht van Christus in de duisternis te houden en dat de prijs die we voor deze koestering moeten betalen zeer hoog is. Deze herkenning maakt het steeds makkelijker om onze grieven te laten gaan en te kiezen voor het licht van de Heilige Geest voorbij de duisternis van het ego.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten