(5:1-4
- Dit zijn geen wetten, dit is dwaasheid. Het lichaam wordt in gevaar gebracht
door de denkgeest die zichzelf kwetst. Het lichaam lijdt alleen opdat de
denkgeest niet zal zien dat hij slachtoffer is van zichzelf. Het lijden van het
lichaam is een masker dat de denkgeest ophoudt om te verbergen wat werkelijk
lijdt.)
(5:5) Hij (de keuzemaker in de denkgeest) wil niet begrijpen dat hij zijn eigen
vijand is, dat hij zichzelf aanvalt en sterven wil.
Wisten we
dit wel dan zouden we natuurlijk onmiddellijk ons denken veranderen. Wanneer we
zouden weten dat wij het probleem
zijn – onze keuzemaker die voor het ego heeft gekozen – dan zouden we niet
aarzelen om voor de Heilige Geest te kiezen wat het einde zou betekenen van het
ego. Maar nogmaals, om te verzekeren dat deze ‘catastrofe’ nooit zou gebeuren,
beraamt het ego – dat deel van de denkgeest die de afscheiding omarmt – zijn
strategie van onbewustzijn waarbij de Zoon zich identificeert met een lichaam dat
een voortdurende bron is geworden van aandacht en bezorgdheid. Dus zijn we gaan
geloven dat de wereld en het lichaam – dat van ons en dat van anderen – de
vijanden zijn terwijl de echte ‘vijand’ – de verkeerde keuze die onze denkgeest
gemaakt heeft – veilig verborgen blijft uit ons bewustzijn, verstopt achter schuld
en angst.
(5:6-7) Daarvan willen jouw ‘wetten’ het
lichaam verlossen. Hierom denk je dat jij een lichaam bent.
Jezus
helpt ons hier het doel voor onze motivatie een lichaam te hebben te begrijpen:
een plaats waarin we de schuld van de denkgeest kunnen verbergen. Dus zegt het
ego ons dat we wel degelijk een werkelijk probleem hebben – in onze lichamen – en
dat er gelukkig genoeg wetten zijn die er zorg zullen voor dragen. Volgens de
overtuiging van het ego is het probleem van onze innerlijke leegte niet omdat
we God hebben verlaten, maar, bijvoorbeeld, de leegte in onze magen. Daarom
vullen we ze met eten en voelen ons goed. De ‘wet’ zegt: wanneer je honger hebt
dan eet je. Bovendien, wanneer je gezond wil blijven dan moet je welbepaald
voedsel eten – wat het ook is waarin jij gelooft – want het voedsel zelf maakt in
werkelijkheid niet uit.
Het ego
neemt het probleem – de afwezigheid van Christus omdat ik geloof dat ik hem
gekruisigd heb – splitst dit op en projecteert het zodat er nu dus een gebrek
in mijn lichaam wordt waargenomen. Dan komen de ‘wetten’ van het ego om het te
redden en lossen het probleem op door ons fysiek en psychisch bestaan als
schepsels van de wereld te behouden. Daarmee word, naast het probleem van de
voeding:
1) het
probleem dat ik alleen ben in het universum, omdat ik God vernietigd heb. Dat
klopt, zegt het ego, er is een probleem van eenzaamheid, maar dat is in het
lichaam. Daarom zal ik speciale relaties bedenken en jou de wetten van
manipulatie en verleiding leren die je in staat zullen stellen andere lichamen
bij je te houden. Op die manier is je probleem van eenzaamheid opgelost.
2) Het
probleem is dat ik berooid ben omdat ik de schat van God weggegooid heb. Ik heb
niets. Dat klopt, zegt het ego, er is een probleem van armoede, maar dat is in
het lichaam. Daarom zal ik zorgen dat er geld is en je de wetten leren hoe je
het kan verkrijgen. Op die manier is je probleem van armoede opgelost.
3) Het
probleem is dat ik diepbedroefd ben omdat ik God verraden heb. Dat klopt, zegt
het ego, er is een ziekteprobleem, maar dat is in het lichaam. Daarom zal ik
zorgen voor medicijnen en je de wetten leren hoe je dit kunt verwerven en hoe
je ze moet gebruiken. Dus is het probleem van je ziekte opgelost.
En zo gaat
het maar verder en verder.
Deze les
leert ons begrijpen dat deze wetten, waarvan het ego ons de redding van het
lichaam voorhoudt, alleen maar de afscheiding en schuld die in onze denkgeest in
standhouden. Het doel van Jezus is nogmaals om ons niet schuldig te voelen of
een mislukkeling en om ons te helpen bewust te worden waar het probleem
werkelijk is zodat we werkelijk verlost kunnen worden.
(6:1-2) Er zijn geen andere wetten dan de
wetten van God. Dit moet keer op keer worden herhaald, tot je beseft dat dit
geldt voor alles wat jij gemaakt hebt tegengesteld aan Gods Wil.
Door
‘steeds opnieuw en opnieuw te herhalen’ bedoelt Jezus niet dat we zijn woorden moeten
gebruiken als een mantra of als een affirmatie. Het is meer bedoeld als de bevestiging
van de waarheid waar we de wetten van de illusie van het ego naartoe brengen.
Het lichaam is niets meer dan het eindproduct van een hele reeks gedachten die
gemaakt zijn in tegenstelling tot de Wil van God: afscheiding, speciaalheid,
zonde, schuld, angst en dood. Dus moeten we bijzonder alert zijn wanneer het
gaat over onze ervaringen als slachtoffer als gevolg van wetten waarover we
geen controle zouden hebben en waarvan wij geloven dat het lot voor onze vrede
rust. Het is deze ongerijmdheid die we naar de waarheid moeten brengen en
herkennen hoe we de wetten van het lichaam gebruikt hebben als een mantel om
onze schuld te verbergen over het geloof dat we tegen de wetten van God gekozen
hebben.
(6:3) Jouw magie heeft geen betekenis.
De wetten
van de wereld hebben met magie te maken omdat zij uiterlijk zijn. Het wonder –
het tegendeel van magie – is innerlijk. Magie helpt ons onze lichamen
veranderen, het wonder helpt ons ons denken te veranderen. Magie is de
oplossing van het probleem door het ego, daar waar het niet gered kan worden:
in het lichaam. Het wonder is de oplossing van het probleem door de Heilige
Geest daar waar het kan verlost worden: in de denkgeest.
(6:4-5) Wat het moet verlossen, bestaat niet.
Alleen wat het moet verbergen, zal jou verlossen.
Dit is een
mooie ‘niveau 1’-uitspraak: het lichaam bestaat niet. Bovendien werden het
lichaam en zijn wetten gemaakt om de schuld in onze denkgeest te verbergen. Deze
bevat niet alleen de schuld, maar evengoed het ongedaan maken ervan door het aanvaarden
van de Verzoening, het enige wat ons kan verlossen.
(7) De wetten van God kunnen nooit worden
vervangen. We zullen deze dag gebruiken om ons erin te verheugen dat dit zo is.
Het is niet langer een waarheid die wij willen verbergen. We beseffen
daarentegen dat het een waarheid is die maakt dat we voor eeuwig vrij blijven.
Magie zet gevangen, maar de wetten van God maken vrij. Het licht is gekomen omdat
er geen andere wetten zijn dan de Zijne.
We moeten
bijzonder alert zijn voor het gehoorzamen aan de wetten van het ego om ze terug
te kunnen brengen naar wat ze in ons denken vertegenwoordigen waarbij dus geld
onze ervaring van spirituele armoede
ongedaan maakt, voedsel in onze maag stoppen en zuurstof in onze longen
voorziet in het gebrek in onze
gespleten denkgeest en speciaalheid de eenzaamheid
ongedaan maakt die de ‘natuurlijke’ staat is van onze afgescheiden denkgeest.
We kunnen daarom de wetten van het ego gebruiken om naar ons terug te spiegelen
wat zij voor ons wilden verbergen: het geloof dat de wetten van God vervangen
kunnen worden. Ze zijn inderdaad vervangen – door de verkeerd-denkende,
misleide ik die denkt dat het een afgescheiden ik is. We zijn er nu echter
klaar voor om te leren dat dit zelfbedrog enkel bestaat in onze dromen. Ons
ware Zelf wacht slechts op het moment dat we onze ogen openen.
Jezus
steekt nu nog een beetje verder de draak met ons:
(8:1-3) We zullen de langere oefenperioden
vandaag beginnen met een kort overzicht van de verschillende soorten ‘wetten’
die we meenden te moeten gehoorzamen. Hieronder vallen bijvoorbeeld de ‘wetten’
van voeding, immunisering, medicatie en de bescherming van het lichaam op
ontelbare manieren. Denk verder na: je gelooft in de ‘wetten’ van de
vriendschap, van ‘goede’ relaties en wederdiensten.
Het moet
nu wel duidelijk zijn dat Jezus ons niet vraagt om ons geloof in deze wetten op
te geven die de grondslag vormen van ons bestaan in de wereld. Maar we worden
gevraagd om met hem een stap terug te zetten – om uit te stijgen boven het
slagveld (T. 23. IV) en met zijn ogen te kijken naar de plek waar deze wetten
van het verdedigingssysteem van het ego en zijn strategie in geesteloosheid in
stand worden gehouden. We leren dus om deze wetten of ons levens niet meer zo
serieus te nemen als we tot nu toe altijd hebben gedaan. Dit standpunt, net als
zovele andere, kan niet genoeg gezegd worden. Onze weerstand om zonder oordeel
naar ons ego te kijken is enorm en heeft een zachtaardige overredingskracht
nodig en een zachtaardige herhaling voor een effectieve vermindering.
(wordt vervolgd)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten