(5) Voor de vier
langere oefenperioden vandaag valt een volle vijf minuten beslist aan te raden
en het doen van langere en frequentere oefensessies verdient aanmoediging. Als
je het minimaal vereiste te boven wilt gaan, worden eerder méér dan langere
sessies aanbevolen, met overigens de suggestie beide te doen.
We zien hier opnieuw hoe Jezus ons liefdevol aanmoedigt in
ons oefenen. Het is duidelijk dat hij wil dat we gedurende de dag zo dikwijls
mogelijk aan hem en aan zijn boodschap denken, hij wil echter niet dat wij
enige vorm van dwang voelen omdat dwang meestal angst met zich meebrengt.
(6) Begin de
oefenperioden zoals gewoonlijk met het idee van vandaag voor jezelf te
herhalen. Spoor dan met gesloten ogen je liefdeloze gedachten op, in welke vorm
ze maar opdoemen: onbehagen, depressiviteit, kwaadheid, angst, bezorgdheid,
agressie, onzekerheid, enzovoort. Welke vorm ze ook aannemen, ze zijn
liefdeloos en daarom beangstigend. En dus zijn zij het waarvan jij moet worden
verlost.
Dit is een treffende en niet mis te verstane uitspraak dat
jij gered moet worden van jouw gedachten. Het probleem is echter dat we ze niet
kennen omdat we denken dat onze gedachten een vlucht hebben genomen en buiten ons
bestaan. Dat is de reden waarom er zo de nadruk gelegd wordt op het belang van het
onderzoeken van onze gedachten. Een van de meest belangrijke thema’s van deze
lessen is inderdaad het gedachtenonderzoek van onze liefdeloze gedachten.
Sporadisch zegt Jezus om ook eens te zoeken naar de liefdevolle, zoals
binnenkort zal blijken, maar in het algemeen ligt zijn focus op de liefdeloze
gedachten omdat zij het probleem vormen en het zijn deze gedachten die we naar
het licht van de waarheid moeten brengen. Eens de duisternis ervan verdreven is
verschijnen eenvoudig de liefdevolle
gedachten ervoor in de plaats.
(7) Specifieke
situaties, gebeurtenissen of personen die jij associeert met allerlei
liefdeloze gedachten zijn geschikte onderwerpen voor de oefeningen van vandaag.
Het is voor jouw verlossing geboden dat jij ze anders gaat zien. Het is immers
je zegen daarover die jou zal verlossen en visie geven.
Dit is een zeer rake uitspraak: ‘Het is voor jouw verlossing
geboden dat jij ze anders gaat zien.’ Hoe kan je ze anders zien als je ze al
helemaal niet ziet? Daarom is het dat jij je denken moet onderzoeken op
liefdeloze gedachten. Jezus heeft je reeds verteld dat hij weet dat jij niet
begrijpt waar hij het over heeft. Meer zelfs, je zal vast en zeker zijn
onderricht niet aanvaarden omdat je niet gelooft dat schuld de hel is. Daarom moet
je niet doen alsof je een fantastische student bent en dat je alles in deze
lessen geloofd. Wat jou een fantastische student van Een Cursus in Wonderen
maakt is dat jij jezelf vergeeft dat je niet alles wat hier staat geloofd.
Herinner je dat het de bedoelingidee is je liefdeloze gedachten naar zijn
liefde te brengen om ze op die manier te herinterpreteren. Het is essentieel
dat je de aanwezigheid ervan herkent en aanvaardt en dit ten behoeve van je
genezing en verlossing.
(8) Onderzoek je
denkgeest langzaam op elke gedachte die tussen jou en je verlossing staat,
zonder bewust te selecteren en zonder speciaal op één daarvan te veel de nadruk
te leggen. Pas op elk het idee voor vandaag als volgt toe:
Mijn liefdeloze gedachten over __ houden mij in de hel. Mijn heiligheid is mijn verlossing.
Om deze belangrijke uitspraak nog maar eens te benoemen, dit
is wat Jezus in de tekst bedoelt waar hij zegt:
Het is niet jouw taak op zoek te
gaan naar liefde, maar enkel in jezelf alle hindernissen te zoeken die jij
ertegen opgeworpen hebt en die te vinden. (T. 16. IV.6:1)
Dit aspect van ons vergevingsproces is zo essentieel dat het
in bijna elke les zou kunnen herhaald worden. We moeten voortdurend waakzaam
zijn voor onze liefdeloze gedachten ten einde ze naar de Aanwezigheid van
Liefde in onze denkgeest te brengen die ze zachtaardig zal wegschijnen. Onze
taak, nogmaals, is eerder te zoeken en te vinden, het verwijderen behoort toe
aan de Heilige Geest.
Het vervolg van de les bevat verdere begeleiding en
instructies voor de dagelijkse oefeningen. Merk vooral de vriendelijke
herinnering op dat we uiteindelijk nog maar aan het begin staan van onze reis:
(9) Je zult deze
oefenperioden wellicht makkelijker vinden als je ze afwisselt met verscheidene
korte perioden waarin je het idee van vandaag alleen een paar maal langzaam
voor jezelf herhaalt. Misschien helpt het je ook om een paar korte momenten in
te lassen waarin je je gewoon ontspant en schijnbaar nergens aan denkt.
Concentratie volhouden is in het begin heel moeilijk. Het zal veel makkelijker
worden naargelang je denkgeest meer gedisciplineerd raakt en zich minder laat
afleiden.
‘Concentratie volhouden’ wordt een van onze eigenschappen naarmate
we een meer gevorderd begrip hebben bereikt en we meer in staat zijn om aan
Jezus en zijn boodschap van vergeving te denken. Het bereiken van de werkelijke
wereld, het ultieme doel van Een Cursus in Wonderen, komt wanneer onze
concentratie permanent wordt – de juist gerichte correctie die het
onjuist-gerichte probleem ongedaan heeft gemaakt en enkel de herinnering aan
God die gloort op onze genezen en heilige denkgeesten.
(10) Voel je intussen
vrij om in de oefenperioden elke vorm van variatie aan te brengen die je maar
aanspreekt. Maar verander het idee zelf niet terwijl je de methode van
toepassing varieert. Hoe je het idee ook verkiest te gebruiken, het moet zo
geformuleerd worden dat zijn betekenis het feit blijft behouden dat jouw
heiligheid je verlossing is. Beëindig elke oefenperiode door het idee nog eens
in zijn oorspronkelijke vorm te herhalen en eraan toe te voegen:
Als schuld de hel is, wat is dan het tegendeel?
Jezus introduceert hier het idee dat we soepel kunnen zijn
in onze oefeningen, maar doet duidelijk ook een oproep om een begin te maken
met het veralgemenen van het proces op alle situaties en omstandigheden. Door
ons aan te manen het idee niet te veranderen, introduceert hij, op een zachte
manier, het belangrijke thema van inhoud
en vorm; in de vorm waarin we
vergeving of liefde uitdrukken mogen we variatie brengen zolang de inhoud ervan
maar dezelfde blijft.
De laatste alinea moedigt ons aan om gedurende de dag meer
en meer bewust te zijn om het idee van de dag toe te passen wanneer we in de
verleiding komen te luisteren naar het dogma van het ego over schuld:
(11). Bij de korte
toepassingen, die ongeveer drie tot vier keer per uur gedaan moeten worden en
zo mogelijk meer, kun jij jezelf deze vraag stellen, het idee van vandaag
herhalen en liefst beide doen. Wanneer zich verleidingen voordoen, is een
bijzonder nuttige vorm van het idee deze:
Mijn heiligheid is mijn verlossing hiervan.
Op die manier kunnen we snel inspelen op de verleidingen van
onze ego’s om ons schuldig en angstig te voelen en zullen we in die mate
vooruitgang boeken in het doel om te weten dat onze heiligheid onze verlossing
is en dat we heilig zijn.